In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
3.4 Bouwen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Vertellen waar bouw en beschermende stoffen voor nodig zijn en hoe je lichaam er aan komt
Vertellen welke bouwstoffen je lichaam nodig heeft
Uitleggen wat eetstoornissen zijn
Slide 2 - Tekstslide
Bouwstoffen waarvoor?
Als je in de groei bent; vooral veel bouwstoffen nodig (eiwitten, water, mineralen)
Als je volwassen bent; vernieuwen bot (calcium en fosfor), vervangen bloed (ijzer)
Slide 3 - Tekstslide
Uit hoeveel procent water besta jij?
???
timer
2:00
Slide 4 - Tekstslide
Bouwstoffen
water
mineralen
eiwitten
Slide 5 - Tekstslide
cellen
Je lichaam bestaat uit cellen
Cellen bestaan uit:
celkern, cytoplasma en celmembraan.
Groeien = nieuwe cellen aanmaken
Bouwstoffen = water, eiwitten en mineralen.
Nodig om nieuwe cellen te maken > groeien en onderhoud
Slide 6 - Tekstslide
Waarom hebben verschillende typen cellen verschillende vormen?
A
Zodat ze elkaar beter vast kunnen houden
B
Zodat er beter nieuwe cellen gevorm kunnen worden
C
Omdat ze een bepaald orgaan vormen
D
Zodat ze hun functie beter kunnen uitvoeren
Slide 7 - Quizvraag
Bouwen
Groei: nieuwe cellen maken
Cellen vervangen: calcium voor botcellen, ijzer voor bloedcellen etc.
Herstellen: wondjes helen
Water aanvullen: zweten en plassen
Slide 8 - Tekstslide
Wie heeft de meeste bouwstoffen nodig?
A
Een baby van 2 weken oud
B
Een puber
C
Een oude dame van 96
D
Een kind van 2
Slide 9 - Quizvraag
Beschermende stoffen
Beschermende stoffen: Zorgen voor bescherming en weerstand tegen ziekten.
Vitaminen
Mineralen
Slide 10 - Tekstslide
Energierijke stoffen
Slide 11 - Tekstslide
Overgewicht
Waarom is een te groot reserve slecht voor je?
Gewrichten
Hart en vaatziekten
Suikerziekte (diabetes type 2)
Slide 12 - Tekstslide
Ondergewicht
Waarom is te weinig reserve niet goed voor je?
Geen reserve bij ziekte
Tekort aan vitamines (vet oplosbaar)
Tekort aan mineralen (bloedarmoede)
Belemmering van de groei
Slide 13 - Tekstslide
Eetstoornissen komen alleen voor bij meisjes die in de puberteit zitten.
Waar
Niet waar
Slide 14 - Poll
Eetstoornissen
Door media ontstaat een gewenst beeld
Sommige mensen streven dit na en letten daarbij niet op hun gezondheid
Niet alleen het lichaam leidt onder deze wens, ook kan dit psychisch grote gevolgen hebben
Als je onzeker bent over jezelf en je wilt bijvoorbeeld dunner zijn, trek dan aan de bel voordat je een eetstoornis ontwikkeld zoals anorexia nervosa of boulimia nervosa
Slide 15 - Tekstslide
opdrachten maken
Slide 16 - Tekstslide
eetstoornissen
Slide 17 - Tekstslide
lesopzet
waarvoor gebruik je bouwstoffen
welke eetstoornissen ken je
opdrachten maken
Slide 18 - Tekstslide
cellen
Je lichaam bestaat uit cellen
Cellen bestaan uit:
celkern, cytoplasma en celmembraan.
Groeien = nieuwe cellen aanmaken
Bouwstoffen = water, eiwitten en mineralen.
Slide 19 - Tekstslide
Uit hoeveel kg water besta jij?
Slide 20 - Tekstslide
Bouwstoffen waarvoor?
eiwitten: celopbouw
water: celopbouw en aanvulling (plassen en zweten)
mineralen: celopbouw bv ijzer in bloedcellen
vetten: celopbouw
Slide 21 - Tekstslide
Bouwen
groei: nieuwe cellen maken
cellen vervangen: calcium voor botcellen, ijzer voor bloedcellen etc.
herstellen: wondjes helen
water aanvullen: zweten en plassen
Vegetariër haalt eiwitten uit melkproducten en eiwitrijk plantaardig voedsel
Slide 22 - Tekstslide
eetstoornissen
welke eetstoornissen ken je?
Slide 23 - Tekstslide
Anorexia Boulimia
Altijd bezig met afvallen Vreetbuien, daarna
worden erg dun maar schuldgevoel: overgeven,
vinden zichzelf dik. laxeermiddelen.
Vaak komen de stoornissen voort uit onzekerheid. Het zijn echte ziektes waar je bij geholpen moet worden. Door gebrek aan beschermende stoffen wordt je steeds zwakker.