Oefenen Openboektoets Landschappen

Oefenen Openboektoets Landschappen
Je gaat oefenen met een aantal onderwerpen van de toepassingsparagrafen van Landschappen.

Gebruik bij de oefenopdrachten je leerboek (p. 14-17)
en je aantekenschrift.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen Openboektoets Landschappen
Je gaat oefenen met een aantal onderwerpen van de toepassingsparagrafen van Landschappen.

Gebruik bij de oefenopdrachten je leerboek (p. 14-17)
en je aantekenschrift.

Slide 1 - Tekstslide

Welke onderwerpen uit de les herken je terug in de bron?
Bron 20

Slide 2 - Woordweb

  Stroomsnelheden in een rivierbocht
In de buitenbocht van de rivier is een hoge stroomsnelheid en daardoor veel erosie.
In de binnenbocht van de rivier is een lage stroomsnelheid en veel sedimentatie.

Slide 3 - Tekstslide


  Stroomsnelheden in een rivierbocht
Leg uit hoe de stroomsnelheid van de rivier invloed 
heeft op de hoeveelheden van sediment op de
rivierbodem.

Slide 4 - Open vraag

Antwoordmogelijkheid :

Bij een hoge stroomsnelheid heeft het water voldoende kracht om grote hoeveelheden sediment mee te nemen.

Hoe meer de stroomsnelheid afneemt, hoe meer materiaal er wordt neergelegd (sediment) op de rivierbodem of op land.

Slide 5 - Tekstslide

Achtergrondfoto Mackenzie (Canada)
         vlechtende rivier
  • bovenloop van een rivier
  • hoog reliëf (= hoogteverschil )
  • hoge stroomsnelheid

Slide 6 - Tekstslide

         vlechtende rivier
  • bovenloop van een rivier
  • hoog reliëf (= hoogteverschil )
  • hoge stroomsnelheid
In een vlechtende rivier is er een hoge waterafvoer (er stroomt dus veel water op sommige momenten), maar een nóg hogere sedimentafvoer.
Achtergrondfoto Mackenzie (Canada)

Slide 7 - Tekstslide

         vlechtende rivier
  • bovenloop van een rivier
  • hoog reliëf (= hoogteverschil )
  • hoge stroomsnelheid
Het rivierwater is daarom gedwongen om kleine rivierkanaaltjes te vormen. Een mooie rivierloop kan dan niet ontstaan.
In een vlechtende rivier is er een hoge waterafvoer (er stroomt dus veel water op sommige momenten), maar een nóg hogere sedimentafvoer.
Achtergrondfoto Mackenzie (Canada)

Slide 8 - Tekstslide


Welk begrip is niet direct terug te zien in de afbeelding?
Kies uit verwering - erosie - sedimentatie
Leg je antwoord uit.
Achtergrondfoto Mackenzie (Canada)

Slide 9 - Open vraag

    Bron 18
 hard gesteente
 zacht gesteente
moeilijk te eroderen
makkelijk te eroderen
"Hoodoo"
aardpiramide

Slide 10 - Tekstslide

    Bron 18
 hard gesteente
 zacht gesteente
De vorming van aardpiramiden
"Hoodoo"
aardpiramide

Slide 11 - Tekstslide


Bron 18
Erosie kan plaatsvinden door water, wind en ijs.
Door welke vorm van erosie zijn de Hoodoos ontstaan?
Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag

Bron 22

Slide 13 - Tekstslide


Bron 22
In welk deel van de loop van de rivier is deze foto genomen?
A
bovenloop
B
middenloop
C
benedenloop
D
laagland

Slide 14 - Quizvraag


Bron 22
Een hoge stroomsnelheid is nodig om goed te kanoën.
Waarom is er in de bovenloop vaak een hoge stroomsnelheid van het water?

Slide 15 - Open vraag


In bron 20 en bron 21 zie je beide een groot hoogteverschil.
Noem één overeenkomst en één verschil tussen het 
ontstaan van beide landschappen.
Bron 20 & 21

Slide 16 - Open vraag

Antwoordmogelijkheid :

Overeenkomst:
Beide landschappen op bron 20 en 21 zijn ontstaan door erosie (1p).

Verschil:
Op bron 20 zie je een U-dal, dat is uitgeschuurd/geërodeerd door het gletsjerijs (1p). Op bron 21 zie je pilaren van hard zandsteen, dat is uitgeschuurd/geërodeerd door (regen)water (1p).

Slide 17 - Tekstslide