H16.1 Herhaling Koolhydraten



5HAVO CHEMIE H10.2

H16.1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



5HAVO CHEMIE H10.2

H16.1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Zonder C-tjes en H-tjes
Met H-tjes

Slide 5 - Tekstslide

antwoord
In Binas67F1 zijn C- en H-atomen weggelaten: elk hoekpunt is een C (behalve de O, die is getekend) en elke hoek moet met 1H aangevuld worden zodat elke C vier bindingen heeft.
glucose = C6H12O6

Slide 6 - Tekstslide

twee moleculen glucose koppelen aan elkaar door het afsplitsen van water. Dit type reactie heet een condensatiereactie

Slide 7 - Tekstslide

glucose + fructose
glucose + glucose

Slide 8 - Tekstslide

er splitst steeds water af als glucosemoleculen aan elkaar koppelen. Vergelijk de molecuulformule van zetmeel met glucose. Wat valt je op?

Slide 9 - Tekstslide

Vorming glucose

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

hydrolyse is de omgekeerde reactie van het vormen van disachariden: het molecuul water verbreekt de binding. Er ontstaan weer 2 OH-groepen en het molecuul breekt in 2 stukken

Slide 12 - Tekstslide

Controleer goed hoe je de OH-groep vast tekent aan de ring. Het O-atoom moet altijd aan de ring zitten, het H-atoom moet altijd het buitenste atoom zijn (ook als je de OH-groep aan de linkerkant van de ring zet!)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

C6H12O6 + 6O2 --> 6CO2 + 6H2O
Bij de verbranding van een stof ontstaan de oxiden van de atoomsoorten in de brandstof. In glucose zit C, dus er ontstaat het oxide CO2. In glucose zit ook H, dus er ontstaat H2O. Pas als je alle formules hebt genoteerd, maak je de vergelijking kloppend.
Verbranding Glucose

Slide 15 - Tekstslide