Schaal

Schaal
- Wat is schaal
- Opdracht 1: kamer inrichten
- Opdracht 2: Zelf een schaal maken
-Schaal bij oppervlakte




Wat heb je nodig?
- Papier
- Pen/ potlood
- Liniaal
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GecijferdheidHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schaal
- Wat is schaal
- Opdracht 1: kamer inrichten
- Opdracht 2: Zelf een schaal maken
-Schaal bij oppervlakte




Wat heb je nodig?
- Papier
- Pen/ potlood
- Liniaal

Slide 1 - Tekstslide

Schaal
'Een schaal geeft aan wat de afmetingen van het beeld zijn ten opzichte van het origineel'


1: 4
4: 1 
het beeld             het origineel 
het beeld           het origineel 

Slide 2 - Tekstslide

- Op een kaart is de weg van Amsterdam naar Rotterdam 4 cm. De schaal is 1: 2.000.000. Hoeveel kilometer is de weg in werkelijkheid?


- Op een tekening is de sprinkhaan 12 cm hoe groot is hij in het echt wanneer de schaal 8:1 is

Slide 3 - Tekstslide

Mijn kamer is 5 meter x 4 meter
De schaal is 1: 50
Teken de plattegrond van mijn kamer
Schaal cm
Echt cm
1. Vul de schaal in in de tabel
2. Is de maat die je gekregen hebt het model of de werkelijkheid
3. Vul de maat in 
4. Gebruik een verhoudingstabel om bij het juiste antwoord te komen

Slide 4 - Tekstslide

Mijn bed is 2 m bij 120 cm.
Teken mijn bed in de kamer 
De schaal is nog steeds 1:50
1. Vul de schaal in in de tabel
2. Is de maat die je gekregen hebt het model of de werkelijkheid
3. Vul de maat in 
4. Gebruik een verhoudingstabel om bij het juiste antwoord te komen

Slide 5 - Tekstslide

Teken in de kamer (1:50):

Een kast van 2,5 meter x 10 dm
Een bureau van 120x80 cm
Een rond kleed met een diameter van 1,75 meter






Slide 6 - Tekstslide

8 cm
10 cm
bed
2,4 cm
4 cm
2 cm
5 cm
Kast
2,4 cm
1,6 cm
3,5 cm

Slide 7 - Tekstslide

Deel 1
1. Kies een voorwerp in het lokaal. (Laptop, tafel, schrift)
2. Meet het op
3. bedenk zelf een schaal
4. Teken het schaal model zelf

Slide 8 - Tekstslide

Deel 2
1. Wissel met je klasgenoot je tekening+ de schaal uit
2. weet jij de juiste maten van het voorwerp van je duo?

3. Gelukt? kies een nieuw persoon uit
4. Wissel je voorwerp+ tekening uit
5. Probeer achter de schaal van de andere te komen

6.Gelukt? kies weer een nieuw persoon uit
7. Wissel je voorwerp en de schaal uit
8. Teken het model juist na

Slide 9 - Tekstslide

Schaal bij oppervlakte
(Verhoudingen)

Slide 10 - Tekstslide

Hoe weet ik wat de oppervlakte is?
A
Lengte + breedte
B
Lengte+ breedte + hoogte
C
Lengte x breedte
D
Lengte x breedte x hoogte

Slide 11 - Quizvraag

Van mijn eettafel is een klein model nagebouwd, de schaal is 1:5. Het model heeft een opp. van 1m2.
Hoeveel m2 is mijn eettafel
A
5
B
10
C
20
D
25

Slide 12 - Quizvraag

1m
1m
opp= 1m x 1m= 1m2





Opp= 5m x 5m= 25m2

5m
5m
Verhouding = 1:5
Opp verhouding = 1 : 5x5  =  1:25

Slide 13 - Tekstslide

De schaal is nog steeds 1:5
De oppervlakte van het model is nu 4m2
Wat is de oppervlakte van mijn tafel?
Overleg eventueel in je groepje
1. wat is de lengte en de breedte wanneer mijn opp. 4m2 is
2. teken het model uit
3. Teken de tafel uit
4. bereken de opp.

Slide 14 - Open vraag

4m2
opp= L x B = 4
L=                       B=


L=                       B=

Opp=




m
m
Schaal= 1:5

Slide 15 - Tekstslide


Er zijn twee tuinen die zich verhouden als 1: 8
De kleine tuin heeft een oppervlakte van 7m2. Wat is de oppervlakte van de grote tuin? (overleg in je groepje)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide