Entree rekenen decimale getallen

Woensdag 18 oktober
Rekenen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 18 oktober
Rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Opening
5 minuten
Decimale getallen
20 minuten
Ffrekenen
15 minuten
Afsluiting
5 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
- Je weet wat een decimaal getal is. 
- Je weet hoe je een decimaal getal moet schrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Introductie
Hoe schrijf je de prijs van de 
komkommer als decimaal getal?

Slide 4 - Tekstslide

Decimale getallen

Slide 5 - Tekstslide

Decimaal getal
Een decimaal getal noem je ook wel een kommagetal. 

In deze getallen staat dus een komma. 
De cijfers achter de komma noem je decimalen. 


Slide 6 - Tekstslide

Decimaal getal

De getallen achter de komma hebben een waarde.

2,1 is hetzelfde als 2,10 en 2,100
Een nul erachter zetten, verandert de waarde niet. 

Slide 7 - Tekstslide

Decimaal getal

Je kunt een nul achter een getal zetten, om erachter te komen of de waarde hetzelfde is of niet. 

Kijk maar mee:
2,1 = 2,10
2,12

Je kan dus altijd nullen erachter zetten om te vergelijken. 

Slide 8 - Tekstslide

Welk getal is groter?
1,4
1,48

Slide 9 - Poll

Honderdveld
Het getal 435, 145

Honderdtal = 
Tiental = 
Eenheid = 
Tienden = 
Honderdsten = 
Duizendsten = 

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 1
Het volgende hectometerpaaltje is 39,8.

Hoeveel meter is dat nog?


Slide 11 - Tekstslide

Opgave 2
1000 meter = 1 kilometer

Hoe schrijf je 1400 meter op in kilometers?


Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 13 - Tekstslide

Mentoruur
Ffrekenen: basisvaardigheden

Slide 14 - Tekstslide