In deze les zitten 114 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
VH1B
Herzlich willkommen!
Slide 1 - Tekstslide
Heute
Anwesenheit
Vorstellrunde
Steckbrief
Slide 2 - Tekstslide
Anwesenheit
Tür zu = zu spät
Slide 3 - Tekstslide
Wie läuft es ab im Unterricht?
Du brauchst kein Buch für Deutsch. Du hast auch kein Buch bekommen.
Aber...
ein Laptop;
ein Heft;
ein Schnellhefter für Arbeitsblätter.
Bastelsachen: Schere, Kleber, Buntstifte...
Slide 4 - Tekstslide
Wie läuft es ab im Unterricht?
Falls du deine Sachen nicht dabei hast, und du im Unterricht nichts machen kannst, musst du die Stunde leider nachholen. (also nabijven). Hausaufgaben nicht komplett? Eine Stunde zurückkommen.
Slide 5 - Tekstslide
Sitzplan
Plattegrond
Bitte immer so stizen, vielleicht lerne ich dann irgendwann eure Namen.
Slide 6 - Tekstslide
Vorstellrunde
Mein Name ist...
Ich bin ... Jahre alt
elf
zwölf (tswulf)
dreizehn (dreitseen)
Slide 7 - Tekstslide
Steckbrief
Schreibe so viel wie möglich auf.
Benutze ein Wörterbuch, wenn nötig.
Schreibe Wörter immer auf, wenn die sie nachgeschlagen hast, dann merkst du sie besser!
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Heute
Erzähle was über dich
Wörterliste
Erzähle was über deine Familie
Ausaufgabe
Slide 10 - Tekstslide
Steckbrief
Was ist deine Lieblingsfarbe?
Meine Lieblingsfarbe ist....
Was ist dein Lieblingsbuch?
Mein Lieblingsbuch ist...
Slide 11 - Tekstslide
Deutsch
Mein Name ist...
Ich heiße...
Wie heißt du?
Ich bin ... Jahre alt
Wie alt bist du?
Ich wohne in ...
Wo wohnst du?
Schön dich kennenzulernen!
Niederländisch
Mijn naam is...
Ik heet...
Hoe heet jij?
Ik ben ... jaar oud.
Hoe oud ben jij?
Ik woon in...
Waar woon jij?
Leuk je te leren kennen!
Slide 12 - Tekstslide
Deutsch
eins
zwei
drei
vier
fünf
sechs
sieben
acht
neun
zehn
Niederländisch
een
twee
drie
vier
vijf
zes
zeven
acht
negen
tien
Slide 13 - Tekstslide
Deutsch
elf
zwölf
dreizehn
vierzehn
fünfzehn
sechzehn
siebzehn
achtzehn
neunzehn
zwanzig
Niederländisch
elf
twaalf
dertien
veertien
vijftien
zestien
zeventien
achttien
negentien
twintig
Slide 14 - Tekstslide
study go app
In der App werde ich die Wörter auflisten und mit euch teilen.
Slide 15 - Tekstslide
Die Familie
Wir reden jetzt über die Familie.
Rede mit deinem Nachbar/deiner Nachbarin über deine Familie.
Ich wohne mit meinen Eltern/Vater/Mutter/Großeltern/Erzieher.
Ich habe keine Geschwister (broers en zussen)
Ich habe ... Schwester/Schwestern
Ich habe ... Bruder/Brüder
Slide 16 - Tekstslide
Die Familie
Arbeitsblatt: die erste Aufgaben machen wir zusammen.
Das Arbeitsblatt ist deine Hausaufgabe
Die Wörterliste lernen ist auch eine Hausaufgabe.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Heute
Anwesenheit
Kleiner Test
Hausaufgaben besprechen
Zahlen und Farben
Slide 19 - Tekstslide
Anwesenheit
Slide 20 - Tekstslide
Kleiner Test
Slide 21 - Tekstslide
Hausaufgaben
Slide 22 - Tekstslide
Zahlen und Farben
Slide 23 - Tekstslide
Zahlen (übernehmen)
zwanzig
dreißig
vierzig
fünfzig
sechzig
siebzig
achtzig
neunzig
hundert
tausend
million
Slide 24 - Tekstslide
Wie im Niederländischen.
dreiundzwanzig
drieëntwintig
hundertvier
honderdvier
In het Duits geen trema's.
