Examentraining 4.1 + 4.2 + 4.3 (2 sterren)

Klipdassen
Klipdassen zijn zoogdieren die in Afrika leven. Hun lichaamsbouw is aangepast aan een leven op rotsen. Tijdens de paartijd scheiden de mannetjes een geurstof af uit een klier op hun rug. Onderzoekers hebben vastgesteld dat deze geurstof tweefuncties heeft:
1. Vrouwtjes komen op deze geur af.
2. Andere mannetjes houden na het ruiken van deze geur afstand.

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Klipdassen
Klipdassen zijn zoogdieren die in Afrika leven. Hun lichaamsbouw is aangepast aan een leven op rotsen. Tijdens de paartijd scheiden de mannetjes een geurstof af uit een klier op hun rug. Onderzoekers hebben vastgesteld dat deze geurstof tweefuncties heeft:
1. Vrouwtjes komen op deze geur af.
2. Andere mannetjes houden na het ruiken van deze geur afstand.

Slide 1 - Tekstslide

In bovenstaande informatie worden een prikkel en een bijbehorende respons beschreven.  Noem de prikkel en de respons. Schrijf je antwoord zo op:
prikkel: .................................................
respons: ...............................................

Slide 2 - Open vraag

Haaien kunnen goed zien. Een haaienoog heeft onder andere een hoornvlies, een ooglens en een netvlies met staafjes en kegeltjes. Uit de bouw van zo’n oog leiden biologen af dat haaien kleuren kunnen zien. Uit welke eigenschap van een haaienoog leiden ze dit af?

A. uit de aanwezigheid van een hoornvlies

A
uit de aanwezigheid van een hoornvlies
B
uit de aanwezigheid van een ooglens
C
uit de aanwezigheid van kegeltjes in het netvlies
D
uit de aanwezigheid van staafjes in het netvlies

Slide 3 - Quizvraag

Elke keer als je met je ogen knippert, wordt traanvocht over de ogen verspreid. Als de traanklieren niet voldoende traanvocht produceren, ontstaan ‘droge ogen’. De ogen worden dan rood en branderig. Het voelt aan alsof er steeds iets in de ogen zit. Door te weinig traanvocht kan de buitenste, doorzichtige laag van het oog beschadigd raken. Hoe heet deze buitenste, doorzichtige laag van het oog?

Slide 4 - Open vraag

De brandharen van een brandnetel kunnen bij aanraking jeuk, pijn en
blaasjes op de huid veroorzaken.In de afbeelding zie je een stukje huid
met zo’n blaasje. In het blaasje bevindt zich vocht tussen de twee lagen
van de opperhuid.  Geef de namen van deze twee huidlagen

Slide 5 - Open vraag

Als je lang naar harde muziek luistert, kunnen de
zintuigcellen in je oren beschadigd raken. Welke letter
in de afbeelding geeft het deel van het oor aan waarin
zich de zintuigcellen bevinden?
A
Letter Q
B
Letter R
C
Letter S
D
Letter T

Slide 6 - Quizvraag

Katten jagen vaak in de schemering op muizen. Bij katten bevindt zich achter het netvlies een extra vlies, het tapetum. Het tapetum kaatst licht dat door het netvlies heen gegaan is, terug naar het netvlies. Hierdoor kunnen katten in de schemering beter zien dan mensen. De ogen van katten hebben dezelfde twee typen zintuigcellen als mensen. Een kat heeft méér zintuigcellen van het type dat bij weinig licht prikkels kan verwerken.
Hoe heet dit type zintuigcellen

Slide 7 - Open vraag

Atropine is een stof die gebruikt wordt bij oogonderzoek. Als atropine in een oog wordt gedruppeld, wordt de pupil zo groot mogelijk. Rondom de lens achter de pupil bevindt zich een spier die het accommoderen regelt. Als atropine in de ogen wordt gedruppeld, ontspannen deze spieren zich. De lenzen worden dan zo plat mogelijk. Heeft dit gevolgen voor het scherp zien?
A
Nee
B
Ja, je kan daardoor dichtbij niet meer scherp zien
C
Ja je kan daardoor veraf niet meer scherp zien
D
Ja je kan zowel dichtbij als veraf niet meer scherp zien

Slide 8 - Quizvraag

Veel mensen hebben op latere leeftijd een leesbril nodig, omdat ze niet meer goed dichtbij kunnen zien.
Waardoor hebben oudere mensen vaak een bril nodig om te kunnen lezen?
A
de ooglens kan niet meer bol genoeg worden
B
de ooglens kan niet meer plat genoeg worden
C
De pupil kan niet meer groot genoeg worden
D
de pupil kan niet meer klein genoeg worden

Slide 9 - Quizvraag

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de adequate prikkel voor het oor?

