21 hypothecaire lening

Wat gaan we doen? 

Hoofdstuk 2 Kredieten

§2.3 Hypothecair krediet (vervolg)
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wft BasisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen? 

Hoofdstuk 2 Kredieten

§2.3 Hypothecair krediet (vervolg)

Slide 1 - Tekstslide

Aflossingsvormen hypothecaire leningen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Noem een kenmerk van
1. een lineaire hypothecaire lening
of een
2. annuïteiten hypothecaire lening

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld lineaire hypotheek
Hypothecaire lening bij de start: €100.000
Aflossing: per jaar achteraf
Looptijd: twintig jaar
Rente: 5% per jaar achteraf
Vraag: Hoe hoog is de jaarlijkse aflossing?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld lineaire hypotheek
Hypothecaire lening bij de start: €180.000
Aflossing: per maand achteraf
Looptijd: 30 jaar
Rente: 2% per jaar
Vraag: Hoe hoog is de maandelijkse aflossing?
timer
1:30

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
Hoef je niet te kennen

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
Hoef je niet te kennen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Er wordt een gelijkblijvend bruto maandbedrag betaald (aflossing + rente)
Het aflossingsbedrag stijgt
Het rentebedrag daalt
Het rentebedrag daalt-> het aftrekbare bedrag daalt -> het belastingvoordeel daalt
Het bruto maandbedrag blijft gelijk en het belastingvoordeel daalt -> netto maandbedrag stijgt

A
Lineaire hypothecaire lening
B
Aflossingsvrije hypothecaire lening
C
Annuïteiten hypothecaire lening

Slide 22 - Quizvraag

Nationale Hypotheek Garantie (NHG)

Video
Noem daarna één kenmerk. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat weet je Nationale Hypotheek Garantie?
N.a.v. de video
Noem minimaal één onderdeel.

Slide 25 - Open vraag

Nationale Hypotheek Garantie (NHG)
  • Een klant die een lening afsluit, kan Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aanvragen.
  • Bevorderen eigenwoningbezit
  • Extra zekerheid voor geldgever: lagere hypotheekrente + eerder willen verstrekken
  • Verstrekt door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).
  • Deze stichting staat borg = levert de executieverkoop (gedwongen verkoop) van de woning onvoldoende op om de lening af te lossen dan betaalt deze stichting het restant aan de kredietverstrekker.
  • Soms kwijtschelding restschuld door NHG

Slide 26 - Tekstslide

d.d. 29-01-2025

Hoe langer de rente vast
-> hoe meer zekerheid -> hoe hoger rente

Slide 27 - Tekstslide

Nationale Hypotheek Garantie (NHG)
  • Eenmalige kosten van x% van de hoofdsom van de lening voor geldnemer.
  • Er gelden bepaalde voorwaarden onder meer op het gebied van: de lening, de woning, de geldnemer, de maximale hypotheek
  •  Kan bij bestaande woning en nieuwbouwwoning.
  •  Kostengrens: aankoopprijs mag niet hoger zijn dan een bepaald bedrag = gemiddelde woningwaarde in Nederland (2025 € 450.000,00)

Slide 28 - Tekstslide

1. Een voordeel van een hypothecaire lening met NHG is dat het een hogere rente heeft dan een hypothecaire lening zonder NHG
2. Een hypotheekrecht kan alleen op registergoederen gevestigd worden.
timer
1:00
A
1. Juist 2. Juist
B
1. Juist 2. Niet juist
C
1. Niet juist 2. Juist
D
1. Niet juist 2. Niet juist

Slide 29 - Quizvraag

Hypothecaire lening aanvraag

Belangrijkste onderdelen bij de beoordeling:
1. Bruto jaarinkomen
2. Waarde woning
3. Moraliteit en betalingsverplichtingen

Slide 30 - Tekstslide

Hypothecaire lening aanvraag

1. Bruto jaarinkomen
 
  • Vast contract
  •  Ingewikkelder bij tijdelijk contract, uitzendkracht, ondernemer (o.a. ZZp-er) vanwege de continuïteit van het inkomen
  •  Vanaf 10 jaar voor AOW-leeftijd rekening houden met het lagere inkomen bij AOW/pensioen

Loan-to-income (LTI)

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Hans heeft een bruto inkomen van €63.000. Stel dat bij dit inkomen een woonquote van 22% hoort.
Vraag
1. Hoe hoog mogen de woonlasten van Hans zijn?
2. Hoe hoog mogen de woonlasten van Hans zijn als hij een doorlopend krediet heeft van €15.000 met een opgenomen saldo van €8.000? Bij een doorlopend krediet moet er op jaarbasis 24% van de limiet als lasten meegenomen worden per jaar (dus 2% per maand).

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

De woonquote is het % van het netto jaarinkomen dat besteed mag worden aan de lasten van een hypothecaire lening.


A
Juist
B
Niet juist
C
Geen idee

Slide 38 - Quizvraag

Hypothecaire lening aanvraag

2. Waarde woning

Taxatierapport
Leidend is de marktwaarde. 

Lenen? Maximaal 100% van de marktwaarde.

Loan-to-value (LTV)

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Welke woningwaarde is van belang in de aanvraag van een hypothecaire lening?
A
Herbouwwaarde
B
Executiewaarde
C
Marktwaarde
D
WOZ-waarde

Slide 42 - Quizvraag

Vul aan: De marktwaarde is van invloed op de hoogte van de hypothecaire lening, omdat...
A
de waarde van de woning als zekerheid dient voor de te verstrekken financiering
B
de geldverstrekker een lening wil verstrekken die passend is bij het inkomen van de klant = voorkomen van overkreditering
C
het iets zegt over de moraliteit van de klant
D
geen van de antwoorden is juist

Slide 43 - Quizvraag

Hypothecaire lening aanvraag

3. Moraliteit en betalingsverplichtingen
 
-> Hulpmiddel Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van BKR (Bureau Krediet Registratie) Besproken bij Consumptief krediet

Slide 44 - Tekstslide

Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van BKR (Bureau Krediet Registratie)
Alle hypothecaire leningen worde geregistreerd.

A
Juist
B
Niet juist

Slide 45 - Quizvraag

Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van BKR (Bureau Krediet Registratie)
! Hypothecaire leningen worden niet geregistreerd.  Tenzij er sprake is van een achterstand van 90 dagen dan wordt er wel een registratie gedaan.

De registratie blijft staan totdat je de achterstand hebt ingehaald en er een herstelmelding is gedaan. De registratie blijft vervolgens 5 jaar zichtbaar.

Slide 46 - Tekstslide

Welke taxatiewaarde komt in het taxatierapport van een erkende taxateur voor?


A
Marktwaarde
B
WOZ-waarde
C
Koopprijs
D
Executiewaarde

Slide 47 - Quizvraag

Door wie wordt de WOZ-waarde van een woning bepaald?


A
Een erkende taxateur
B
De gemeente
C
De eigenaar van de woning
D
De makelaar

Slide 48 - Quizvraag

Zelf aan de slag 
Opdracht 18 Hypothecair krediet: starten
Volgende les verder aan werken.

Slide 49 - Tekstslide

Vragen?

Slide 50 - Tekstslide