Grote getallen tot aan een miljoen aan elkaar, net zoals in het Nederlands
Slide 25 - Tekstslide
24
Slide 26 - Tekstslide
66
Slide 27 - Tekstslide
98
Slide 28 - Tekstslide
33
Slide 29 - Tekstslide
145
Slide 30 - Tekstslide
256
Slide 31 - Tekstslide
1546
Slide 32 - Tekstslide
543.789
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
heute
kleiner Test
Farben
nächste Woche Test Wörterlisten
Spiel
Slide 35 - Tekstslide
Mijn naam is...
Slide 36 - Open vraag
Ik ben twaalf jaar oud.
Slide 37 - Open vraag
Ik woon in Winterswijk. (gebruik het werkwoord wohnen)
Slide 38 - Open vraag
oma
Slide 39 - Open vraag
tante
Slide 40 - Open vraag
broers en zussen
Slide 41 - Open vraag
jij bent
Slide 42 - Open vraag
jullie hebben
Slide 43 - Open vraag
u heeft
Slide 44 - Open vraag
schrijf uit in het Duits: 72
Slide 45 - Open vraag
schrijf uit in het Duits: 25
Slide 46 - Open vraag
schrijf uit in het Duits: 33
Slide 47 - Open vraag
schrijf uit in het Duits: 33
Slide 48 - Open vraag
Farben
rot
blau
grün
gelb
braun
schwarz
weiß
grau
lila
orange
pink
Slide 49 - Tekstslide
Welche farbe siehst du?
Slide 50 - Tekstslide
rot
Slide 51 - Tekstslide
gelb
Slide 52 - Tekstslide
lila
Slide 53 - Tekstslide
grün
Slide 54 - Tekstslide
grün
Slide 55 - Tekstslide
Slide 56 - Tekstslide
huiswerk
leer alle drie woordenlijsten
je moet de woorden ook kunnen schrijven in het Duits
Slide 57 - Tekstslide
Slide 58 - Tekstslide
heute
Noten Test
Mein Körper
Wörterliste Körper
Slide 59 - Tekstslide
Awesensheit
Slide 60 - Tekstslide
Noten (cijfers)
Im Allegemeinen gut gemacht! Ich werde die Noten in Magister eingeben. Wer eine extra Chance haben möchte,
Slide 61 - Tekstslide
Slide 62 - Tekstslide
heute
Anwesenheit
dein Traumzimmer
Slide 63 - Tekstslide
Anwesenheit
Slide 64 - Tekstslide
dein Traumzimmer
Je maakt een plattegrond van je 'droomslaapkamer'. Je mag erin zetten wat je wil, geld speelt geen rol. Je mag gebruik maken van de woordenlijst op StudyGo, de woorden die er niet in staan, mag je opzoeken in het woordenboek.
Schrijf de zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter. In de bijlage vind je een voorbeeld van een kamer. Dit wel heel saai, slordig en in het Nederlands, want je moet natuurlijk zelf de woorden opzoeken. Ook verwacht ik dat je je slaapkamer netjes inkleurt. Je krijgt er uiteindelijk, samen met de presentatie, een cijfer voor.
Slide 65 - Tekstslide
Slide 66 - Tekstslide
Mein Traumzimmer
Präsentation vorbereiten
- Mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, meervoud.
Slide 67 - Tekstslide
Lesje Nederlands :-)
Waarom is het de kamer, het boek, de stoel, het handschrift?
In het Nederlands hebben we, net als in veel andere talen, mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.
de-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk
het-woorden zijn onzijdig
Slide 68 - Tekstslide
Lesje Nederlands :-)
Hoe weet je of het de of het is?
de kamer,
het boek,
de stoel,
het handschrift.
Dit heb je geleerd van anderen toen je klein was.
Slide 69 - Tekstslide
m, v, o, mv
mannelijke woorden: der
vrouwelijke woorden: die
onzijdige woorden: das
meervoud: die
Slide 70 - Tekstslide
m, v, o, mv
Wanneer is een woord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig?
