6.1 Stoffen

Molecuulmodel
Een molecuulmodel is 
een vereenvoudigde 
ruimtelijke weergave 
van de werkelijkheid
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Molecuulmodel
Een molecuulmodel is 
een vereenvoudigde 
ruimtelijke weergave 
van de werkelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een molecuul?
  • Papier kan kreuken en branden
  • Als je een vel papier pakt en deze in stukjes knipt,
       is elk stukje nog van papier, dat kan branden en kreuken
  • Als je 1 stukje pakt en deze nog kleiner maakt, is het nog steeds papier, dat kan branden en kreuken
  • als je zo'n ieniemie stukje papier pakt en deze nog kleiner maakt is
       elk stukje nog steeds papier, dat kan branden en kreuken.
  • Het kleinste deeltje met alle eigenschappen van papier is een papiermolecuul.

Slide 2 - Tekstslide

1.1 Het molecuulmodel

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 6.1
Welke fasen zijn er? (en overgangen?)

Waarom zijn stoffen niet even zwaar?
Hoe bereken je de dichtheid
Wanneer blijft iets drijven?
Hoe gebruik je materialen?
Hoe pas je metalen toe? (legeringen)
Waarom gebruik je kunststoffen? 
Hoe ga je om met gevaarlijke stoffen?
Hoe ga je om met afval?







Slide 4 - Tekstslide

De 3 fasen (van water)
  • Hoe komt water in de natuur voor:

  • Vaste stof     ijs
  • Vloeistof       water
  • gas                  waterdamp

  • Vaste stof, vloeistof en gas zijn fasen van stoffen

Slide 5 - Tekstslide

 fase van stoffen
vervluchtigen

Slide 6 - Tekstslide



Wanneer blijft iets drijven?

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer blijft iets drijven?
DRIJVEN: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water
ZWEVEN: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water
ZINKEN: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water


Slide 8 - Tekstslide

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g
Uitleg van de wipwap

Slide 9 - Tekstslide

Dichtheid
Stoffen hebben een verschillende dichtheid. Hoe lager de dichtheid, hoe makkelijker iets blijft "drijven". 

Links een glas met veel stoffen met een verschillende dichtheid.

Slide 10 - Tekstslide

 Dichtheid:  Hoe kan je dichtheid uitrekenen

Dichtheid = massa : volume
                       gram      ml

Slide 11 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Er zijn heel veel verschillende soorten stofeigenschappen.

Je kunt beter onthouden wat GEEN stofeigenschap is
massa
volume
temperatuur
vorm

Slide 12 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Stofeigenschappen zijn de eigenschappen van de stoffen om ons heen.

Elke stof heeft een unieke combinatie van stofeigenschappen.

Stofeigenschappen blijven hetzelfde als je de hoeveelheid (massa) van de stof verandert. 



Slide 13 - Tekstslide

Legering
Composiet
Corrosie

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een legering?
Legering = een metaalmengsel

Legering heeft andere en vaak betere eigenschappen dan de metalen waar het van gemaakt is.

Bekendste legering 
  • RVS = Roest vrij staal
  • Brons 
  • Messing 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een legering?
Legering = een metaalmengsel

Legering heeft andere en vaak betere eigenschappen dan de metalen waar het van gemaakt is.

Bekendste legering 
  • RVS = Roest vrij staal   (ijzer, chroom, nikkel en koolstof)
  • Brons  (koper en tin)
  • Messing (Koper met zink)

Slide 16 - Tekstslide

Composieten 
Composiet: een materiaal dat bestaat uit 2 bestanddelen, vaak kunststof en vezels

Carbon, Glare (GLAss REinforced aluminium) 
  • kleine dichtheid
  • extreem sterk
  • kunnen grote trekkrachten opvangen

Slide 17 - Tekstslide

Veiligheid
Pictogrammen

practicum

Slide 18 - Tekstslide

Veiligheidspictogrammen

Slide 19 - Tekstslide

Veiligheid
veiligheidspictogrammen
veiligheidsmaatregelen

Slide 20 - Tekstslide

Afval scheiden...

Slide 21 - Tekstslide

Afval scheiden...
  • Papier
  • Glas
  • Metalen
  • Groen Fruit Tuin afval (GFT)
  • Elektrische apparaten
  • plastic (PMD)
  • textiel
  • klein chemisch afval (KCA)
  • rest afval

Slide 22 - Tekstslide