1HV Ch3 révision A-C + kloktijden + werkwoorden + nieuw être

Startopdracht:
Pak je boek en ga naar blz. 130. 
Neem bron A t/m C nog eens door.
Over 5 minuten gaan we testen wat je nog weet van wat we voor de vakantie gedaan hebben.
timer
2:00
timer
5:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
Pak je boek en ga naar blz. 130. 
Neem bron A t/m C nog eens door.
Over 5 minuten gaan we testen wat je nog weet van wat we voor de vakantie gedaan hebben.
timer
2:00
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

le programme de lundi
  • révision A, B et C + revision l'heure: hele en halve uren
  • révision grammaire: werkwoorden op -er + avoir
  • grammaire D: être

Les devoirs pour mardi 7 mars:
leren werkwoorden avoir (blz 55) en donner (blz 95)
lezen blz. 112 opdr 16B

Slide 2 - Tekstslide

Wat is géén schoolvak?
A
les maths
B
la géographie
C
le dessin
D
le prof

Slide 3 - Quizvraag

Wat is géén werkwoord?
A
je vais
B
tomber
C
marrant
D
il fait chaud

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
le dessin
B
la semaine
C
mercredi
D
le matin

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord heeft niet met school te maken?
A
la matières
B
le collège
C
la récré
D
le portable

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is niet goed?
A
Il est une heures.
B
Il est deux heures.
C
Il est midi.
D
Il est minuit.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zeg je:
Het is half 3.
A
Il est deux heures et demie.
B
Il est trois heures et demie.
C
Il est deux heures et midi.
D
Il est trois heures et midi.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zeg je 12:00 's middags?
A
midi
B
minuit
C
demie
D
demi

Slide 9 - Quizvraag

Onregelmatig werkwoord avoir
In Chapitre 1 heb je het onregelmatige werkwoord avoir geleerd.
Avoir betekent hebben.

In de volgende sleepvraag moet je verschillende vormen van dit werkwoord op de goede plek zetten.

Slide 10 - Tekstslide

je /  j'
vous
elle
les chats

ai

a

avez

ont

Slide 11 - Sleepvraag

Regelmatige werkwoorden op -er
In Chapitre 2 heb je geleerd dat je een regelmatig werkwoord kunt vervoegen door:
1) eerst de stam te maken
2) daar de juiste uitgang achter te zetten

Zet in de volgende sleepvraag de werkwoorden op de goede plek.


Slide 12 - Tekstslide

tu
nous
ils
le prof

regarde

regardons

regardent

regardes

Slide 13 - Sleepvraag

Merk je dat je deze werkwoorden nog niet goed genoeg kent?
Dan is het belangrijk om de rijtjes goed in je hoofd te stampen, bijvoorbeeld door ze te oefenen op www.verbuga.eu.
Als je dit een paar dagen achter elkaar 5 minuten doet, komen de werkwoorden goed in je hoofd.
In dit hoofdstuk komt er weer een nieuw onregelmatig werkwoord bij:
être (dit betekent: zijn).
We gaan eerst naar een liedje luisteren. Misschien kun je het hierdoor beter onthouden!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Oefenen werkwoorden
Ga naar www.verbuga.eu

Oefen met de werkwoorden avoir en aimer.
Ik laat jullie zo zien wat je aan moet vinken.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Les devoirs pour mardi:
  • leren werkwoorden avoir (blz 55) en donner (blz 95)
  • lezen blz. 112

Slide 18 - Tekstslide