Dit is niet altijd af te leiden van de betekenis van het woord.
Mannelijke dieren, mensen: mannelijk woord.
vrouwelijke dieren, mensen: vrouwelijk woord.
tja, de rest dan? Onzijdig? NEE
Slide 71 - Tekstslide
m, v, o, mv
die Oma
der Opa
der Hund
die Hündin
der Kater
logisch...
Slide 72 - Tekstslide
m, v, o, mv
der Rock
die Frage
das Handy
der Schrank
der Stuhl
das Bett
Slide 73 - Tekstslide
m, v, o, mv
Er bestaan wel trucjes om erachter te komen welk geslacht een woord heeft. Toch is het vooral leren, leren, leren.
Moeten Duitsers dit ook allemaal leren? Nee, dit hebben zij geleerd toen ze klein waren. Niet uit boeken, maar door te luisteren naar anderen. Luister jij veel naar de Duitse taal, dan is het uiteindelijk makkelijker om te bepalen m, v, o
Slide 74 - Tekstslide
de, het, een
In het Nederlands mag je altijd een gebruiken als onbepaald lidwoord. In het Duits kan dit niet altijd. Door de regels rondom geslacht (m, v, o,) en naamvallen kan er van alles komen te staan:
ein, eine, einer, einen, einem, eines. Dit hoef je nu nog niet allemaal te leren, maar we maken een klein beginnetje.
Slide 75 - Tekstslide
(k)ein of (k)eine?
een of geen
(k)ein gebruik je bij mannelijk en onzijdig
(k)eine bij vrouwelijk of meervoud (natuurlijk nooit eine in meervoud)
Slide 76 - Tekstslide
(k)ein of (k)eine? of mein/meine!
Da steht .......... Lampe (v)
In der Ecke steht ............... Stuhl (m)
Am Fenster steht .................... Bett (o)
........... Pflanze (v) steht auf dem Schreibtisch.
An der Wand hängt ............... Bild (o).
Slide 77 - Tekstslide
Präsentation
Je gaat in de aankomende lessen je Traumzimmer presenteren. Dit duurt niet lang! Je vertelt uit je hoofd vijf zinnen die gaan over je kamer. Gebruik hierbij de zinnen die in StudyGo staan.
Je krijgt een cijfer voor je plattegrond en voor je presentatie.
Slide 78 - Tekstslide
Slide 79 - Tekstslide
Klassensprache
Personenbeschreibung
- Kleidung
- Frisur
Slide 80 - Tekstslide
Klassensprache
Damit man sich auf Deutsch verständigen kann. Bitte liegen lassen.
Versuche so viel wie möglich Deutsch zu reden in der Klasse!
Slide 81 - Tekstslide
Personenbeschreibung
Wie sieht die Person aus? Welche Kleidung trägt er oder sie?
Elk groepje bestaat uit twee teams, jullie spelen tegen elkaar.
schud de kaarten, maar haal de kleuren niet door elkaar
één set kaarten wordt op tafel gelegd met de gezichten naar boven.
de andere set blijft gedekt liggen
Slide 91 - Tekstslide
Spiel 'Wer ist das?'
Het team met de jongste spelers mag beginnen.
de tegenstander trekt een kaartje uit de toegedekte stapel, maar mag deze niet laten zien aan de tegenstander. De tegenstanders moeten raden wie de anderen in de handen hebben. Hier moeten ze achter komen door slimme vragen te stellen. IN HET DUITS
Slide 92 - Tekstslide
Spiel 'Wer ist das?'
Stel zo min mogelijk vragen. Hoe minder vragen gesteld worden, hoe minder punten. Het team met de minste punten wint. Jullie moeten zelf de punten opschrijven. (ik heb papier voor jullie).
Draai de kaarten van de personen die het niet kunnen zijn om! Zo raad je het sneller. Heb je het fout? Dit kost een punt, dus raden heeft geen zin.
Slide 93 - Tekstslide
Spiel 'Wer ist das?'
Is de persoon geraden? Schrijf het aantal beurten op. Nu is het andere team aan de beurt.
Het speelveld blijft hetzelfde, de teamleden ruilen van plaats!