3.1 Recht evenredig & 3.2 Vergelijking oplossen

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning van vandaag
Deel 1 (eerste 40 min): 

- Bespreken opgaven 5 en 12c
- Uitleg recht evenredig
- Maken 17a en nakijken
- Oefenopgave met tekst
- Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Planning van vandaag
Deel 1 (eerste 40 min): 

- Bespreken opgaven 5 en 12c
- Uitleg recht evenredig
- Maken 17a en nakijken
- Oefenopgave met tekst
- Aan het werk
Deel 2 (tweede 40 min): 

- Uitleg vergelijking oplossen (overlap voorkennis)
- Maken 22cd en nakijken
- Aan het werk
- Toets bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
De standaardvorm is y = ax + b. 
Wat betekenen a en b?

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
De standaardvorm is y = ax + b. 
Wat betekenen a en b?
a > voor 1 stapje naar recht gaat de grafiek ... stapjes omhoog of omlaag.
b > het snijpunt met de y-as > (0, b)

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
Wat maak je altijd eerst bij het tekenen van grafieken?

Slide 6 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
Wat maak je altijd eerst bij het tekenen van grafieken?
1. Een tabel maken met daarin twee punten
2. Assenstelsel (benoem de assen)
3. Lijn tekenen met geo!

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
Wat is de oorsprong?
en wat betekend evenwijdig?

Slide 8 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
Wat is de oorsprong?
en wat betekend evenwijdig?
De oorsprong is het snijpunt van de x-as en y-as, dus (0,0).
Evenwijdig betekent dat de lijnen in dezelfde richting lopen (parallel).

Slide 9 - Tekstslide

Bespreken opgave 5

Slide 10 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
We maken opgave c met dit plaatje erbij.
In dezelfde richting als de y-as, dus wat voor een lijn?

Slide 11 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
We maken opgave c met dit plaatje erbij.
In dezelfde richting als de y-as, dus wat voor een lijn? >> Verticale lijn >> Formule is x = ...

Slide 12 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
We maken opgave c met dit plaatje erbij.
In dezelfde richting als de y-as, dus wat voor een lijn? >> Verticale lijn >> Formule is x = ...

Slide 13 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
We maken opgave d met dit plaatje erbij.
In dezelfde richting als de x-as, dus wat voor een lijn? 

Slide 14 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
We maken opgave d met dit plaatje erbij.
In dezelfde richting als de x-as, dus wat voor een lijn? > Horizontale lijn > Formule is y = ...

Slide 15 - Tekstslide

Bespreken opgave 5
We maken opgave d met dit plaatje erbij.
In dezelfde richting als de x-as, dus wat voor een lijn? > Horizontale lijn > Formule is y = ...

Slide 16 - Tekstslide

Bespreken opgave 12c
h is in meter is de hoogte in de tekst in meter?

Slide 17 - Tekstslide

Bespreken opgave 12c
h is in meter is de hoogte in de tekst in meter?
Ja, dus die hoeven niet om te rekenen.

Slide 18 - Tekstslide

Bespreken opgave 12c
h is in meter is de hoogte in de tekst in meter?
Ja, dus die hoeven niet om te rekenen.
t is in seconden. Is dit al goed in de tekst?

Slide 19 - Tekstslide

Bespreken opgave 12c
h is in meter is de hoogte in de tekst in meter?
Ja, dus die hoeven niet om te rekenen.
t is in seconden. Is dit al goed in de tekst?
Nee het staat in km/uur > dus omrekenen naar m/s (hoe werkt dat?).

Slide 20 - Tekstslide

Bespreken opgave 12c
h is in meter is de hoogte in de tekst in meter?
Ja, dus die hoeven niet om te rekenen.
t is in seconden. Is dit al goed in de tekst?
Nee het staat in km/uur > dus omrekenen naar m/s (hoe werkt dat?).
De formule moet in de vorm h = at + b.
Wat is b?

Slide 21 - Tekstslide

Bespreken opgave 12c
h is in meter is de hoogte in de tekst in meter?
Ja, dus die hoeven niet om te rekenen.
t is in seconden. Is dit al goed in de tekst?
Nee het staat in km/uur > dus omrekenen naar m/s (hoe werkt dat?).
De formule moet in de vorm h = at + b.
Wat is b?

Slide 22 - Tekstslide

Uitleg recht evenredig
Wat is de standaard formule van een lineaire formule?

