Inversie en congruentie herhaling

INVERSIE en CONGRUENTIE
Herhaling
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

INVERSIE en CONGRUENTIE
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

inversie

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Quiz inversie
Kies telkens het juiste antwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Kies het juiste antwoord.
A
Vanavond ik eet frietjes en daarna gaan we naar een concert.
B
Vanavond eet ik frietjes en daarna we gaan naar een concert.
C
Vanavond ik eet frietjes en daarna gaan we naar een concert.
D
Vanavond ik eet frietjes en daarna we gaan naar een concert.

Slide 5 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
A
Waarom gaan we niet met de auto naar Brussel?
B
Waarom we gaan niet met de auto naar Brussel?

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
A
Gisteren ik ben naar de les gegaan, maar vandaag ik ga niet.
B
Gisteren ben ik naar de les gegaan, maar vandaag ik ga niet.
C
Gisteren ben ik naar de les gegaan, maar vandaag ga ik niet.
D
Gisteren ik ben naar de les gegaan, maar vandaag ga ik niet.

Slide 7 - Quizvraag

Ik drink koffie daarna ik eet taart.
A
Juist
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Dan ik wil een nieuwe auto kopen.
A
Juist
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
A
Ik was 32 jaar toen ik besloot van job te veranderen.
B
Ik was 32 jaar toen besloot ik van job te veranderen.
C
Was ik 32 jaar toen ik besloot van job te veranderen.
D
Was ik 32 jaar toen besloot ik van job te veranderen.

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
A
Hij moest hard lachen want de komiek was heel grappig.
B
Hij moest hard lachen want was de komiek heel grappig.

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
A
Voordat hij naar school fietst, hij moet eerst langs oma.
B
Voordat hij naar school fietst, moet hij eerst langs oma.

Slide 12 - Quizvraag

We zijn naar de cinema geweest en we hebben een film gezien.
A
Juist
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Ik ga slapen want ik ben moe.
A
Juist
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
A
Ik weet zeker dat heb ik mijn sleutels hier gelegd.
B
Ik weet zeker dat ik mijn sleutels hier gelegd heb.

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
A
Je kan hier enkel tennissen indien ben je ingeschreven.
B
Je kan hier enkel tennissen indien je ingeschreven bent.

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
A
Je hebt me goed geholpen toen ik veel problemen had.
B
Je hebt me goed geholpen toen had ik veel problemen.
C
Je hebt me goed geholpen toen ik had veel problemen.

Slide 17 - Quizvraag

Inversie
Zijn hier nog vragen over?

Slide 18 - Tekstslide

congruentie

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

Bijna tachtig procent van de Nederlanders noemt zich gelukkig.
A
Juist
B
Fout

Slide 21 - Quizvraag

Een groepje kinderen gingen gisteren naar het zwembad.
A
Juist
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

De musea in Rotterdam IS / ZIJN gesloten.
A
Is
B
Zijn

Slide 23 - Quizvraag

Het personeel van het ziekenhuis STAAKT / STAKEN.
A
Staakt
B
Staken

Slide 24 - Quizvraag

De potjes appelmoes ... netjes opgestapeld in het schap.
A
staan
B
staat

Slide 25 - Quizvraag

Elke zaterdag ... een groep wandelaars een kop koffie in onze lunchroom.
A
drinkt
B
drinken

Slide 26 - Quizvraag

De deelnemers van de prijsvraag ... in spanning op de uitslag.
A
wacht
B
wachten

Slide 27 - Quizvraag

Ongeveer de helft van onze
klanten ... een klantenkaart.
A
heeft
B
hebben

Slide 28 - Quizvraag

De juistheid van de cijfers werden in twijfel getrokken door de accountant.
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quizvraag

Meer dan de helft van de studenten in mijn groep zijn afwezig
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Het clubje heren waren nog lang niet uitgepraat.
A
Goed
B
Fout

Slide 31 - Quizvraag

De media besteedt veel aandacht aan de formatie van het kabinet.
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quizvraag

Volgens Van Gaal geeft de media een verkeerde weergave van de gebeurtenissen.
A
Goed
B
Fout

Slide 33 - Quizvraag

De enorme groep oproerkraaiers hadden het centrum van de stad bijna bereikt.
A
Goed
B
Fout

Slide 34 - Quizvraag

Tachtig procent van de eindexamenleerlingen is geslaagd.
A
Goed
B
Fout

Slide 35 - Quizvraag

Welke zin of zinnen zijn niet juist?
A
De media doen uitgebreid verslag van het coronavirus.
B
Drank en drugs zorgen voor veel problemen in Amerikaanse steden.
C
Een aantal bezoekers zijn onwel geworden tijdens het festival.
D
Aan de omstanders wordt verzocht zich normaal te gedragen.

Slide 36 - Quizvraag

Welke zin of zinnen zijn niet juist?
A
Eén van de dieven was heel duidelijk in beeld op de bewakingsbeelden.
B
Het personeel van de winkel zijn altijd heel hulpvaardig.
C
In Nederland zijn er veel centra voor daklozen.
D
Twintig procent van de ondervraagden verwachten snel weer een baan te vinden.

Slide 37 - Quizvraag

Congruentie
Zijn hier nog vragen over?

Slide 38 - Tekstslide