Jullie moeten 9 van de 12 historische begrippen onderaan de
pagina op zodanige wijze in het schema invullen, dat jullie tussen elk begrip in het schema een verband kunnen leggen.
Jullie krijgen per tweetal een blad waarop 9 begrippen ingevuld kunnen worden. Onderaan het blad staan 12 begrippen waar je deze 9 uit moet halen. Tussen de begrippen staan pijlen met letters. Deze pijlen stellen verbanden voor. De begrippen moeten met historische verbanden aan elkaar gekoppeld worden. De verbanden die je hebt gelegd, schrijf je op in je vragenblad.
Het is niet voldoende om losse begrippen te kennen. Bij geschiedenis moet je verbanden kunnen leggen tussen begrippen. Door deze opdracht ga je de losse begrippen meer betekenis geven. Zo creëer je meer historische context.