08 - V1 - Chapitre 2 - F (lire) 'les amoureux du shopping!'

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

bonjour - comment ça va?

avez-vous:

-> vos livres?

-> vos cahiers?

-> vos trousses / stylos?

aujourd'hui on est le                           deux mille vingt-quatre

huiswerk: faire & apprendre

Faire (maken)

Chapitre 2 -> exercices 24ab, 25, 27bcf (pages 80 -> 85)

Apprendre (leren)

vocabulaire F (page 93)

Revoir (herhalen)

vocabulaire ABE + phrases-clés C + grammaire D

qu'est-ce qu'on va faire?

• vous avez des questions?
• activité vocabulaire F 
• F lire  -> les amoureux du shopping!
• nombres de 0 à 100 -> de zéro à cent

deze activiteiten ga ik filmen

prends ton livre à la page 80

exercice vingt-et-un 

page soixante-dix-neuf

Maak een tekening die past bij de tekst.

Schrijf ook de onderstreepte woorden

op de juist plek in de tekening erbij.

-> is dit gelukt? <-

prends ton livre à la page 80

activités vocabulaire F

1. groepen van 3 vormen
2. twee blijven in het lokaal, 1 gaat 5 minuten eruit
3. in die 5 minuten gaan de twee vocabulaire F heel erg goed leren
4. dan komen de buitenzitters naar binnen en zijn de boeken dicht
5. de buitenzitters krijgen een dictee, de twee anderen helpen

apprends vocabulaire F - page 93

boeken dicht - vertaal 15 woorden

vous êtes prêts?

À Doorn, où [1 j'habite] il y a des [2 winkels] de [3 kleding]. C'est cool d'y aller avec ma [4 copine]  pour [5 essayer] des jeans. Mais c'est [6 duur].

Il y a aussi [7 des boulangeries] où on peut [8 bijvoorbeeld] [9 kopen] du [10 pain] et de [11 la baguette], c'est [12 heerlijk]. J'aime [13 vaak] y aller, [14 surtout] quand [15 ik heb honger].

1. ik woon
2. magasins
3. vêtements
4. vriendin
5. passen, proberen
6. cher
7. bakkerijen
8. par exemple

• 9. acheter
• 10. brood
• 11. het stokbrood
• 12. délicieux
• 13. souvent
• 14. vooral
• 15. j'ai faim

Buts? page quatre-vingt

Aan het eind van deze paragraaf

• kun je een tijdschriftartikel over winkelen lezen
• weet je hoe je het onderwerp van een tekst kunt bepalen
• ken je woorden die te maken hebben met winkelen
• ken je de getallen tot en met 100

prends ton livre à la page 80

exercice 23bc page 80

->  kortom, kijk dus naar  <-

1. titel | 2. plaatjes | 3. inleiding | 4. kopjes | 5. soort tekst

en naar de vertaalde woorden

page quatre-vingt-un

kijk naar de titel 'les amoureux du shopping'

welke woorden (her)ken je?

Over wie / wat ?
Wanneer?
Met wie doen ze dat het liefst?
Waarom ?
Waar?

• jongeren die winkelen leuk vinden
• onduidelijk
  
• onduidelijk
• om dingen te kopen
• Decathlon, Sephora, Fnac, Paul

exercice 24ab - page 80-81

onderstreep steeds jouw 'bewijs' in de tekst

als je klaar bent, ga je door met de exercices

page quatre-vingt-deux/trois

V1 chapitre 2 F exercice 25b

V1 chapitre 2 F exercice 25c

V1 chapitre 2 F exercice 25e

page 27a

V1 chapitre 2 F exercice 27a

huiswerk: faire & apprendre

Faire (maken)

Chapitre 2 -> exercices 24ab, 25, 27bcf (pages 80 -> 85)

Apprendre (leren)

vocabulaire F (page 93)

Revoir (herhalen)

vocabulaire ABE + phrases-clés C + grammaire D

Buts?

• kun je een tijdschriftartikel over winkelen lezen?
• weet je hoe je het onderwerp van een tekst kunt bepalen?
• ken je woorden die te maken hebben met winkelen?
• ken je de getallen tot en met 100?

prends ton livre à la page 80