13.1 + 13.2 herhaling

Hoe kauwen dieren?
Dieren kunnen we verdelen in drie groepen:
- Planteneter (herbivoren) 
- Vleeseters (carnivoren)
- Alleseters (omniforen)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare school

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoe kauwen dieren?
Dieren kunnen we verdelen in drie groepen:
- Planteneter (herbivoren) 
- Vleeseters (carnivoren)
- Alleseters (omniforen)

Slide 1 - Tekstslide

???

Slide 2 - Tekstslide

???

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kauwen dieren?
Planteneters - bijv. koeien
Plooikiezen malen het plantaardigvoedsel fijn

Vleeseters - bijv. honden
Grotere scherpere hoektanden en knipkiezen zo verscheuren ze hun prooi.

Alleseters - bijv. mensen en varkens. Zij eten plantaardig en dierlijk voedsel.
Snijtanden en hoektanden om het eten los te knippen en knobbelkiezen om het eten goed te malen

Slide 4 - Tekstslide

Waardoor zijn honden slanker dan koeien?
Plantencellen hebben een celwand en zijn doordoor moeilijk fijn te kauwen en te verteren.

Het verteren van voedsel bij planteneters lukt daarom alleen als het lang genoeg in het verteringsstelsel zit. Planteneters hebben een lange darm die opgepropt zit in de buik. 

Dierlijke cellen hebben geen celwand en zijn daardoor makkelijk fijn te kauwen en te verteren.

Doordat er geen celwand aanwezig is is het vlees makkelijker te verteren en is het verteringsstelsel korter. Hond: 



Slide 5 - Tekstslide

Energiebalans
Energie is nodig om te bewegen, cellen te maken, op temperatuur te blijven etc. 
De energiebalans geeft aan hoeveel een dier binnenkrijgt en hoeveel een dier besteedt.

E = energie
B = bewegen       
P = produceren nieuwe cellen
T = temperatuur  
U = poep, plas, zweet 

Slide 6 - Tekstslide

Fotosynthese
Via hun wortels komen planten aan mineralen en water

Met hun bladeren halen ze koolstofdioxide uit de lucht.

Hiervan maken planten voedingsstoffen. Alles begint met glucose

Slide 7 - Tekstslide

Fotosynthese

Slide 8 - Tekstslide

Glucose en dan?
Van glucose maken planten weer andere stoffen:

zetmeel - reservevoedsel / brandstoffen
eiwitten - bouwstoffen
vetten - reservevoedsel / brandstoffen
vitaminen - beschermendestoffen

Slide 9 - Tekstslide

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Camouflage: niet opvallen in de omgeving

Slide 10 - Tekstslide

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Mimicry: lijken op een ander 
(giftig) dier

Slide 11 - Tekstslide

Waardoor worden organismen niet gegeten?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Eencelligen

Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan (diffusie).


Het oppervlak is groot genoeg en het celmembraan is 1 cellaag dik

Slide 14 - Tekstslide

Ademhaling insect
Bij insecten gaat de ademhaling via het achterlijf.
In de zijkanten van het lijf zitten kleine openingen, stigmata. 
Via die stigmata gaat het door een serie sterk vertakte buizen, tracheeën.

Slide 15 - Tekstslide

Diffussie
Bij diffussie wordt de concentratie in het ene gebied gelijk gemaakt met die in het andere gebied. 

Daarbij stroomt de zuurstof van plekken met een hoge concentratie naar plekken met een lage concentratie

Slide 16 - Tekstslide

Diffusie 

Slide 17 - Tekstslide

Hoe krijgen vissen zuurstof?
Vissen nemen met hun kieuwen zuurstof uit het water op. 
De meeste vissen hebben aan beide kanten kieuwen.

Slide 18 - Tekstslide

Tegenstroomprincipe
  • Stroomrichting van bloed tegengesteld aan richting van het water
  • Als het zelfde kant opstroomt is er alleen in het begin uitwisseling
  • Als het tegengesteld stroomt, is er de gehele tijd uitwisseling

Slide 19 - Tekstslide

Gaswisseling plant
Fotosynthese.

Huidmondjes regelen inlaat en uitlaat van gaswisseling. 

Overdag: teveel zuurstof, naar de omgeving.
's Nachts: te weinig zuurstof, dus opgeslagen zuurstof gebruiken

Slide 20 - Tekstslide

Indeling op basis van celkenmerken 

Slide 21 - Tekstslide