NK2A 07-02-2025

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

The plan:)

• short explanation of the past simple
• paper test to see how well you guys know your stuff;)

Goal: At the end of today's lesson I know how to use the past simple. 
At the end of today's lesson I know what I am expected to know of unit 4.

Past simple

Past Simple

You use the past simple when something happened in the past and is finished.

In Dutch we call it: verleden tijd

 Regular Verbs

After a regular verb you add - 'ed'

I walk -> I walked

He walks -> He walked

They walk -> They walked

 Regular Verbs Spelling

Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert de -y in -ie: I carry - I carried

Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y:

I play - I played

 Regular Verbs Spelling

Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter: I live - I lived

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat: I drop - I dropped

Past Simple - Signal word

In Dutch signal words are called 'signaal woorden'  

These word help you to see if something happened in the past

• yesterday
• last week
• ten minutes ago
• in 2007

Past simple:
I _____ (study) very hard at school.

1. study
2. studyed
3. studies
4. studied

Past simple:
I _____ (clean) my room yesterday

1. clean
2. cleans
3. cleaned

Past simple:
He _____ (stop) working

1. stop
2. stops
3. stoped
4. stopped

Past simple:
You ...... very hard.

1. try
2. tries
3. tried
4. tryed

Tracks UNIT 4 paper test

1. Neem het maken van de toets serieus!
2. We gaan de toets zo samen nakijken.
3. Het cijfer telt niet mee maar is formatief: het geeft je dus een indruk van hoe je het tot nu toe doet voor Engels.