8 min. - Gesprek over perspectieven (kennismaking met thema)Jullie gaan deze les filosoferen. Dit betekent dat iedereen goed na moet denken over vragen en zijn of haar eigen antwoord mag geven. Er zijn geen goede of foute antwoorden, alles mag gezegd worden. Zolang je maar aardig bent voor elkaar en naar elkaar luistert. Ook is het belangrijk dat je uitlegt ‘waarom’ je iets vindt. Bespreek deze afspraken met de leerlingen voor je aan het gesprek begint.
Het thema van dit programma is ‘Verder kijken’. De personen in de films kijken vanuit hun eigen perspectief, hun eigen bril, naar de wereld en de mensen om hen heen. Soms moeten ze verder kijken dan wat ze zelf denken en meer leren over de ander.
Leg uit: Iedereen heeft een eigen manier hoe hij/zij naar de dingen en mensen om hem/haar heen kijkt. Dit heet een perspectief. Dit perspectief kunnen we zien als een gekleurde bril. Als je een blauw zonnebril draagt ziet de hele wereld er een beetje blauw uit. Ieders perspectief is anders, dus iedereen draagt een andere kleur bril. Hoe jij naar de wereld kijkt, heeft te maken met de dingen die je hebt meegemaakt, de dingen die je leuk vindt, de dingen die je weet, hoe je bent opgevoed en waar je vandaan komt. Voor jou ziet de tekst op het scherm er heel normaal uit, terwijl voor iemand uit Amerika die geen Nederlands kan de tekst niets zegt. Ze kunnen dit niet lezen. En als iemand bijvoorbeeld een keer iets vervelends heeft meegemaakt met een hond, zullen ze bang zijn wanneer ze een hond op straat zien. Terwijl iemand die van honden houdt heel blij is die hond te zien! Iedereen heeft dus een eigen blik op de wereld.
Vraag de leerlingen:
Uit welke dingen kan jouw perspectief, of jouw bubbel, allemaal bestaan? Wat maakt jou allemaal jou? Laat hen voorbeelden bedenken.
Leg uit: Maar soms kan het ook zijn dat je verder moet kijken dan wat je denkt of vindt. Misschien komt de persoon die bang is voor honden er wel achter dat het een hele lieve hond is. Diegene stelt dan zijn of haar mening bij. Je leert weer iets nieuws. Jouw perspectief, of jouw bubbel, wordt vergroot.
Vraag de leerlingen:
Heb jij wel eens meegemaakt dat je eerst iets dacht over iets of iemand, wat later helemaal niet waar bleek te zijn? Waardoor kwam het dat je ineens iets nieuws leerde?
Laat de leerlingen actief een stelling beantwoorden.
De stelling is: Ik kan iets leren van mensen die anders zijn dan ik.
De leerlingen die eens zijn kunnen naar de linkerkant van het lokaal lopen en de leerlingen die oneens zijn naar de andere kant van het lokaal (alternatief: staan/zitten of hand opsteken). Geef wat leerlingen van beide kanten de kans om hun antwoord toe te lichten.
Laat de leerlingen nog een stelling beantwoorden op dezelfde manier.
De stelling is: Ik luister graag naar verhalen en perspectieven van andere mensen.