Slide 23 - Tekstslide

Uitleg recht evenredig
Wat is de standaard formule van een lineaire formule?
y = ax + b

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg recht evenredig
Wat is de standaard formule van een lineaire formule?
y = ax + b
Wat was ook alweer de oorsprong? En wat was b?

Slide 25 - Tekstslide

Uitleg recht evenredig
Wat is de standaard formule van een lineaire formule?
y = ax + b
Wat was ook alweer de oorsprong? En wat was b?
De oorsprong is het snijpunt van de x-as en y-as > dus (0,0).
b is het snijpunt met de y-as > dus (0, b)

Slide 26 - Tekstslide

Uitleg recht evenredig
Wat is de standaard formule van een lineaire formule?
y = ax + b
Wat was ook alweer de oorsprong? En wat was b?
De oorsprong is het snijpunt van de x-as en y-as > dus (0,0).
b is het snijpunt met de y-as > dus (0, b)
Wat is de standaard formule van een lineaire formule die door de oorsprong gaat?

Slide 27 - Tekstslide

Uitleg recht evenredig
Wat is de standaard formule van een lineaire formule?
y = ax + b
Wat was ook alweer de oorsprong? En wat was b?
De oorsprong is het snijpunt van de x-as en y-as > dus (0,0).
b is het snijpunt met de y-as > dus (0, b)
Wat is de standaard formule van een lineaire formule die door de oorsprong gaat?
y = ax + 0 > y = ax    en dit is recht evenredig

Slide 28 - Tekstslide

Tabel bij een recht evenredig verband is een verhoudingstabel
Uitleg recht evenredig

Slide 29 - Tekstslide

Uitleg recht evenredig

Slide 30 - Tekstslide

Formule
Gegeven x=8 en y=2400

dan vul ik het in bij y = ax
Uitleg recht evenredig

Slide 31 - Tekstslide

Dus a = 
xy
Uitleg recht evenredig

Slide 32 - Tekstslide

Maken opgave 17a
a=xy

Slide 33 - Tekstslide

Maken opgave 17a
a=xy
a=1524=1,6
Conclusie?

Slide 34 - Tekstslide

Maken opgave 17a
a=xy
a=1524=1,6
Conclusie?
y=1,6x

Slide 35 - Tekstslide

Maken opgave 17a
a=xy
a=1524=1,6
Conclusie?
y=1,6x
Wat is y bij x = 60?

Slide 36 - Tekstslide

Maken opgave 17a
a=xy
a=1524=1,6
Conclusie?
y=1,6x
Wat is y bij x = 60?
y=1,660=96

Slide 37 - Tekstslide

Een bungalow park heeft regelmatig te kampen met wateroverlast.
De eigenaars van de bungalows besluiten drainagebuizen aan te leggen.
De totale kosten van de aanleg zijn 288 000 euro. 
De oppervlakte van het vakantiepark is 120 000 m^2. 
Ze verdelen de kosten. Het betalen bedrag is recht evenredig met de oppervlakte van de kavel.
Stel de formule op van de aanlegkosten K in euro's die je betaalt als
de oppervlakte van de kavel n m^2 is.
Oefenopgave met tekst
Wat is de standaard formule?
a=xy

Slide 38 - Tekstslide

Een bungalow park heeft regelmatig te kampen met wateroverlast.
De eigenaars van de bungalows besluiten drainagebuizen aan te leggen.
De totale kosten van de aanleg zijn 288 000 euro. 
De oppervlakte van het vakantiepark is 120 000 m^2. 
Ze verdelen de kosten. Het betalen bedrag is recht evenredig met de oppervlakte van de kavel.
Stel de formule op van de aanlegkosten K in euro's die je betaalt als
de oppervlakte van de kavel n m^2 is.
Oefenopgave met tekst
Wat is de standaard formule?
K = an 
Wat is a?
a=xy

Slide 39 - Tekstslide

Een bungalow park heeft regelmatig te kampen met wateroverlast.
De eigenaars van de bungalows besluiten drainagebuizen aan te leggen.
De totale kosten van de aanleg zijn 288 000 euro. 
De oppervlakte van het vakantiepark is 120 000 m^2. 
Ze verdelen de kosten. Het betalen bedrag is recht evenredig met de oppervlakte van de kavel.
Stel de formule op van de aanlegkosten K in euro's die je betaalt als
de oppervlakte van de kavel n m^2 is.
Oefenopgave met tekst
Wat is de standaard formule?
K = an 
Wat is a?
a=xy
a=120000288000=2,4
Wat is de formule?

