Epilepsie

Inhoud
Wat is epilepsie
Wie krijgt epilepsie
Soorten aanvallen
Oorzaken
Behandeling
Medicatie
Epilepsie en mensen met een vb
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Inhoud
Wat is epilepsie
Wie krijgt epilepsie
Soorten aanvallen
Oorzaken
Behandeling
Medicatie
Epilepsie en mensen met een vb

Slide 1 - Tekstslide

Wat is epilepsie?

Slide 2 - Tekstslide

Tijdelijke verstoring in je hersenen.

Bij een epilepsieaanval beginnen hersencellen heel snel allerlei seintjes af te geven. Denk aan een groot kruispunt, waarbij alle stoplichten tegelijk op groen springen. Alle seintjes vliegen door elkaar heen, waardoor je hersenen niet meer normaal kunnen werken. Op dat moment is er een epileptische aanval.
Er zijn verschillende soorten aanvallen. Een belangrijk verschil is waar de aanval precies begint: in één deel van de hersenen, of in beide hersenhelften tegelijk. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wie krijgt epilepsie?

Slide 5 - Tekstslide

1 op de 20 mensen krijgt in zijn leven één epileptische aanval. Dat noemen we nog geen epilepsie. Van epilepsie spreken we als je tenminste twee aanvallen hebt doorgemaakt. Hoevaak komt dat nu voor?
Op de basisschool leeftijd en op de kinderleeftijd zie je dat ongeveer 1 op de 100 kinderen zijn.
Tussen de 20 en 60 is het 1 op de 150.
Vanaf 60 jaar is het 1 op de 100 en misschien boven de 80 wel 2 op de 100.

Slide 6 - Tekstslide

Epilepsie bij kinderen
Komt vaker voor omdat de hersenen nog niet zijn volgroeid. Hierdoor gevoeliger voor epilepsie.
Soms groeien kinderen over epilepsie heen. 
Dat komt omdat sommige vormen alleen bij kinderen voorkomen. Ze gaan over bij het ouder worden
Epilepsie op oudere leeftijd
Als je ouder wordt neemt de kans op epilepsie toe. 
Vooral na je 75e. 
Op latere leeftijd komen namelijk meer hersenaandoeningen voor die epilepsie kunnen veroorzaken. 

Hersenbeschadiging geeft meer kans op   epilepsie.  Het maakt het hersen- gebied gevoeliger voor 

                    een verstoring

Slide 7 - Tekstslide

Soorten epilepsie.

Slide 8 - Tekstslide

Absence

Je bent kort afwezig. Je staart 3 tot 30 seconden voor je uit. Daarna ga je vaak weer door met wat je aan het doen was. 
Tonische aanval

Je raakt buiten bewustzijn. Je valt op de grond, verkrampt en gaat schokken met je lichaam. Meestal duurt deze aanval een paar minuten.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe te handelen bij een tonische aanval?
1. Zorg dat diegene op zijn of haar zij ligt.

2. Zorg dat die zich niet kan bezeren.
3. Laat medicatie en BHV'er halen en neem de tijd op.
4. Docent blijft in het lokaal, twee leerlingen halen de loketmedewerker op. 
5. Bij gym; medicatie in de rugtas. 




Slide 10 - Tekstslide