Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
cursus 5.2 deel 2
lees Geestelijken (blz. 60)
Slide 1 - Tekstslide
Geestelijken
Mensen die de hele dag met het geloof bezig waren en vertellen hoe ze moeten leven --> geestelijken. Bijvoorbeeld:
Priesters
Monniken en nonnen:
Ze leefden volgens strenge regels in afzondering van de samenleving
Ze vulden hun dagen met bidden en werken
Kloosters waren belangrijke centra van onderwijs, cultuur en wetenschap.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
maak opdracht 7 t/m 10
lees: Heren en horigen (blz. 62)
Slide 5 - Tekstslide
Heren en horigen
Op het hof van de heer woonden de horigen die in ruil voor bescherming:
werkten op stukjes land die ook eigendom van de heer waren
een deel van hun opbrengst moesten afstaan aan de heer (de pacht)
Het domein niet mochten verlaten zonder toestemming van de heer
herendienstenverrichtten (allerlei klussen op het land of de hoeve van de heer).
Slide 6 - Tekstslide
Een kasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 7 - Tekstslide
Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden
het land als er oorlog was.
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).
Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding
!
Slide 8 - Tekstslide
afmaken cursus 5.2
Slide 9 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 10 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen