2.1 Wat is sociaal gedrag - 2.2 Samen sterker

HOE WIL IK MET ANDEREN OMGAAN?
2.1 Wat is sociaal gedrag?
2.2 Samen sterker?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

HOE WIL IK MET ANDEREN OMGAAN?
2.1 Wat is sociaal gedrag?
2.2 Samen sterker?

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
  • Je kent de belangrijkste functie van omgangsvormen en sociale vaardigheden.
  • Je kunt van enkele positieve eigenschappen de voordelen en mogelijke nadelen noemen.
  • Je bent je ervan bewust dat sociale vaardigheden per groep en situatie verschillen.
Respect
Gelijkheid
Beleefdheid

Sportiviteit

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het aanleren van sociaal gedrag?

Socialisatie

=

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire Socialisatie  =

Aanleren van normen en waarden binnen een gezin.
Secundaire Socialisatie = 

Leren van vrienden, klasgenoten, teamgenoten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Goed gedrag = alle manieren om rekening met elkaar te houden

omgangs-vormen
sociaal gedrag

Bij sociaal gedrag horen bepaalde vaardigheden:

  1. Contact maken met anderen
  2. Samenwerken
  3. Afspraken nakomen
  4. Respectvol communiceren
  5. Omgaan met emoties
  6. Omgaan met kritiek
  7. Regels v/d groep respecteren
  8. Je verplaatsen in anderen
  1. - iemand groeten en oogcontact maken
  2. - een ander om een reactie vragen
  3. - op tijd zijn of op tijd een afspraak afzeggen
  4. - vriendelijk of beleefd iets zeggen
  5.   als iets je irriteert, dan stel je je reactie uit
  6. - proberen te leren van de tips van een ander
  7. - op je beurt wachten in de rij bij de kassa
  8. - een mede-passagier aanbieden om haar rollator uit de bus te tillen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ASSERTIVITEIT:

Assertiviteit of zelfstandigheid wil  zeggen dat je goed voor jezelf kunt opkomen waarbij je anderen in hun waarde laat. Je bent zelfstandig en niet afhankelijk van de mening van anderen over wat jij wel of niet moet doen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


En nu jullie:

kies 1 positieve eigenschap en maak je eigen kwadrant

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • geduldig        
  • eerlijk
  • nauwkeurig
  • genuanceerd
  • grondig
  • overtuigend
  • enthousiast
  • bedachtzaam 
  • voorzichtig
  • praktisch
  • doelgericht
  • attent
  • gezellig
  • verdraagzaam
  • bescheiden
  • behulpzaam
  • diplomatiek
  • oplossingsgericht
  • flexibel
  • concreet
  • humoristisch
  • volhardend
  • betrouwbaar
  • direct
  • spontaan
  • nuchter
  • optimistisch
  • zakelijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KERNKWADRANT -
DANIËL OFMAN

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eerlijk/direct
goed nadenken voordat je iets zegt
niet spontaan, eromheen draaien
brutaal

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AGRESSIE

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maken 2.0 en 2.1 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2  Samen Sterker 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Samen sterker?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een voetbalteam werk en speel je samen. Daardoor ben je als team sterker en kun je een beter resultaat behalen. Je zou kunnen zeggen dat je in jouw rol als medespeler sociaal gedrag dient te vertonen
In een samenleving is sociaal gedrag noodzakelijk voor de leefbaarheid. Goed gedrag of sociaal gedrag betekent dat mensen rekening met elkaar houden. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed gedrag of sociaal gedrag
Sociaal gedrag is rekening houden met elkaar 
Noodzakelijk voor de leefbaarheid

Bijvoorbeeld:
  • Je zet je tas op je schoot zodat een ander kan zitten (bijv. in de bus) 
  • Je ruimt je eigen afval op
  • Je groet een ander en vraagt hoe het gaat

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Altruïsme
Een stap verder dan sociaal gedrag
Je doet iets voor een ander zonder dat je er zelf per se beter van wordt. 

Bijvoorbeeld:
  • Je gaat staan in de bus of trein zodat een ander kan zitten.
  • Je ruimt het afval van een ander op.
  • Je geeft geld aan het Wereldnatuurfonds
  • Mantelzorg 
  • Vrijwillerswerk

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Egoïsme
tegenovergestelde van altruïsme: 
vooral rekening houden met jezelf en niet met anderen. 


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal
Altruïstisch (altruïsme)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal = rekening houden met elkaar
vb.: je ruimt je eigen afval op, je schuift je stoel aan als je de klas verlaat
Altruïstisch (altruïsme) = Je houdt niet alleen rekening met een ander, je doet ook iets voor de ander, zonder dat je er zelf per se beter van wordt.
vb.: Mantelzorg (onbetaalde en langdurige zorg voor familie)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer doe jij iets voor een ander?
Kies datgene wat het meest bij jou past.
Als de ander ook iets voor mij zou doen.
Als het voor mijzelf geen nadeel oplevert.
Als ik denk dat de ander het nodig heeft.
Als ik er zelf ook iets aan heb.

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Gevers, nemers en matchers
Gevers helpen anderen
Nemers zijn met zichzelf bezig 
Matchers zitten ertussenin: voor wat, hoort wat

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken 2.0, 2.1 en 2.2

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ramos is vrijwilliger in een verpleeghuis. Hij vindt dit leuk en belangrijk. Maar de leidinggevende doet wel heel vaak een beroep op hem. Ramos moet ook studeren en werken. Daarom geeft hij het duidelijk aan wanneer het niet uitkomt. Soms gaan andere dingen voor.
A
Ramos is altruïstisch. Hij komt niet op voor zichzelf.
B
Ramos is altruïstisch. Hij komt op voor zichzelf.
C
Ramos is altruïstisch. Hij verplaatst zich niet in de leidinggevende.
D
Ramos is egoïstisch. Hij denkt meer aan zichzelf dan aan anderen.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies