Directe en indirecte rede:
1. Directe rede: je schrijft woord voor woord op wat iemand letterlijk zegt.
Dit noem je ook wel een citaat. Je gebruikt hierbij aanhalingstekens.
Jasmijn zei: 'Ik ga vanmiddag mijn wiskunde leren.'
'Ik ga vanmiddag mijn wiskunde leren', zei Jasmijn.
2. Indirecte rede: je omschrijft of herhaalt wat iemand zei en werkt niet met aanhalingstekens.
Jasmijn zei dat ze vanmiddag haar wiskunde gaat leren.