Tekstrelaties en signaalwoorden
1 / 12
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet ik al over signaalwoorden en tekstverbanden
Slide 3 - Open vraag
signaalwoorden oorzaak gevolg zijn
A
maar, echter
B
doordat, daardoor, als gevolg van
C
ten eerste, verder, ook
Slide 4 - Quizvraag
'Ook'
A
chronologisch tekstverband
B
tegenstellend tekstverband
C
toelichtend tekstverband
D
Opsommend tekstverband
Slide 5 - Quizvraag
signaalwoorden tijdsvolgorde (chronologisch)
A
dus, concluderend, dat betekent
B
net zoals, even....als
C
eerst, dan, daarna, voordat, verder, ten slotte
Slide 6 - Quizvraag
signaalwoorden voorwaarde
A
waarmee, zodat, met behulp van
B
als........dan,
indien
C
ook, tevens
Slide 7 - Quizvraag
Welke signaalwoorden horen bij een tegenstellend verband?
A
Maar, hoewel, echter
B
Vervolgens, daarna, tot slot
C
Ook, bovendien, daarnaast
D
Mits, op voorwaarde dat
Slide 8 - Quizvraag
Welke signaalwoorden horen bij een opsommend verband?
A
Ten eerste, daarna, vervolgens
B
Ook, bovendien, daarnaast
C
Maar, hoewel, echter
D
Net als, in vergelijking met
Slide 9 - Quizvraag
Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling
Slide 10 - Quizvraag
'kortom, samengevat, met andere woorden, al met al' zijn signaalwoorden die passen bij het tekstverband?
A
doel-middel
B
samenvattend
C
voorwaardelijk
D
toegevend
