H2: van de bergen naar de zee

rivieren 101
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

rivieren 101

Slide 1 - Tekstslide

Benoem de 3 exogene krachten en zet hun definities erachter.

Slide 2 - Open vraag

subductie
divergentie
convectiestroom
schildvulkanisme 
oceanische plaat
magma 
trog
aardbeving
continentale plaat
stratovulkanisme

Slide 3 - Sleepvraag

uitschurende werking van met materiaal beladen water, wind of ijs
A
erosie
B
sedimentatie
C
verwering

Slide 4 - Quizvraag

neerleggen van sedimentatiemateriaal
A
erosie
B
verwering
C
sedimentatie

Slide 5 - Quizvraag

afbrokkelen van gesteente
A
erosie
B
verwering
C
sedimentatie

Slide 6 - Quizvraag

welke 2 soorten verwering heb je?

Slide 7 - Open vraag

op welke 3 manieren vindt mechanische verwering plaats? Leg ze in oorzaak gevolg relatie uit.

Slide 8 - Open vraag

een glaciaal is hetzelfde als een ijstijd
A
Waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

We hebben tot nu toe 1 ijstijd gehad
A
Waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet de tijd in de geologische tijdsschaal waarin er ijstijden waren?

Slide 11 - Open vraag

Nederland is opgebouwd uit:
A
op elkaar geperste gesteentelagen
B
sediment uit de rivieren

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is er geen vulkanisme in Nederland?

Slide 13 - Open vraag

Nederland ligt in de 
Hier stroomt het water
Daardoor is hier 
bovenloop 
benedenloop 
langzaam 
snel 
erosie 
sedimentatie 

Slide 14 - Sleepvraag

benedenloop 
middenloop 
bovenloop 
erosie 
sedimentatie 
delta 
meanderen 
hoge stroomsnelheid 
lage stroomsnelheid 
stenen, keien
zand en klei
U-dal
V-dal
Overstromingsrisico
vlechtende rivier
gletsjers 

Slide 15 - Sleepvraag

in de bovenloop is de stroomsnelheid 
en is er 
in de benedenloop is de stroomsnelheid 
en is er 
hoog 
laag 
sedimentatie 
verwering 
hoog 
laag 
verwering 
erosie 
erosie 
sedimentatie 

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe heten de gemarkeerde gedeelten?
A
stroomgebieden
B
stroomstelsels
C
D
waterscheidingen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet dit?
A
stroomgebied
B
stroomstel
C
D
waterscheiding

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet dit?
A
stroomgebied
B
stroomstel
C
D
waterscheiding

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Sleepvraag

Dit is de 
, de 
is hier
Daarom is hier
Zet de woorden op de juiste plek. Niet alle woorden worden gebruikt 
binnenbocht 
buitenbocht 
laag 
hoog 
sedimentatie
erosie
stroomsnelheid
verwering 

Slide 21 - Sleepvraag

Dit is de 
, de 
is hier
Daarom is hier
Zet de woorden op de juiste plek. Niet alle woorden worden gebruikt 
binnenbocht 
buitenbocht 
laag 
hoog 
sedimentatie
erosie
stroomsnelheid
verwering 

Slide 22 - Sleepvraag

benoem 2 redenen waarom de er in de afgelopen 50 jaar meer overstromingsgevaar is

Slide 23 - Open vraag

hoe zorgen verstening en ontbossing voor een verminderde vertragingstijd?

Slide 24 - Open vraag

hoe zorgen verstening en ontbossing voor een hogere piekafvoer?

Slide 25 - Open vraag

hoe zorgt bedijking voor meer overstromingsgevaar?

Slide 26 - Open vraag

Hoe zorgt klimaatverandering bij een hogere piekafvoer bij regenrivieren?

Slide 27 - Open vraag

Hoe zorgt klimaatverandering voor een hogere piekafvoer bij gletsjerrivieren?

Slide 28 - Open vraag

opbouwkust 
afbraakkust 
sedimentatie 
erosie 

Slide 29 - Sleepvraag

wat is nr. 1?
A
strandwal
B
duin
C
dijk

Slide 30 - Quizvraag

wat is nr. 2?
A
strandwal
B
duin
C
dijk

Slide 31 - Quizvraag

1 is ontstaan door
A
sedimentatie van de zee
B
erosie door de wind
C
sedimentatie van de wind
D
erosie door de zee

Slide 32 - Quizvraag

2 is ontstaan door
A
sedimentatie van de zee
B
erosie door de wind
C
sedimentatie van de wind
D
erosie door de zee

Slide 33 - Quizvraag

Wat is dit?
A
V-dal
B
U-dal
C
rivierdal
D
gletsjerdal

Slide 34 - Quizvraag

Wat is dit?
A
V-dal
B
U-dal
C
rivierdal
D
gletsjerdal

Slide 35 - Quizvraag

zet de onderdelen op de juiste plaats 
oeverwallen
uiterwaarden
winterdijken
zomerdijken
komgronden

Slide 36 - Sleepvraag

benoem de 3 soorten rivieren en zet achter elke rivier in welk seizoen de hoogste piekafvoer is.

Slide 37 - Open vraag

Bij welke soort rivier is het regiem het laagste? Leg uit.

Slide 38 - Open vraag