Slide 10 - Open vraag

Waar in het oor bevindt zich het trommelvlies?
A
Tussen gehoorgang en trommelholte
B
Tussen trommelholte en de buis van Eustachius
C
Tussen trommelholte en slakkenhuis

Slide 11 - Quizvraag

Bij het ouder worden kunnen er door veranderingen in het glasachtig lichaam scheurtjes ontstaan in het netvlies. Er kan dan vocht tussen het netvlies en het vaatvlies komen. Dit wordt een netvliesloslating genoemd. Het deel van het netvlies dat losgelaten is, kan niet meer goed functioneren. Wanneer een netvliesloslating niet wordt behandeld, kan dat leiden tot slecht zien of zelfs tot blindheid.
Brahim en Coby maken een werkstuk over oogafwijkingen en bespreken samen de gevolgen van een netvliesloslating.
Brahim beweert: “Als gevolg van een netvliesloslating kan de lens niet meer accommoderen.”
Coby beweert: “Als gevolg van een netvliesloslating kunnen lichtprikkels niet meer goed omgezet worden in impulsen.”

Zijn de beweringen van Brahim en Coby juist?
A
Geen van beide beweringen is juist
B
Alleen de bewering van Brahim is juist
C
Alleen de bewering van Coby is juist
D
Zowel Brahim als Coby hebben gelijk

Slide 12 - Quizvraag

In welke huidlaag moet de inkt van een tatoeage gespoten worden, zodat deze tatoe blijvend is?

Slide 13 - Open vraag

Er wordt met een camera een foto gemaakt van een iris. Door het felle flitslicht trekken de kringspieren in de iris zich samen.
Verandert dan de grootte van de pupil?e
A
Nee
B
Ja, pupil wordt groter
C
Ja, pupil word kleiner

Slide 14 - Quizvraag

Misselijkheid tijdens een rit in een achtbaan
ontstaat door overprikkeling van het
evenwichtsorgaan.
Welke letter in de afbeelding geeft het
evenwichtsorgaan aan?
A
Letter Q
B
Letter R
C
Letter S
D
Letter T

Slide 15 - Quizvraag

Vanuit het evenwichtsorgaan worden tijdens de rit in de achtbaan
impulsen naar het braakcentrum in de hersenen geleid. Het
braakcentrum zorgt ervoor dat je je misselijk voelt.
Hoe heet het deel van de hersenen waarin het braakcentrum ligt?

Slide 16 - Open vraag

Melatonine
Melatonine is een hormoon dat het slapen beïnvloedt. Speciale cellen in het netvlies geven informatie aan de hersenen over de hoeveelheid licht in de omgeving. Hoe donkerder het wordt, des te meer melatonine de hersenen maken. Als de hoeveelheid melatonine in het bloed stijgt, worden mensen slaperig.

Slide 17 - Tekstslide

Welke letter geeft het deel aan
waarin impulsen ontstaan die de
productie van melatonine
beïnvloeden?

Slide 18 - Open vraag

Het netvlies bevat ook twee typen zintuigcellen die ervoor zorgen dat je kan zien.
Noteer de namen van deze twee typen zintuigcellen en leg uit wat het verschil in functie is tussen deze twee typen zintuigcellen. Schrijf je antwoord zo op:
Namen van de typen zintuigcellen: ...............................................
Verschil in functie van de typen zintuigcellen: ..............................

Slide 19 - Open vraag

Glaucoom
Glaucoom is een oogaandoening die veroorzaakt wordt door een te hoge druk in het oog. Hierdoor raakt het netvlies aangetast en worden impulsen uit het oog niet meer goed doorgegeven. Een andere aandoening van het oog is staar. Bij staar wordt de ooglens troebel. Iemand met staar ziet daardoor minder goed.

Slide 20 - Tekstslide

Welke twee letters geven de delen aan die bij
deze oogaandoeningen aangetast worden
volgens bovenstaande informatie?
Schrijf de twee letters op

Slide 21 - Open vraag

De ziekte van Stargardt is een erfelijke oogafwijking waarbij zintuigcellen in de gele vlek langzaam afsterven. Deze zintuigcellen zijn nodig om kleuren te kunnen zien.  Hoe heten de zintuigcellen die bij de ziekte van Stargardt afsterven

Slide 22 - Open vraag

Floaters
Misschien zie jij ze ook wel eens, vlekjes in je gezichtsveld waardoor het lijkt alsof er vuiltjes op je oog zitten. Deze vlekjes worden ‘floaters’ of ‘zwevers’ genoemd. De vlekjes ontstaan door deeltjes die in het glasachtig lichaam zweven.

Slide 23 - Tekstslide

Welke letter geeft het
glasachtig lichaam aan?
A
Letter Q
B
Letter R
C
Letter S

Slide 24 - Quizvraag

De deeltjes die in het oog zweven, veroorzaken schaduwvlekjes op de laag met zintuigcellen. Hoe heet deze laag?
A
harde oogvlies
B
hoornvlies
C
netvlies
D
vaatvlies

Slide 25 - Quizvraag

Cohalair implantaat
Een cochleair implantaat of CI is een apparaatje waarmee dove mensen toch weer iets kunnen horen. Eén van de functies van het CI is het omzetten van geluidsprikkels in elektrische signalen.

