H2 - §2.1 Werken met stoffen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom in de les

Vandaag:

• terugblik §11.5
• lesdoelen §2.1
• instructie §2.1
• maken opgave uit het boek
• afsluiting les 

 

Hoofdstuk 2 - Materialen

Vragen §11.5

Terugblik

Opgave 79

Opgave 98

Opgave 98

Opgave 98

Opgave 98

H2 - §2.1 Je leert

• de betekenis van veelgebruikte veiligheidspictogrammen omschrijven;
• stoffen afmeten en wegen;
• meetinstrumenten nauwkeurig aflezen;
• stofeigenschappen van stoffen herkennen en benoemen;

Discussie!

Welke eigenschappen heeft ijzer

waardoor het makkelijk te scheiden is?

Persoonlijke veiligheid

Een veiligheidspictogram geeft aan wat het gevaar is van een stof.

Lijst

Persoonlijke veiligheid

Veiligheidspictogram

Een plaatje dat aangeeft wat het gevaar is van een stof.

zoek deze symbolen op in de BINAS

?

Welke veiligheidmaatregelen moet je nemen?

Gifwijzer (voorbeeld)

Veiligheidsmaatregelen

1. veiligheidsbril dragen om je ogen te beschermen
2. een laboratoriumjas dragen om je kleding en huid te beschermen
3. handschoenen dragen bij het werken met bijtende stoffen

Veiligheidskaart

Op een veiligheidskaart vindt :

• je de eigenschappen en gevaren van stoffen
• hoe je met die stof moet omgaan
• wat je moet doen bij een ongeluk

kaart

Stoffen hebben een massa

De massa bepaal je met een weegschaal.

De eenheid van massa = gram

Andere eenheden:

1000 kg = 1 ton

1 kg = 1000 g

1 g = 1000 mg

Stoffen hebben een massa

Stoffen nemen ruimte in: Volume

Volume bepalen met: 

een maatcilinder

aflezen

Stoffen nemen ruimte in: Volume

Volume

In sommige gevallen kun je het volume ook anders bepalen.

Volume = lengte x breedte x hoogte

10 cm

3 cm 

4 cm

V = l x b x h = 10 x 3 x 4 = 120 cm3

?

Onderdompel methode

• Vul een maatcilinder met water.
  
• Lees de maatcilinder af 
  
• Doe het voorwerp in de vloeistof (moet helemaal onder water zitten)
• Lees de maatcilinder weer af
• Bepaal het verschil tussen de twee waarnemingen
• Het antwoord is het volume van het voorwerp.

65 cm3

1

85 cm3

2

Volume = 85 - 65  = 20 cm3

3

Stofeigenschap

Aan stofeigenschappen kun je stoffen herkennen.

Stoffen die op elkaar lijken hebben een aantal dezelfde eigenschappen en een aantal verschillende eigenschappen.

o.a. geur, kleur, smaak, brandbaarheid, oplosbaarheid, kookpunt, smeltpunt en dichtheid.

De eenheid van volume is

1. cm​2​​
2. cm​3​​
3. L
4. ​cm​3​​​​g​​

Welke van de onderstaande woorden is een stofeigenschap?

1. Oplosbaarheid
2. Fase
3. Dichtheid
4. Magnetisch

Welke van de onderstaande woorden is GEEN stofeigenschap?

1. Volume
2. Smaak
3. Geleiden van warmte
4. Bestand tegen bijtende stoffen

Practicum

Volume bepalen van verschillende voorwerpen

Pak je agenda!

Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

• Lezen §2.1 uit je boek
  

• Maak alle opgaven.

Aan de slag!

Lezen §2.1 uit je boek

Maak alle opgaven.

Zs

Aan de slag!

Lezen §2.1 uit je boek

Maak alle opgaven.

Zf

Wat weet je al?

Wat staat er in een gifwijzer?

1. Welke soorten vergif er zijn.
2. Welke dingen een kindje kan inslikken.
3. Wat je moet doen, wanneer een kindje een vergiftiging heeft.

Je kind heeft chloor gedronken.
Waar kun je om advies vragen wat je moet doen?

1. De voedingswijzer
2. De gevarenwijzer
3. De schijf van vijf wijzer
4. De gifwijzer

Wat zien wij hier?

1. Toepassingsgebieden
2. Gevarensymbolen
3. Niet mengen!
4. Pictogrammen

Volume is een ...?

1. grootheid
2. eenheid

Welke stofeigenschap is hiernaast afgebeeld?

1. fase
2. oplosbaarheid
3. kookpunt
4. brandbaarheid

Is vorm een stofeigenschap?

1. ja
2. nee

Is massa een stofeigenschap?

1. ja
2. nee

Kun je nu......?

• de betekenis van veelgebruikte veiligheidspictogrammen omschrijven;
  
• stoffen afmeten en wegen;
  
• meetinstrumenten nauwkeurig aflezen;
  
• stofeigenschappen van stoffen herkennen en benoemen;

Ja, dat kan ik.

😒🙁😐🙂😃