BVJ TH 3 Ordening bs. 1 & 2

Thema 3 Ordening
Deze les: 
  • Introductie thema 3 Ordening
  • §3.1 Steeds kleinere groepen

Weektaak:
  • Opdracht 2 t/m 9 van §3.1
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Ordening
Deze les: 
  • Introductie thema 3 Ordening
  • §3.1 Steeds kleinere groepen

Weektaak:
  • Opdracht 2 t/m 9 van §3.1

Slide 1 - Tekstslide

De inhoud van je etui ordenen
Wat ga je doen? Je gaat de inhoud van je etui ordenen. 
Orden alles op basis van een kenmerk.

Leg bijvoorbeeld alle kleurpotloden bij elkaar, alle pennen bij elkaar etc. 
of leg de spullen in je etui bij elkaar op basis van kleur/ vorm. 

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Het Ordenen van je etui

Slide 3 - Tekstslide

§3.1 Steeds kleinere groepen
  • Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
  • Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  • Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk.

Slide 4 - Tekstslide

Ordening
Er zijn 1,8 miljoen verschillende soorten organismen bekend

Door te ordenen kunnen we beter overzichtelijk maken hoeveel en welke soorten er allemaal zijn

Slide 5 - Tekstslide

Ordening in de biologie
  • Kenmerken van cellen en DNA worden gebruikt om organismen te ordenen.  
  • De twee hoofdgroepen zijn de prokaryoten en eukaryoten

Slide 6 - Tekstslide

Ordening in de biologie
  • De twee hoofdgroepen zijn de prokaryoten en eukaryoten
  • Deze kan je weer onderverdelen in zeven rijken:

Slide 7 - Tekstslide

Prokaryoten
Eukaryoten

Slide 8 - Tekstslide

Prokaryoten
Prokaryoten hebben geen celkern (wel DNA), wel een celwand, geen bladgroenkorrels en zijn eencellig

Er zijn 2 rijken
  1. de bacteriën 
  2. de archaea (oerbacteriën)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Steeds kleinere groepen



Bij de verdere indeling
van de rijken ontstaan
steeds kleinere groepen

Slide 11 - Tekstslide

Steeds kleinere groepen

Zoek op internet de indeling van de 'Abies nordmanniana' op en noteer de Latijnse namen van rijk t/m soort in je schrift! 
De
Rode
Slang
Kan
Op
Freeks
Gezicht
Sabbelen

Slide 12 - Tekstslide

Abies nordmanniana

Slide 13 - Tekstslide

Thema 3 Ordening
Deze les: 
  • 3.1 Steeds kleinere groepen opfrissen
  • 3.2 Overeenkomst en verwantschap

Nieuwe weektaak:
  • Opdracht 1 t/m 9 van §3.2 
  • Opdracht 1 t/m 7 van §3.3

Slide 14 - Tekstslide

§3.1 Steeds kleinere groepen
  • Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
  • Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  • Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk.

Slide 15 - Tekstslide

Even opfrissen!
Doe je boek dicht

Ga naar LessonUp en log in met de les code

Slide 16 - Tekstslide

Op basis van wat doen we bij biologie alle organismen ordenen?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Bepaalde kenmerken
D
Leeftijd

Slide 17 - Quizvraag

Bij welk rijk hoort cel 1 ?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 18 - Quizvraag

Bij welk rijk hoort cel 2 ?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 19 - Quizvraag

Geef de juiste volgorde van het ordenen naar een steeds kleinere groep.
A
Domein -> rijk -> klasse -> familie -> stam -> geslacht -> soort -> orde
B
Domein-> rijk -> stam -> klasse -> orde -> familie -> geslacht -> soort
C
Rijk -> klasse -> stam -> domein -> soort -> geslacht -> familie -> stam
D
Soort -> geslacht -> familie -> orde -> klasse -> stam -> rijk -> domein

Slide 20 - Quizvraag

Bij welk rijk hoort cel 3 ?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 21 - Quizvraag

Bij welk rijk hoort cel 4 ?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 22 - Quizvraag

§3.2 Overeenkomst en verwantschap
  • Je kunt soorten en rassen onderscheiden. 
  • Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap. 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe meer overeenkomst twee organismen vertonen, hoe meer ze bij dezelfde groepen worden ingedeeld.
Lijken op elkaar, zitten in dezelfde familie
Lijken niet elkaar, zitten niet eens in zelfde rijk

Slide 24 - Tekstslide

Soort
Soms lijken dieren heel erg op elkaar, maar behoren ze niet tot dezelfde soort!

Slide 25 - Tekstslide

Soort
Organismen behoren alleen tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Zezel
Een Zezel, een kruising van een zebra en een ezel. Kan zelf geen veulens krijgen. 
Lijger
Kruising van Leeuw en tijger, is onvruchtbaar
Scheit
Een kruising tussen een geit en een schaap. Is onvruchtbaar. 

Slide 27 - Tekstslide

Ras
Een soort kan uit verschillende rassen bestaan.
Bijvoorbeeld alle hondenrassen behoren tot de soort hond.

Slide 28 - Tekstslide

Evolutie
Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.

Slide 29 - Tekstslide

Verwantschap
De tijger en de leeuw zijn hier meer aan elkaar
verwant dan de tijger en de aap.

Hoe langer geleden twee soorten zijn ontstaan uit
een gemeenschappelijke voorouder, hoe minder
verwant ze zijn.

Hoe meer verwant soorten zijn,
hoe meer overeenkomsten hun DNA vertoont.

Slide 30 - Tekstslide

DNA-sequencing
  • Het DNA van organismen die tot dezelfde soort behoren lijkt erg veel op elkaar
  • Door DNA onderzoek kunnen biologen er achter komen of twee soorten verwant zijn. 

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht 1 t/m 9 van 3.2


Slide 32 - Tekstslide

Thema 3 Ordening
Volgende les: 
  • 3.2 Overeenkomst en verwantschap opfrissen
  • 3.3 Dieren

Nieuwe weektaak:
  • Opdracht 1 t/m 9 van §3.2 
  • Opdracht 1 t/m 7 van §3.3

Slide 33 - Tekstslide