Slide 40 - Tekstslide

Een bungalow park heeft regelmatig te kampen met wateroverlast.
De eigenaars van de bungalows besluiten drainagebuizen aan te leggen.
De totale kosten van de aanleg zijn 288 000 euro. 
De oppervlakte van het vakantiepark is 120 000 m^2. 
Ze verdelen de kosten. Het betalen bedrag is recht evenredig met de oppervlakte van de kavel.
Stel de formule op van de aanlegkosten K in euro's die je betaalt als
de oppervlakte van de kavel n m^2 is.
Oefenopgave met tekst
Wat is de standaard formule?
K = an 
Wat is a?
a=xy
a=120000288000=2,4
Wat is de formule?
K=2,4n

Slide 41 - Tekstslide

Aan het werk
Maken opgaven 17b, 18, 19 en 20

Je mag fluisterend overleggen met buur.
Voor vragen kom je naar mij toe (één voor één)

Denk aan de afspraken: Geen laptop, één waarschuwing, elke 7 minuten minimaal 1 opgave (dus dat zijn er nu ...).

We gaan zo door met deel 2, dus er komen nog opgaven bij.

Slide 42 - Tekstslide

Uitleg vergelijkingen oplossen
We gaan de vergelijking hiernaast oplossen:

Stap 1: werk zo nodig de haakjes weg.
5(3t9)=7t5

Slide 43 - Tekstslide

Uitleg vergelijkingen oplossen
We gaan de vergelijking hiernaast oplossen:

Stap 1: werk zo nodig de haakjes weg.

Stap 2: breng de termen met de variabele naar de linkerkant en de rest naar rechts.
5(3t9)=7t5
15t45=7t5

Slide 44 - Tekstslide

Uitleg vergelijkingen oplossen
We gaan de vergelijking hiernaast oplossen:

Stap 1: werk zo nodig de haakjes weg.

Stap 2: breng de termen met de variabele naar de linkerkant en de rest naar rechts.

Stap 3: deel door het getal voor de letter.
5(3t9)=7t5
15t45=7t5
8t=40
+45
+45
-7t
-7t

Slide 45 - Tekstslide

Uitleg vergelijkingen oplossen
We gaan de vergelijking hiernaast oplossen:

Stap 1: werk zo nodig de haakjes weg.

Stap 2: breng de termen met de variabele naar de linkerkant en de rest naar rechts.

Stap 3: deel door het getal voor de letter.
5(3t9)=7t5
15t45=7t5
8t=40
+45
+45
-7t
-7t
t=5

Slide 46 - Tekstslide

Zelf proberen IN STILTE!
Los op. Rond af op één decimaal.

Stap 1: werk zo nodig de haakjes weg.

Stap 2: breng de termen met de variabele naar de linkerkant en de rest naar rechts.

Stap 3: deel door het getal voor de letter.
5(x3)=2,1x4

Slide 47 - Tekstslide

Zelf proberen IN STILTE!
Los op. Rond af op één decimaal.

Stap 1: werk zo nodig de haakjes weg.

Stap 2: breng de termen met de variabele naar de linkerkant en de rest naar rechts.

Stap 3: deel door het getal voor de letter.
5(x3)=2,1x4
5(x - 3) = 2,1x - 4
5x - 15 = 2,1x - 4
2,9x = 11
x = 3,8

Slide 48 - Tekstslide

Zelf proberen IN STILTE!
Los op. Rond af op één decimaal.

Stap 1: werk zo nodig de haakjes weg.

Stap 2: breng de termen met de variabele naar de linkerkant en de rest naar rechts.

Stap 3: deel door het getal voor de letter.
41x+3=x+11

Slide 49 - Tekstslide

Zelf proberen IN STILTE!
Los op. Rond af op één decimaal.

Stap 1: werk zo nodig de haakjes weg.

Stap 2: breng de termen met de variabele naar de linkerkant en de rest naar rechts.

Stap 3: deel door het getal voor de letter.
¼x + 3 = x + 11
-¾x = 8
x = -10,7
41x+3=x+11

Slide 50 - Tekstslide

Aan het werk
Maken opgaven 17b, 18, 19 en 20 + 22cd, 24cd , 25

Je mag fluisterend overleggen met buur.
Voor vragen kom je naar mij toe (één voor één)

Denk aan de afspraken: Geen laptop, één waarschuwing, elke 7 minuten minimaal 1 opgave (dus dat zijn er nu ...).
We gaan over ... minuten de toets bespreken

Volgende les starten met een formatieve opdracht!

Slide 51 - Tekstslide