Slide 26 - Tekstslide

Van welk deel van het oor neemt het CI deze functie over?
A
gehoorbeentjes
B
oorschelp
C
slakkenhuis
D
trommelvlies

Slide 27 - Quizvraag

Het CI geeft de elektrische signalen
door aan de gehoorzenuw die ze naar
de hersenen geleidt. Welke letter geeft
de gehoorzenuw aan?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 28 - Quizvraag

Albinisme
Mensen met albinisme maken in de huid, in het haar en in de ogen te weinig pigment. De huid en het haar zijn daardoor erg licht van kleur

Slide 29 - Tekstslide

De letter P geeft de laag aan met cellen
die pigment maken.  Hoe heet deze laag
van de opperhuid?

Slide 30 - Open vraag

In de afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van een deel
van een oog. Iemand met albinisme heeft rode ogen. Dit is
het gevolg van het ontbreken van pigment in het deel dat is
aangegeven met de letter Q. Je ziet dan de rode kleur van het
bloed in dit deel.  Hoe heet Q?

Slide 31 - Open vraag

Bij planten komt ook een vorm van albinisme voor. Sommige planten hebben geen bladgroenkorrels en hebben witte bladeren (zie de afbeelding). Hierdoor ontbreekt bij deze witte planten een bepaald stofwisselingsproces.  Geef de naam van dit stofwisselingsproces

Slide 32 - Open vraag

Tinnitus
Mensen met tinnitus ‘horen’ voortdurend een piepend of suizend geluid dat er in werkelijkheid niet is. Er worden dan impulsen vanuit het oor doorgegeven aan de hersenen, zonder dat de zintuigcellen in het oor geprikkeld zijn door geluid.

Slide 33 - Tekstslide

Welke letter in de afbeelding
geeft het deel aan dat impulsen
vanuit het oor naar de hersenen
geleidt?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 34 - Quizvraag

Tinnitus kan ook ontstaan door een harde prop oorsmeer in de gehoorgang. In dat geval is tinnitus goed te behandelen door de oren uit te laten spuiten. Hierbij wordt een straaltje warm water in de gehoorgang gespoten om het oorsmeer te verwijderen.  Kan het ingespoten water dan in de trommelholte terechtkomen? Leg je antwoord uit

Slide 35 - Open vraag

Dolfijnenhuid
De huid van dolfijnen is glad en bestaat uit lagen met dezelfde namen als bij mensen. De letter P in de afbeelding geeft de bovenste laag van de opperhuid aan. Deze laag bestaat uit dode cellen en schilfert snel af. Tussen de huid en de spieren ligt een dikke laag vet.

Slide 36 - Tekstslide

In de informatie staat een afbeelding van
een stukje huid van een dolfijn. De letter P
geeft een laag van de huid aan. 
Hoe heet deze laag van de opperhuid?

Slide 37 - Open vraag

Dolfijnenzintuigen
Er zijn verschillen tussen de ogen van dolfijnen en de ogen van mensen. In een dolfijnenoog is de lens meer naar voren geplaatst. Daardoor kunnen dolfijnen onder water beter zien dan mensen. Het netvlies van dolfijnenogen bevat staafjes en kegeltjes. Elk oog heeft twee gele vlekken met kegeltjes. Dolfijnen kunnen erg goed horen. De gehoorzenuw bevat twee keer zo veel uitlopers van zenuwcellen als die van mensen. Deze uitlopers geleiden impulsen naar delen van de hersenen waar ze verwerkt worden tot het bewust waarnemen van geluid. Deze delen van de hersenen zijn sterker ontwikkeld dan bij mensen.

Slide 38 - Tekstslide

Er is een verschil tussen het netvlies van een dolfijnenoog en dat van een mensenoog. Dit verschil is af te leiden uit informatie 3.  Schrijf de eerste twee en de laatste twee woorden op van de zin waaruit je dit kunt afleiden.

Slide 39 - Open vraag

In informatie 3 staat dat een deel van het oog
bij dolfijnen meer naar voren is geplaatst dan
bij mensen. Welke letter geeft dit deel aan?
A
Letter Q
B
Letter R
C
Letter S
D
Letter T

Slide 40 - Quizvraag

De pupil
De pupil van het oog kan groter of kleiner worden, afhankelijk van de omstandigheden. Veel fotocamera’s kunnen zo ingesteld worden dat de flitser vlak voor het maken van een foto een aantal kleine flitsen geeft. Hierdoor worden de pupillen kleiner en zijn de ogen op de foto niet rood.

Slide 41 - Tekstslide

Rode ogen op foto’s ontstaan als flitslicht
weerkaatst wordt door bloedvaten in het
oog. In het oog liggen bloedvaten onder
andere in het vaatvlies. Welke letter in de
afbeelding geeft het vaatvlies aan?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 42 - Quizvraag

De pupil wordt kleiner door het samentrekken van spieren in de iris. In de iris bevinden zich kringspieren en lengtespieren. Door het samentrekken van welke spieren wordt de pupil kleiner?
A
alleen door het samentrekken van kringspieren
B
alleen door het samentrekken van lengtespieren
C
door het samentrekken vna kringspieren en lengtespieren

Slide 43 - Quizvraag