Comparisons


Comparison
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Comparison

Slide 1 - Tekstslide

3 pagina's uitleg
comparisons

Slide 2 - Tekstslide

lln laten raden wat de comparisons zijn aan de hand van afbeelding.

daarna met enkele voorbeelden comparisons laten zien

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: Trappen van vergelijking
Om in het Engels dingen met elkaar te vergelijken, gebruik je:
-  de vergrotende trap  of
-  de overtreffende trap


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap:

woord +ER
(smart - smarter)

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.



Overtreffende trap:

woord +EST
(smart - smartest)

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden van 3 of meer lettergrepen
krijgen GEEN -er of -est,
maar MORE of MOST ervoor!

I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.

Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is 
the most beautiful baby though.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Onregelmatige woorden:

goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst

weinig - minder - minst
little - less - least

ver - verder - verst(e)
far - further - furthest




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitzonderingen (zie je boek)
Irregular adjectives:
Good -  better - best
Bad - worse - worst 
Little - less - least 
Much - more - most 



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I drive ___ than my husband.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

That group is _____ than the other group.
A
more serious
B
most serious
C
seriouser
D
seriousest

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The teacher likes to have the ___ talks.
A
dull
B
duller
C
dullest

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Michael Jackson was the
___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Big - ? - Biggest

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Good - Better - ?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

? - Wiser - The Wisest

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bad - ? - ?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dogs are ... (intelligent) than rabbits.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bremen airport is ... (old) Amsterdam Airport.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

But College Park airport in Maryland is the........ ( old )

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

English is ... (good) subject ever!

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

London is ... (busy) Glasgow

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I think the Airbus Beluga is ... (nice) Boeing 747-8.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies