In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Mobiel uit en in de tas
Ga rustig op je eigen plek zitten
Zorg dat schrift en etui op tafel liggen
Laptop nog even in je tas laten
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Terugblik doelen vorige week.
Uitleg nieuwe doelen
Opdrachten maken
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan?
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Fasen en deeltjes model, hoe zat dat?
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Verschil waterdamp, nevel en stoom?
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Cohesie en adhesie (vwo)
Slide 5 - Tekstslide
Welke vragen waren lastig?
Vraag 4.
Slide 6 - Tekstslide
Nieuwe leerdoelen deze week:
Je weet hoe je de temperatuur van de lucht om je heen kunt meten.
Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen en uitleggen hoe
deze werkt.
Je kunt uitleggen wat de Celsiusschaal en het meetbereik van een thermometer zijn.
Je kunt een thermometer voorzien van een schaalverdeling in graden Celsius.
Je weet dat het smeltpunt van ijs (het vriespunt van water) 0 °C is en het kookpunt van water 100 °C.
Voor vwo ook:
Je kunt uitleggen hoe je met een datalogger meet hoe de temperatuur in een bepaalde tijd verandert.
Slide 7 - Tekstslide
Wat weet je al?
Kun je met je zintuigen de temperatuur bepalen?
Slide 8 - Tekstslide
Wat weet je al?
Wat is de grootheid en eenheid bij temperatuur?
Slide 9 - Tekstslide
Wat weet je al?
Wat bedoelen we met het meetbereik? En met de schaalverdeling?
Slide 10 - Tekstslide
Wat weet je al?
Welke thermometer is nauwkeuriger en waarom? De koortsthermometer of de oventhermometer?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Je kunt een thermometer voorzien van een schaalverdeling in graden Celsius.
-Welke twee ijkpunten gebruik je? -Stel dat de afstand tussen die twee ijkpunten 16 cm is. Bij welke afstand zet je dan de temp van 50 graden? En 10 graden? En 20 graden?
Slide 13 - Tekstslide
Havo gaat aan het werk.
Paragraaf 2 opdracht 1 t/m 8.
-Antwoorden van de opdrachten controleren
-Formatief toetsen van basisstof 8 met
de flitskaarten en
de test je zelf.
Slide 14 - Tekstslide
voor vwo ook:
Je kunt uitleggen hoe je met een datalogger meet hoe de temperatuur in een bepaalde tijd verandert.
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen: • Je weet hoe je de temperatuur van de lucht om je heen kunt meten.
• Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen en uitleggen hoe
deze werkt.
• Je kunt uitleggen wat de Celsiusschaal en het meetbereik van een thermometer zijn.
• Je kunt een thermometer voorzien van een schaalverdeling in graden Celsius.
• Je weet dat het smeltpunt van ijs (het vriespunt van water) 0 °C is en het kookpunt van water 100 °C.
Voor vwo ook:
• Je kunt uitleggen hoe je met een datalogger meet hoe de temperatuur in een bepaalde tijd verandert.
Bereik je o.a. door:
-Te maken paragraaf 2 opdracht 1 t/m 8 en vwo ook opdracht 9 + 10.
-De antwoorden van de opdrachten te controleren.
-Je kennis van paragraaf 2 formatief te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
timer
5:00
Slide 16 - Tekstslide
Afsluiting.
-Volgende les practicum 2 + afmaken wat nu nog niet af is.
-Ga naar www.lessonup.com en log in als leerling. Wacht dan nog even op de juiste code. -We maken een kort oefentoetsje met 7 vragen om te kijken wat je hebt geleerd deze les.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het koudste ?
A
10 graden celsius
B
80 graden Fahrenheit
C
273 Kelvin
Slide 18 - Quizvraag
Meneer Celsius maakte de voor ons bekende thermometer met hulp van
A
Meneer Fahrenheit
B
ijs
C
zijn lichaamstemperatuur en het koudste wat hij had in zijn laboratorium
D
smeltend ijs in water dat hij 0 graden noemde
Slide 19 - Quizvraag
welke 2 onderdelen horen bij een (vloeistof)thermometer ?
A
reservoir en schaalverdeling
B
stijgbuis en schaalverdeling
C
reservoir en stijgbuis
D
vloeistof en glas
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling
Slide 21 - Quizvraag
Waar is de stijging van een thermometer van afhankelijk ?
A
van de temperatuur natuurlijk
B
van de luchtdruk
C
of je koorts hebt
D
van de breedte van de buis en de temperatuur
Slide 22 - Quizvraag
Van welk principe maakt een thermometer gebruik ?
A
van smeltend ijs in water
B
van het principe: meten is weten
C
uitzetting
D
warmte geleiding
Slide 23 - Quizvraag
Welke vloeistof zit er tegenwoordig in de meeste thermometers ?
A
kwik
B
alcohol
C
Water met een kleurtje
D
rode infra
Slide 24 - Quizvraag
Tevreden met het resultaat?
Genoteerd wat je thuis gaat doen?
Pak dan je tas in en wacht nog even rustig tot het tijd is.