Dag en nacht

• Wereldoriëntatie
• Taal
• +3
• Basisschool
• Groep 5,6

Introductie

Als je wakker wordt is het meestal dag en als je slaapt is het meestal nacht. Hartstikke gewoon. Maar hoe ontstaan dag en nacht eigenlijk? In deze lessenserie leren de leerlingen er alles over!

Instructies

Lesinstructie verdiepende les

Werkbladen

Verdiepende tekst

Dag en nacht

.

Dit weet ik al!

denken-delen-uitwisselen
1. Draai aan het rad. 

2. Overleg in tweetallen. 

3. Bespreek jullie antwoorden klassikaal. 

Gelukt? Draai opnieuw aan het rad!

Eigen leervragen

Wat wil jij graag weten over dag en nacht? Schrijf jouw vragen op 

en plak ze op de vragenmuur!

Wereldoriëntatie

Na deze les weet ik hoe dag en nacht ontstaan.

Dit ga je leren

Woordenschat

Na deze les begrijp 

ik de moeilijke woorden die met dag en nacht te maken hebben. 

Taal

Na deze les kan ik de informatie uit de tekst en het filmpje in eigen woorden samenvatten. Ik bereid in tweetallen een presentatie voor waarin ik mijn klasgenoten uitleg hoe dag en nacht ontstaat.

Lesdoelen

Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.

_{Verdiepende tekst}

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet kent geel. Arceer in ieder geval:

• dag in, dag uit
• de hoofdrolspeler
• voortdurend
• schijnen
• zich iets kunnen voorstellen
• als ... dan ...
• de baas zijn / bepalen

_Woordenschat

de hoofdrolspeler

De belangrijkste rol in een toneelstuk of film spelen.

De drie belangrijkste hoofdrolspelers in dit verhaal zijn de aarde, de zon en jijzelf!

de hoofdrolspeler

de bijrol

de bijrol

Een minder belangrijke rol in een toneelstuk of film spelen.

Ik heb liever een bijrol, dan hoef ik niet zoveel tekst te onthouden.

Woordenschat

Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

_Woordenschat

eten

het ontbijt

de lunch

het diner

Ga op zoek naar de betekenis van de woorden die jij had gearceerd. De hulpkaart kan je hierbij helpen. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.

groot

klein

muis

olifant

Hulpkaart

woordparaplu

woordtrap

woordkast

Woordenschat

Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.

..
.

Is deze zin WAAR of NIET WAAR?

De drie hoofdrolspelers van dag en nacht zijn de aarde, de zon en de sterren. 

Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.

Heb jij de tekst goed begrepen?

1. WAAR
2. NIET WAAR

Heb jij de tekst goed begrepen?

De aarde draait om zijn eigen as.

Hoelang doet de aarde over één rondje?

Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.

..
.

Is deze zin WAAR of NIET WAAR?

De zon schijnt altijd.

Schrijf het antwoord op je wisbordje en houd je wisbordje op het teken van je juf of meester in de lucht. Of doe mee met je eigen device.

Heb jij de tekst goed begrepen?

1. WAAR
2. NIET WAAR

_{Verwerkingsopdracht}

Uitleg

Bekijk het filmpje op de volgende slide. Probeer het filmpje zo goed mogelijk te begrijpen. Het maken van aantekeningen kan je hierbij helpen. Na het bekijken van het filmpje bereid je in tweetallen een presentatie voor waarin jullie uitleggen hoe dag en nacht ontstaat.

_{Verwerkingsopdracht}

Aan de slag!

Bereid in tweetallen een korte presentatie voor waarin jullie uitleggen hoe dag en nacht ontstaan. Is de presentatie af? Let bij het presenteren dan op de volgende punten!

We vertellen allebei informatie over het ontstaan van dag en nacht.

We gebruiken waar nodig hulpmiddelen zoals een wereldbol of een spiekbriefje. 

We praten rustig en duidelijk.

Onze presentatie duurt niet langer dan 1 minuut.

Checklist

Presenteren maar!

Leg je klasgenoten uit hoe dag en nacht ontstaan. Draai aan het rad en je ziet welk groepje gaat presenteren! Niet iedereen komt dus aan de beurt. 

Wereldoriëntatie

• Weet jij nu hoe dag en nacht ontstaan?

Terugkoppeling lesdoelen

Taal

• Begrijp jij de moeilijke woorden uit de tekst?

Taal

• Heb jij het filmpje goed begrepen? 
• Hielp het maken van aantekeningen jou om het filmpje goed te begrijpen?
• Hoe tevreden ben jij over de voorbereiding van jullie presentatie?

Heb jij de lesdoelen behaald, vind je?

Lesdoelen

Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.

Terugkoppeling eigen leervragen

• Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
• Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
• Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?
  

              Tot de volgende keer!