In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
WEB A2 - B1
Donderdag 5 oktober
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Vul het juiste voorzetsel in: Gefeliciteerd ........ je nieuw baan!
Slide 3 - Open vraag
Vul het juiste voorzetsel in: Mijn zoon lacht altijd ........... zijn eigen grapjes.
Slide 4 - Open vraag
Vul het juiste voorzetsel in: Heb je al gereageerd ........ die mail?
Slide 5 - Open vraag
Vul het juiste voorzetsel in: Hebben jullie nog vragen .... het huiswerk?
A
naar
B
op
C
over
D
van
Slide 6 - Quizvraag
Vul het juiste voorzetsel in: Ik kom informeren ....... de cursusprijzen.
A
naar
B
op
C
over
D
van
Slide 7 - Quizvraag
Vul het juiste werkwoord in de goede vorm in: Op een feestje vind ik het moeilijk om een gesprek in het Nederlands te .......
A
maken
B
doen
C
voeren
D
geven
Slide 8 - Quizvraag
Vul het juiste werkwoord in de goede vorm in: De kinderen ............ veel rommel in de woonkamer.
A
hebben
B
maken
C
doen
D
stellen
Slide 9 - Quizvraag
Vul het juiste werkwoord in de goede vorm in: Ik wil een klacht ...... over de taxichauffeur.
Slide 10 - Open vraag
Vul het juiste werkwoord in de goede vorm in: Mijn moeder is er niet. Zal ik een boodchap aan haar .............?
A
aannemen
B
doorgeven
C
stellen
D
indienen
Slide 11 - Quizvraag
Geef een synoniem voor het woord tussen haakjes: Ik ben (nieuwsgierig)______naar zijn plannen
Slide 12 - Open vraag
Geef een synoniem voor het woord tussen haakjes: Het is niet (relevant)______voor de les van vandaag.
Slide 13 - Open vraag
Geef een synoniem voor het woord tussen haakjes: Je (krijgt) __________ je boek de volgende les.
A
arriveert
B
neemt aan
C
ontvangt
Slide 14 - Quizvraag
Je mening geven in het Nederlands
Slide 15 - Woordweb
instemmen / niet instemmen
Slide 16 - Woordweb
Aan de slag!
Maken:
- opdr. 30 blz. 141
- opdr. 34 blz. 147 (schrijven!)
- extra bladen grammatica
Slide 17 - Tekstslide
Extra extra schrijfopdracht
Beschrijf de voordelen en de nadelen van zelfscankassa's in de supermarkt en van afrekenen bij de 'gewone' kassa. Beschrijf ten slotte wat je zelf het fijnst vindt (75- 100 woorden).