DA BBL CVRM+Diabetes

CVRM en diabetes
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneesmiddelkennisBeroepsopleiding

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

CVRM en diabetes

Slide 1 - Tekstslide

Angina pectoris is:
A
Verminderde pompfunctie hart
B
Hartkramp door zuurstofterkort
C
Een ander woord voor een hartaanval
D
Een beroerte

Slide 2 - Quizvraag

Hartfalen is:
A
Verminderde pompfunctie hart
B
Hartkramp door zuurstofterkort
C
Een ander woord voor een hartaanval
D
Een beroerte

Slide 3 - Quizvraag

Simvastatine zorgt voor
A
Meer afbraak van cholesterol
B
Minder opname van cholesterol
C
Minder aanmaak van cholesterol
D
Bindt aan cholesterol in de darmen

Slide 4 - Quizvraag

Simvastatine kan je het beste innemen:
A
In de avond
B
In de ochtend
C
In de middag
D
Met een maaltijd

Slide 5 - Quizvraag

Mevrouw Jansen gebruikt pravastatine en krijgt spierpijn. Wat moet er gebeuren?
A
Minder sporten
B
Pravastatine in de avond innemen
C
Direct stoppen met het gebruik van statines
D
Ander statine of lagere dosering

Slide 6 - Quizvraag

Wat kan je iemand adviseren die duizelig wordt van bloeddrukverlagers?
A
Stoppen met bloeddrukverlagers
B
Dosering verhogen
C
Zittend innemen op de rand van het bed
D
Dosering verlagen

Slide 7 - Quizvraag

Lisinopril is een
A
Diureticum
B
RAAS-remmer
C
Betablokker
D
Calciumantagonist

Slide 8 - Quizvraag

Nifidipine is een
A
Diureticum
B
RAAS-remmer
C
Betablokker
D
Calciumantagonist

Slide 9 - Quizvraag

Metoprolol is een
A
Diureticum
B
RAAS-remmer
C
Betablokker
D
Calciumantagonist

Slide 10 - Quizvraag

Hydrochloorthiazide is een
A
Diureticum
B
RAAS-remmer
C
Betablokker
D
Calciumantagonist

Slide 11 - Quizvraag

Een bekende bijwerking van ACE-remmers is
A
Slapeloosheid
B
Prikkelhoest
C
Huiduitslag
D
Jeuk

Slide 12 - Quizvraag

Bij prikkelhoest bij een ACE remmer wordt het volgende gedaan:
A
Overstappen naar een betablokker
B
Overstappen naar simvastatine
C
Overstappen naar een calciumantagonist
D
Overstappen naar een AT-2 antagonist

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn (relatieve) CI's voor betablokkers?
A
Astma/COPD en Diabetes
B
Hartfalen en Diabetes
C
Angina pectoris en Astma/COPD
D
Hartfalen en Angina pectoris

Slide 14 - Quizvraag

Wat is GEEN indicatie van betablokkers
A
Podiumangst
B
Preventie van migraine
C
Hartfalen
D
Diabetes

Slide 15 - Quizvraag