§ 2.2 De spreiding van wereldsteden

Welkom
- telefoon in de telefoontas
- jassen uit (ook niet in het lokaal)
- spullen op tafel (geen laptop)

Even kletsen tot ik wil beginnen. Dus als ik voor de klas ga staan
-> Stil zijn als ik wil beginnen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- telefoon in de telefoontas
- jassen uit (ook niet in het lokaal)
- spullen op tafel (geen laptop)

Even kletsen tot ik wil beginnen. Dus als ik voor de klas ga staan
-> Stil zijn als ik wil beginnen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Eerst 10 minuten zelf lezen, nakijken 2.1/ 2.2
Uitleg 2.2 (20 min)
Zelf werken
Topo zelf zoeken in atlas (ik deel de lijst uit)

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Je begrijpt het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen.

Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

Verstedelijkingsgraad
Het percentage van de bevolking in een land dat in de stad woont.
Verstedelijkingstempo
Het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad toeneemt.

Slide 5 - Tekstslide

Stedelijk netwerk
In rijke landen: meerdere grote steden verspreid over het land (denk maar aan Nederland). Vaak zijn de steden met elkaar verbonden = steden dicht bij elkaar werken veel samen = een stedelijk netwerk. 

Slide 6 - Tekstslide

Alle stedelijke netwerken in Nederland.
Arnhem en Nijmegen werken veel samen = een stedelijk netwerk.

Slide 7 - Tekstslide

Primate City
In armere landen: er is vaak één grote megastad die veel groter én belangrijker is dan de tweede stad van dat land. Deze liggen vaak aan de kust. Voorbeeld: Thailand = Bangkok, 8 miljoen inwoners. De tweede stad = Nonthaburi, 500 000 inwoners. 

In rijkere landen: Parijs, 2,2 miljoen inwoners. De tweede stad = Marseille, 861 000 inwoners. 

Slide 8 - Tekstslide

Verklaring stedelijke spreiding (1)
Steden liggen niet zomaar ergens, er zijn drie factoren die een rol spelen:

1. De kenmerken van het gebied: 
Steden liggen vaak in vlakke, vruchtbare gebieden. Bijna altijd bij water: aan de kust of aan een rivier. Dat was/ is handig voor de handel. 
= de absolute ligging.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Verklaring stedelijke spreiding (2)
De relatieve ligging: de ligging van een stad ten opzichte van andere plaatsen. Parijs ligt bijvoorbeeld gunstig: midden in het land met goede verbindingen naar andere steden.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Relatieve ligging grote steden

Slide 16 - Tekstslide

Verklaring stedelijke spreiding (3)
Het koloniale verleden. In vroegere koloniën/ de armere landen liggen veel steden aan de kust in verband de haven. Zo'n stad is goed te herkennen: het heeft een oud stadsdeel meer richting het binnenland. En een nieuw deel dat door kolonisten was gebouwd.

Slide 17 - Tekstslide

De oude stad heeft smalle, kronkelige straten, terwijl het stratenpatroon van het nieuwe, westerse deel brede en rechten straten heeft. 
= een koloniale dubbelstad. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Steeds meer mensen in de stad

Verstedelijkingsgraad = het percentage mensen in een land dat in een stad woont. 

Verstedelijkingstempo = het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt.

Rijke landen: veel mensen wonen in de stad. Er is een hoge verstedelijkingsgraad. Het verstedelijkingstempo is laag. 

Arme landen: er wonen niet veel mensen in de stad. Er is een lage verstedelijkingsgraad. Het verstedelijkingstempo is er hoog. 

Slide 20 - Tekstslide

Vestigingsoverschot
Het positieve verschil tussen het aantal mensen dat vertrekt en dat zich vestigt.
> er komt meer bij dan dat er weggaat.

Voorbeeld: als een stad groeit omdat mensen van het platteland/dorp naar de stad verhuizen. Vaak jonge mensen die op zoek zijn naar een betere of leukere toekomst in de stad. En daar soms ook een gezin krijgen.


Slide 21 - Tekstslide

In welk werelddeel zal de verstedelijkingsgraad de komende jaren het meeste toenemen? Hoe kun je dat zien?

Slide 22 - Tekstslide

WAUW! DIT WEET JE AL :-)

  • Megastad
  • Wereldstad
  • Hoofdstad
  • Leven in een mega/wereldstad
  • Stedelijk netwerk
  • Spreiding van steden
  • Koloniale dubbelstad
  • Verstedelijkingsgraad/tempo
  • Vestigingsoverschot
EN WAT VOND JE LASTIG???


Slide 23 - Tekstslide

Volgende les
Schaalrekenen en topo

Nu Nakijken 2.2
Nu lezen en maken 2.3

Slide 24 - Tekstslide

Volgende les
Tot de volgende les of in Teams

Slide 25 - Tekstslide