H2 Bestuursvormen

Welk tijdvak behandelen we nu?
1 / 15
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welk tijdvak behandelen we nu?

Slide 1 - Sleepvraag

Beschrijf wat een polis is

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 
Leerdoelen

Aan het einde van deze les kan je:

de 5 verschillende bestuursvormen in het oude Griekse stadstaten beschrijven.


Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Slechts enkele rijke mannen besturen de stadstaat. Dit is een...
A
Democratie
B
Oligarchie
C
Tirannie
D
Aristocratie

Slide 7 - Quizvraag

Pleicos volgt zijn vader op als enige bestuurder van de stadstaat
A
Democratie
B
Oligarchie
C
Monarchie
D
indirecte-democratie

Slide 8 - Quizvraag

In Knossos zijn al tientallen jaren de zelfde rijke families aan de macht
A
Aristocratie
B
Oligarchie
C
Democratie
D
Monarchie

Slide 9 - Quizvraag

Weektaak
  • Maak een poster met daarop de 5 bestuursvormen uit het oude Griekenland:
     Monarchie, Oligarchie, aristocratie, tirannie en democratie (direct en indirect)

  • De gebruik symbolen en tekeningen op je poster

  •  Lezen 2.2 de kopjes: Vele stadstaten en De Atheense democratie
  • Opdracht 2 van feniks-online/ werkboek helpt je bij de opdracht

Slide 10 - Tekstslide

Aristocratie
De situatie waarin de adel de samenleving bestuurt. Het bestuur lag bij een aantal rijke families in de polis. Elke bestuurde komt uit een van deze families. 
Monarchie
Staatsvorm waarbij meestal één persoon heerst. Die persoon is door erfopvolging aan de macht gekomen. 

Een koning die van vader op zoon aan de macht komt is een voorbeeld van een monarchie.
Democratie
De situatie waar het volk de staat bestuurd. Over belangrijke beslissingen wordt gestemd in een volksvergadering.

Demos betekent 'volk' en kratos betekent 'macht'. Democratie betekent dus letterlijk de kracht ligt bij het volk. 
Tiran
De bestuursvorm waar één iemand aan de macht is. Diegene is vaak met geweld aan de macht gekomen.

Slide 11 - Tekstslide

Griekse cultuur
(Klassieke cultuur)

Slide 12 - Tekstslide

Architectuur

Slide 13 - Tekstslide

Deze zuil heeft vaak een voetstuk. De zuil is slanker dan de Dorische zuil en heeft relief versiering met krullen.
Deze zuil is kaal en breed. De zuil staat niet op een voetstuk en is vaak redelijk saai.
Deze zuil is nog slanker dan de Ionische zuil. Daarnaast zijn er veel versieringen 

Slide 14 - Tekstslide

Verspreiding Griekse cultuur
Kolonistatie
Veroveringen Alexander de Grote (Hellenisme)

Slide 15 - Tekstslide