Basisstof 1 Bloed '23-'24

Welkom bij biologie 
Klas TH2

Kom rustig binnen in het lokaal​
Doe je telefoon in de telefoontas​
​Pak je boeken en schoolspullen erbij​. 
Ga op de juiste plek van de plattegrond zitten (indien van toepassing)
Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​
timer
2:00
Startopdracht: Blz. 182 t/m 183 lezen. ​
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij biologie 
Klas TH2

Kom rustig binnen in het lokaal​
Doe je telefoon in de telefoontas​
​Pak je boeken en schoolspullen erbij​. 
Ga op de juiste plek van de plattegrond zitten (indien van toepassing)
Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​
timer
2:00
Startopdracht: Blz. 182 t/m 183 lezen. ​

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?

Uitleg basisstof 1: 'Bloed'

Lezen basisstof 1

Opdrachten maken basisstof 1


Leerdoel:

Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 1: Bloed
Bloed bestaat uit bloedplasma (55%) en uit bloedcellen en bloedplaatjes (45%). 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedcellen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen 
  • Hebben wel een celkern.
  • Hebben geen vaste vorm.
  • 2 type witten bloedcellen:
       *Witte bloedcellen die         
        ziekteverwekkers
insluiten.
      *Witte bloedcellen die     
        antistoffen produceren. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloedcellen
  • meeste bloedcellen zijn de rode bloedcellen
    (5 miljoen rode bloedcellen per kubieke millimeter)
  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Rode bloedcellen hebben geen celkern.
  • In rode bloedcellen zit hemoglobine.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplasma
  • Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma
  • In het bloedplasma zitten eiwitten (7%)
  • Het bloedplasma vervoert veel stofjes (voedingsstoffen, koolstofdioxide, afvalstoffen)
  • Fibrinogeen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplaatjes
- Stollen het bloed
- Te veel aan bloedplaatjes (trombose kan optreden)
- Te weinig aan bloedplaatjes (blijf je bloeden)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 12 - Tekstslide

Rode bloedcellen van een kikker. Met celkern en ovaal.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken


Lezen: blz. 182 t/m 183
Maken: blz. 185 t/m 188  

timer
10:00
bloedplasma, rode bloedcellen, fibrinogeen, hemoglobine, witte bloedcellen, bloedplaatjes, bloedstolling

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar bestaat bloedplasma uit?
A
water en zout
B
water en opgeloste stoffen
C
water en eiwitten en opgeloste stoffen
D
water en zout en eiwitten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van het bloed vervoert zuurstof
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn bloedplaatjes hele cellen?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk van de aangegeven bestanddelen zit hemoglobine?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is etter of pus?
Meerdere antwoorden mogelijk
A
dode bacterien
B
dode rode bloedcellen en dode bacterien
C
dode witte bloedcellen en dode bacterien
D
dode witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zorgen bloedplaatjes voor?
A
zuurstof opname
B
doden van ziekteverwekkers
C
bloedstolling
D
doen niks

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.