De WVGGZ uitgelegd

De WVGGZ uitgelegd
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De WVGGZ uitgelegd

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de WVGGZ is en wat de wet inhoudt.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de studenten de leerdoelen van de les.
Wat weet je al over de WVGGZ?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies


Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke wetten heb je ook al weer?

Slide 6 - Woordweb

Deze wetten:
Wzd (wet voor zorg en dwang)
Wvggz (wet verplichte GGZ)
Wlz (wet langdurige zorg)
Wmo (wet maatschappelijke ondersteuning)
WGBO (wet geneeskundige behandelovereenkomst)
ZVW (zorgverzekeringswet)

Wat is de WVGGZ?
De WVGGZ staat voor Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg. Deze wet is van kracht sinds 1 januari 2020.

Slide 7 - Tekstslide

Leg kort uit wat de WVGGZ is en wanneer deze wet is ingegaan.
Waarom is de WVGGZ er?
De WVGGZ is er om mensen met een psychische stoornis te helpen en te beschermen. Het doel is om verplichte zorg zoveel mogelijk te voorkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom de WVGGZ er is en wat het doel van de wet is.
Waarvoor probeert de WVGGZ verplichte zorg te voorkomen?
A
Om het welzijn van patiënten te waarborgen
B
Om patiënten te straffen
C
Om patiënten te isoleren
D
Om kosten te besparen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de WVGGZ?
A
Mensen met psychische stoornissen helpen en beschermen
B
Het negeren van mensen met psychische stoornissen
C
Het isoleren van mensen met psychische stoornissen
D
Het bestraffen van mensen met psychische stoornissen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie valt onder de WVGGZ?
Mensen die een psychische stoornis hebben en een gevaar zijn voor zichzelf of anderen, kunnen onder de WVGGZ vallen.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wie er onder de WVGGZ kan vallen.
Hoe werkt de WVGGZ?
De WVGGZ is er om verplichte zorg zoveel mogelijk te voorkomen. Als het toch nodig is, moet er een zorgmachtiging worden aangevraagd. Hierbij wordt gekeken naar de ernst van de situatie en of er andere mogelijkheden zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Leg kort uit hoe de WVGGZ werkt en wat er gebeurt als verplichte zorg nodig is.
Wat houdt verplichte zorg in?
Verplichte zorg is zorg die iemand moet krijgen, ook als hij of zij dat niet wil. Dit kan bijvoorbeeld gaan om medicijnen of opname in een instelling.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat verplichte zorg is en geef voorbeelden.
Rechten en plichten
Iemand die onder de WVGGZ valt, heeft rechten en plichten. Zo heeft hij of zij recht op goede zorg en informatie en moet er rekening gehouden worden met zijn of haar wensen en voorkeuren. Ook heeft hij of zij de plicht om mee te werken aan de zorg.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat de rechten en plichten zijn van iemand die onder de WVGGZ valt.
Samenvatting
De WVGGZ is een wet die er is om mensen met een psychische stoornis te helpen en te beschermen. Het doel is om verplichte zorg zoveel mogelijk te voorkomen. Als het toch nodig is, moet er een zorgmachtiging worden aangevraagd. Iemand die onder de WVGGZ valt, heeft rechten en plichten.

Slide 15 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.