3.1

Stunde 3.1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Stunde 3.1

Slide 1 - Tekstslide

Programm dieser Stunde 

1. Warum Lesefertigkeit
2 Die Rolle von Wortschatz 
3. Lesen üben
4. Lernzielcheck 
Am Ende dieser Stunde ......

- weiß ich warum Wortschatz wichtig ist und wozu ich das brauche
- habe ich mindestens 10 neue Wörter aufgeschrieben


Slide 2 - Tekstslide

Lesefertigkeit ist...
... wichtig für das Abitur

Gute Wortschatz ist notwendig
Deshalb jede Stunde viele Wörter aufschreiben 

Slide 3 - Tekstslide

Die Rolle von Wortschatz
Singapore 60%​
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen -. We hebben geen - meer. Singapore is maar een - - met een - - -. We - met - - dat we niet - kunnen. - - ik - een - met een - aan - -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van -, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 4 - Tekstslide

Vul hier in: wie, wat, waar, wanneer en hoe?

Slide 5 - Open vraag

Die Rolle von Wortschatz
Singapore 70%​
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen -. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de - - van -, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 6 - Tekstslide

Vul hier in: wie, wat, waar, wanneer en hoe?

Slide 7 - Open vraag

Die Rolle von Wortschatz
Singapore 80%​
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking. We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met een - aan beide -, het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 8 - Tekstslide

Vul hier in: wie, wat, waar, wanneer en hoe?

Slide 9 - Open vraag

Die Rolle von Wortschatz
Singapore 90%​

We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We - met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 10 - Tekstslide

Vul hier in: wie, wat, waar, wanneer en hoe?

Slide 11 - Open vraag

Die Rolle von Wortschatz
Singapore 100%​

We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen keuze meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Vanzelfsprekend gun ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale wijze van wonen, maar dat is een niet meer te verwezenlijken droom geworden.

Slide 12 - Tekstslide

Schlussfolgerung:
Veel Duitse woorden kennen is erg belangrijk. Je moet 80 tot 90% van de woorden in een tekst snappen om goed te begrijpen waar de tekst over gaat. 
Maar ook: leesstrategieën toepassen

Die Rolle von Wortschatz

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Leesestafette
- MC strijd
- Elk een alinea (2 min om te lezen)
- Gezamenlijke samenvatting maken


Slide 15 - Tekstslide

Schwierige Wörter? Fragen?

Slide 16 - Woordweb

Samenvatting:
Samenvatting tekst 11 KB 2018 leestekst tijdvak 1:
Het ontstaan van de Jeans is te danken aan handelaar Levi Strauss en Jacob Davis. Levi Strauss merkte dat de broeken die arbeiders veel moeten uithouden. Daarom bedacht hij een broek voor vollere mannen, die sterker/stabieler was door middel van versterkte zakken. Ook werd de broek gemaakt uit een bijzondere stof, die Serge de Nimes heette. Later wordt deze afgekort en wordt deze stof Denim genoemd. Deze broeken werden een succes onder arbeiders. Deze broeken vielen later ook in de smaak bij de jeugd en werden hierdoor niet meer beschouwd als alleen broeken voor arbeiders. Er is wat onenigheid over het doel van het kleine zakje aan de zijkant van de broek. Deze is bedoeld voor de waardevolle horloges van de werknemers waarvoor de broek origineel bedacht was.

Slide 17 - Tekstslide

Seit wann werden Jeans nicht mehr nur als Arbeitshosen getragen? (Absatz 3)
A
seit die Jugend sie zu tragen anfing
B
seit man auch andere Modelle entwarf
C
seit man sie in der Freizeit tragen durfte
D
seit sie auch in Europa bekannt wurden

Slide 18 - Quizvraag

Worauf weist der Name ‘Denim’ hin? (Absatz 4)
A
auf das allererste, ursprüngliche Levi’s Jeans Modell
B
auf das spezielle Material, aus dem Levi Jeans herstellte
C
auf die Stadt, wo die erste europäische Jeans produziert wurde

Slide 19 - Quizvraag

Wofür wird die kleine Tasche in die rechte Hosentasche benutzt?
A
Kleingeld
B
Dekoration
C
Taschenuhren

Slide 20 - Quizvraag

Lesen üben
timer
30:00

Slide 21 - Tekstslide

timer
20:00
Schwierige Wörter

Slide 22 - Woordweb

Hausaufgaben
Mitbringen zur Klasse: Wörterbücher Deutsch-Niederländisch und Niederländisch-Deutsch

Slide 23 - Tekstslide

KaDeWe Escaperoom
Was ist das KaDeWe?
Was ist ein Escaperoom?

Wichtig! Du darfst  einzelne Wörter  aufsuchen auf www.uitmuntend.de, aber du sollst die Wörter mit Übersetzung aufschreiben in deinem Heft.


Slide 24 - Tekstslide

KaDeWe Escaperoom
Hilfe!
Freunde! 
Wir sind auf der Flucht! Ihr müsst uns helfen! Wir haben nicht viel Zeit..... 
Dagegen wartet euch eine große Belohnung....

Slide 25 - Tekstslide

Tip bei Frage 1
https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLScWurjUtc7tV4eqAf9B5f7qx5QYTN6gB_U1H7XvUZ8ZMCNV8A/formResponse


Löst das Bilderrätsel
Wer war das?
Bundeskanzlerin Merkel

timer
30:00

Slide 26 - Tekstslide

Lernzielcheck
- weiß ich warum Wortschatz wichtig ist und wozu ich das brauche

- weiß ich was wir diese Periode machen werden

- habe ich mindestens 10 neue Wörter aufgeschrieben

Slide 27 - Tekstslide

Warum ist Wortschatz notwendig?

Wofür brauche ich Wortschatz?

Slide 28 - Open vraag

Was machen wir in dieser Periode?

Slide 29 - Open vraag

Welche 10 Wörter hast du dazu gelernt?

Slide 30 - Woordweb