regelmatige werkwoorden eindigend op –er
PASSÉ COMPOSÉ
Deze tijd bestaat ALTIJD uit 2 onderdelen!
1. Een vorm van een hulpwerkwoord: avoir ( = hebben) of être (= zijn),
2. Een voltooid deelwoord = hele ww. min de R, streepje op de laatste e (é)
CHANTER ZINGEN
J’ai chanté ik heb gezongen
Tu as chanté jij hebt gezongen
Il/elle/on a chanté hij/zij/men heeft gezongen
Nous avons chanté wij hebben gezongen
Vous avez chanté jullie hebben/u heeft gezongen
Ils/elles ont chanté zij hebben gezongen