THEO les 2A Epitheelweefsel

Weefsels en epitheelweefsel
Leerlijn Algemene theorie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Weefsels en epitheelweefsel
Leerlijn Algemene theorie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cel en weefsels

  • de cel en celdeling
  • weefsels en epitheelweefsel
  • steun-, bind- en beenweefsel
  • spier- en zenuwweefsel


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • De definitie van een weefsel kunnen benoemen en identificeren van verschillende weefsels.
  • Kennis hebben van de opbouw van epitheelweefsel, inclusief de lagen en celtypen die betrokken zijn.
  • Beschrijven van de verschillende vormen van epitheelcellen, zoals plaveisel-, kubisch- en cilinderepitheel, en begrijpen hoe de vorm van de cellen gerelateerd is aan hun functie.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Herhalen:
  • Cel opbouw
  • Cel functies
  • Celdeling

Nieuw:
  • Weefsels en epitheelweefsel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin af: Een organisme is opgebouwd uit ....
A
Micro-organismen
B
Macro-organismen
C
Cellen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het vlies om de celkern heen?
A
Kernmembraan
B
Cytoplasma
C
Cellichaam

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke 2 stofjes bestaat het kernplasma?
A
Cytoplasma en vocht
B
Vocht en membraan
C
Vocht en chromatine

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt mitose ook wel genoemd?
A
Indirecte celdeling
B
Directe celdeling

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door het samenkomen van een eicel en zaadcel ontstaat er celdeling. Welke vorm van celdeling vindt er plaats bij geslachtscellen?
A
Directe celdeling
B
Meiose
C
Mitose

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel chromosomen zitten er in een cel die is ontstaan door mitose?
A
23
B
46
C
92

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke celdeling vindt plaats bij huidcellen?
A
Directe celdeling
B
Meiose
C
Mitose

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar in het lichaam zit het meeste vocht?
A
In de bloedbaan
B
In de cellen
C
Tussen de cellen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weefsels

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Lees blz. 8 over Weefsels.
Onderstreep belangrijke woorden en zinnen.


Slide 14 - Tekstslide

antw: Hoe
groepje cellen met dezelfde vorm, taak, celtussenstof en cel-afkomst vormt een weefsel.
Verschillende weefsels samen vormen een orgaan. 
Verschillende organen met een gezamenlijk doel vormen een orgaanstelsel
Verschillende orgaanstelsels die samenwerken komen we tot een individu 

Het zijn er in totaal 7:
  1. de Huid.
  2. het beenderenstelsel.
  3. het Spierstelsel.
  4. het Hormoonstelsel.
  5. het Imuunstelsel.
  6. het Voortplantingstelsel.
  7. het Ademhalingstelsel.
  8. het Bloedvatenstelsel.
Definitie weefsel: een groep cellen met dezelfde vorm, functie, celtussenstof, celafkomst 

Orgaan: Verschillende weefsels samen 

Orgaanstelsel: verschillende organen samen met dezelfde taak
- spierstelsel
- zenuwstelsel
- ademhalingsstelsel
- spijsverteringsstelsel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epitheelweefsel 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epitheelweefsel
Opbouw: 
- weinig tot geen tussencelstof
- ligt dicht tegen elkaar aan

Ligging: 
- bekleden inwendige- en uitwendige oppervlakken van het lichaam
- kan uit één laag of meerdere lagen bestaan
- eenlagige epitheelcellen noemen we ook wel endotheel: binnenbekleding bloedvaten, lymfe en hart

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Indeling naar vorm:
  • Plaveiselepitheel = platte vorm
  • Kubisch epitheel = vierkante vorm
  • Cilindrisch epitheel = cilindervormig = langwerpig
  • Trilhaarepitheel = bijzondere vorm van cilindrisch epitheel 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trilhaarepitheel
Bijzondere vorm van cilindrisch epitheel

Trilharen zitten tussen de cilindervormige cellen in.

Komen voor in neus, oren en eileiders 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


2. Indeling naar cel-functie:
  • dekkend of beschermend
  • afscheidend - klierweefsel
  • vervoer - verplaatsen 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dek-epitheel / beschermend 
Soorten:
  • Verhoornd
  • Niet verhoornd

Ligging:
  • Opperhuid (verhoornd en niet verhoornd)
  • Inwendige holle organen (niet verhoornd)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epitheel met een vervoersfunctie
Trilhaarepitheel

Voorbeeld:
  • Slijmvliezen van de luchtwegen
  • Eileiders
  • Buis van Eustachius 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afscheidend epitheelweefsel
Afscheidend epitheelweefsel noemen we ook wel klierweefsel. 

Taak: klierweefselcellen produceert een bepaalde stof en scheidt deze vervolgens af.
Voorbeeld 
talgklierweefsel produceert vet in de talgklier

Slide 23 - Tekstslide

zweetklieren
talgklieren
melkklieren
Klieren

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten celklieren
Eencelligen zijn de slijmbekercellen en maken slijm om oppervlaktes vochtig te houden.

Meercellige klieren zijn te verdelen naar:
  • bouw
  • afscheidingsvorm
  • functie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten afscheiding
Nuttige stoffen:
- talg
- melk
- hormoon

Afvalstoffen:
- zweet

Slide 26 - Tekstslide

zweetklieren
talgklieren
melkklieren
Afscheiding kliercellen
Exocriene klieren: met afvoerbuis
Endocriene klieren: zonder afvoerbuis
Endo-exocriene klieren: gecombineerd, heeft beide


Slide 27 - Tekstslide

Buis - zweetklier
Tros - talgklier
Gemengd - oor speekselklier 
Afscheiding kliercellen
Exocriene klieren: 
- uit het weefsel, naar buiten (exit)
- externe uitscheiding 
- bv talgklier


Slide 28 - Tekstslide

Buis - zweetklier
Tros - talgklier
Gemengd - oor speekselklier 
Afscheiding kliercellen
Endocriene klieren: 
- naar de bloedbaan
- interne uitscheiding 
- bv hormoonklier zoals schildklier


Slide 29 - Tekstslide

Buis - zweetklier
Tros - talgklier
Gemengd - oor speekselklier 
Afscheiding kliercellen
Endo-exocriene klieren: 
- combinatie van werking; intern en externe uitscheiding
- bv alvleesklier: hormoon insuline en spijsverteringsenzym


Slide 30 - Tekstslide

Buis - zweetklier
Tros - talgklier
Gemengd - oor speekselklier 
Bouw exocriene klieren
- buisvormig: bv zweetklier
- trosvormig: bv talgklier
- gemengde klieren (buis-tros): 
     bv oorsmeerklier



Slide 31 - Tekstslide

Buis - zweetklier
Tros - talgklier
Gemengd - oor speekselklier 
Werking exocriene kliercellen
  • Eccrien: alleen klierproduct wordt afgescheiden
  • Apocrien: klierproduct en deel van cel wordt afgescheiden
  • Holocrien: klierproduct en hele cel wordt afgescheiden

Slide 32 - Tekstslide

Buis - zweetklier
Tros - talgklier
Gemengd - oor speekselklier 
Opdracht
Maak opdracht "epitheelweefsel"



Nabespreken

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies