SPV 27 - Verhalen vertellen

Verhalen vertellen en presenteren
Spreekvaardigheid
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verhalen vertellen en presenteren
Spreekvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe je een verhaal aantrekkelijk maakt om naar te luisteren;  
- hoe je spanning in een verhaal kunt opwekken; 
- waar je op moet letten bij het overbrengen van je verhaal. 

Slide 2 - Tekstslide

Verhalen vertellen
Al sinds de mens bestaat, worden er verhalen verteld. Sommige verhalen worden opgeschreven en van sommige wordt een film of een serie gemaakt. 

Veel verhalen worden ook verteld. We gaan ons nu focussen op hoe je een verhaal succesvol op je publiek kunt overbrengen. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je een verhaal?
Een losse verzameling feitjes, maakt nog geen verhaal. 
De informatie die je overbrengt kan nog zo sterk of grappig zijn, maar als jij het niet op de juiste manier brengt, boei je je lezers alsnog niet. 

In deze les bespreken we een aantal zaken waarop je moet letten bij het overbrengen van je verhaal. 

Slide 4 - Tekstslide

Spanningsboog
Om jouw verhaal interessant te maken om naar te luisteren, is het belangrijk dat de lezer kan meedenken met de hoofdpersoon. 

Zorg voor spanning, door de afloop niet meteen duidelijk te laten zijn en bouw de gebeurtenissen langzaam op. 

Beschrijf ook de sfeer en emoties van de hoofdpersoon. 

Slide 5 - Tekstslide

Zintuiglijk vertellen
Probeer de lezer een zo goed mogelijk beeld te geven van wat er gebeurt. Zorg ervoor dat ze kunnen zien, horen, ruiken, proeven en/of voelen wat de hoofdpersoon meemaakt. 

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer de Britse schrijver Julian Barnes in zijn bejubelde roman Alsof het voorbij is een personage introduceert dat afkeer moet oproepen, schrijft hij:

Hij was fors, vlezig en had een rood gezicht; ik vond hem nogal grof. Rook ik daar een bierlucht? Zo vroeg al? Hoe kon deze man de vader zijn van zo’n elfachtige dochter?
 De zintuiglijke stijl van de Amerikaanse schrijver Paul Auster is heel overtuigend:

De geur van tijm en lavendel die rondom je opsteeg als je door de velden die aan het huis grensden liep, de geurige lucht, de krachtige lucht wanneer de wind woei, de zwoele lucht als de zon zich in het dal liet zakken en de hagedissen en salamanders uit spleten in de gesteenten naar buiten kropen ...

Slide 7 - Tekstslide

Perspectief
Kies bewust voor het perspectief dat je wilt gebruiken. Probeer hiermee te verrassen: laat bijvoorbeeld een hond vertellen wat hij ziet of laat een levenloos object de gebeurtenissen beschrijven. 

Wees hierin creatief!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wissel de directe en indirecte rede af
Zorg voor een afwisseling tussen de directe en de indirecte rede. Als je een persoon iets letterlijk laat zeggen, zorgt dat voor levendigheid. 

'Je hebt de toets ontzettend goed gemaakt', zei de docent.
De docent zei dat hij zijn toets ontzettend goed had gemaakt. 

Slide 10 - Tekstslide

Last but not least: Show, don't tell!
Probeer informatie niet alleen te vertellen; probeer er ook voor te zorgen dat de lezer het voor zich ziet. Dit kun je doen door gebruik te maken van beeldende omschrijvingen, zodat de lezer het voor zich gaat zien. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Belang van de presentatie
Het is dus belangrijk om ervoor te zorgen dat je een goed, beeldend verhaal hebt. 

Een goed verhaal alleen is echter niet alles: de manier waarop je het brengt, is ook heel belangrijk; al is de inhoud nog zo goed, als de presentatie tegenvalt, komt de boodschap niet over. 

Slide 13 - Tekstslide

Waar moet je op letten?
Bij een goede presentatie let je op de volgende zaken: 

- Uit het hoofd: probeer je verhaal zonder spiekbriefje te vertellen; leer het ook niet letterlijk uit je hoofd, maar in grote lijnen; 
- Oogcontact: probeer contact met je luisteraars te maken door ze aan te kijken. Probeer op deze manier met heel het publiek contact te maken. 

Slide 14 - Tekstslide

En verder
- Let op je toon: bij een presentatie is je stem je belangrijkste gereedschap; wissel af! Benadruk bepaalde worden; probeer af te wisselen in tempo en volume en laat emotie doorklinken. 
- Let op je houding: straal energie uit en gebruik je handen bij het praten; verander zo nu en dan van plek, maar met mate. Dit moet zorgen voor afwisseling en geen doel op zich worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag
Werk nu in alle rust aan opdracht 2 of 4 en aan 6 a en b 
op pagina 111 en 112 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video