3. Lenen

3. Lenen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3. Lenen

Slide 1 - Tekstslide

geld lenen (kost geld...)
= vervroegen van consumptie, met als nadeel de betaling van rente               de consumptie wordt dus duurder!

bij elke lening moet je;
- rente betalen
                      - aflossen (terugbetalen)

Slide 2 - Tekstslide

verschillende soorten leningen
- hypotheek (vastgoedlening met onderpand)
- persoonlijke lening (hoge lening voor dure aankoop)
- doorlopend krediet (rood staan op je betaalrekening of webshop)
- kopen op afbetaling (bij een winkel lenen)

Slide 3 - Tekstslide

hypotheeklening
-hoog leenbedrag, alleen te gebruiken om een huis (vastgoed) mee te kopen
- relatief lage rente want:
- onderpand! (gedwongen verkoop)
- bank heeft dus grote mate van zekerheid dat het de lening terugkrijgt; hoe lager het risico hoe lager de rente
- hypotheekrente aftrekbaar (denk aan belastingschijven)

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijke lening
- lening voor grotere aankopen (nieuwe auto, badkamer, enz) 
- terugbetaling (meestal) door maandelijks vast bedrag van rente en aflossing (= annuïteit)
- vooraf afgesproken hoe snel je terugbetaalt, over hoeveel termijnen/ periodes
- hoe langer de looptijd, hoe duurder de lening
- BKR doet kredietwaardigheidstest 

Slide 5 - Tekstslide

kopen op afbetaling
- aanschaf in winkel/ webshop op krediet
- dure vorm van lenen, hoge rente
- je hoeft niet langs de bank; de winkel sluit het af
- winkelier blij; rente-inkomsten en hogere omzet
- klant blij; zonder te sparen (en dus wachten..) gelijk gewenste product mee naar huis
- in termijnen terugbetalen; 1 bedrag van rente+ aflossing

Slide 6 - Tekstslide

Hypothecaire lening
  • Hypotheek
  • Lening voor de aankoop van een huis
  • Looptijd meestal 30 jaar
  • Huis is onderpand
  • Onderpand: Als je de rente en aflossing van je hypotheek niet meer kunt betalen, mag de bank het huis verkopen om het geld terug te krijgen


3.3 Geld lenen kost geld! 

Slide 7 - Tekstslide

Persoonlijke lening

  • Bedoeld voor duurdere aankopen
  • terugbetalen in maandelijkse termijnen

termijn= aflos+ rentedeel


Slide 8 - Tekstslide

3.3 Geld lenen kost geld! 
Terugbetalen van een lening in termijnen (of termijnbedragen):

  1. Rente (de vergoeding)
  2. Aflossing (het leenbedrag)

Slide 9 - Tekstslide

Kredietkosten 

  • Kosten van de lening. Alles wat je méér terugbetaald dan je geleend hebt.
  • let op: je rekent niet met rentepercentages!

  • Kredietkosten =
  • (aantal termijnen x termijnbedrag) - lening

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijke begrippen blz. 35
  • Rente: vergoeding die je krijgt voor het uitlenen van geld. 
  • Inflatie: stijging van het algemeen prijspeil. Goederen en diensten stijgen naar verloop van tijd namelijk in prijs.
  • Koopkracht: De hoeveelheid goederen en diensten die je kan kopen van je inkomen. 

Slide 11 - Tekstslide

Soorten bankrekeningen
Betaalrekening: lopende rekening waarmee je betaald.

Spaarrekening: rekening om mee te sparen, hier ontvang je een rentepercentage op. Het geld is vrij opneembaar voor jou als rekeninghouder. 
Depositorekening: een spaarrekening waarbij je afspreekt om je geld voor langere tijd vast te zetten. Alleen met een boete kan je eerder aan je spaargeld komen. Voordeel: hogere spaarrente.  

Slide 12 - Tekstslide

3.3 Geld lenen kost geld! 

Kredietkosten =
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening
Berekenen de kredietkosten per aanbieder

Slide 13 - Tekstslide

Doorlopend krediet

  • Geld opnemen tot aan een bepaalde limiet
  • Opgenomen geld terugbetalen in termijnen
  • Net als persoonlijke lening. Maar nu mag je steeds weer geld opnemen tot aan de limiet. Dus afgeloste deel mag opnieuw geleend worden (ook weer opnieuw rente natuurlijk..)

Slide 14 - Tekstslide

Rood staan

  • negatief saldo op de bankrekening
  • Je leent dan eigenlijk van de bank --> rente!



Slide 15 - Tekstslide

Rood staan

  • negatief saldo op de bankrekening
  • Je leent dan eigenlijk van de bank --> rente!



Slide 16 - Tekstslide

3.3 Lenen --> soorten leningen
Hypothecaire lening: een lening met een huis als onderpand. 
Wanneer je de lening niet kan terug betalen kan de bank jouw onderpand verkopen.

Persoonlijke lening: is bestemd voor uitgaven ter consumptie. Maandelijkse terugbetaling van aflossing en rente. 

Slide 17 - Tekstslide

3.3 Lenen --> soorten leningen
Kopen op afbetaling: Een product kopen en over een langere termijn terugbetalen.

Doorlopend krediet: een maximumbedrag lenen indien je dat nodig hebt. Dit wordt ook wel 'rood staan' genoemd. 

Slide 18 - Tekstslide