In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom allemaal!
- Pak je boek, schrift en pen,
- leg je pen op tafel, en
- zet je tas op de grond.
Dan kunnen we beginnen!
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag....
- herhalen lesstof van maandag,
- nakijken huiswerk + aan de slag met opdracht 49,
- aandacht voor leesstrategieën,
- onderwerp en deelonderwerp van een tekst.
Slide 2 - Tekstslide
Uitstervende vogels
Het Wereld Natuur Fonds maakt zich zorgen over het aantal vogels dat met uitsterven wordt bedreigd. Op de Veluwe bijvoorbeeld zijn er al vier soorten vogels die we de afgelopen jaren niet meer gesignaleerd hebben. Hoe dit komt? Door de uitstoot van kooldioxide. Dat moet dus stoppen. Doneer daarom een klein bedrag aan het WNF. Jij ontvangt een pluche vogeltje en wij kunnen actievoeren tegen de uitstervende vogels.
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeeld toetsvraag
1. a Wat is het tekstdoel van deze tekst?
b. Leg je antwoord uit.
Slide 4 - Tekstslide
Antwoord toetsvraag
1. a Wat is het tekstdoel van deze tekst?
b. Leg je antwoord uit.
ANTWOORD:
1. a Het doel van de schrijver is om de lezer te activeren /
overhalen
b. Dat kun je zien aan 'doneer een klein bedrag'. De schrijver wil dus dat je iets gaat doen, dat je geactiveerd wordt (kost geld)
Slide 5 - Tekstslide
Tekst 2
Hoewel Leave No Trace alles behalve een doorsnee verhaal vertelt, is de film van tijd tot tijd behoorlijk saai. Het verhaal kabbelt voort zonder echte hoogtepunten. Voor een groot deel gaat het over hoe Tom en Will in de bossen overleven. Om te weten welke weg Tom uiteindelijk inslaat, heb je zelf ook behoorlijk wat doorzettingsvermogen nodig.
Bron: 7-days
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld toetsvraag
1. Voor welk publiek is deze tekst bedoeld? Leg je antwoord uit.
2. Wat is het tekstdoel van deze tekst?
3. Wat is de tekstvorm?
Slide 7 - Tekstslide
Voor welk publiek is deze tekst geschreven? Leg je antwoord uit.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het tekstdoel van deze tekst?
Slide 9 - Open vraag
Wat is de tekstvorm?
Slide 10 - Open vraag
Antwoorden toetsvraag
1. Voor een breed, algemeen publiek. Uitleg: deze tekst komt uit de 7-days. Dat is een krant voor jongeren. De tekst is dus bedoeld voor een breed, algemeen publiek, namelijk jongeren.
2. Tekstsoort is overtuigen
3. Tekstvorm is een recensie.
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag:
- nakijken huiswerk
- uitwisselen opdracht 49
- maken opdracht 50
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 49
Aan de slag met de krantenartikelen: benoem
- tekstdoel
- tekstsoort
- tekstvorm
- bron (waar het bericht vandaan komt)
- publiek
Slide 13 - Tekstslide
Wat moet je weten voor de de toets?
1. Je kent de verschillende tekstdoelen en tekstsoorten
2. Je kunt het publiek van de tekst aangeven
3. Je kent de leesstrategie Oriënterend lezen en kunt deze toepassen
4. Je kent de begrippen Onderwerp, Deelonderwerp, Alinea en kunt ze herkennen
Slide 14 - Tekstslide
Leesstrategie: oriënterend lezen
- Doel: snel bepalen van het tekstdoel en het onderwerp.
- Hoe? Je leest de titel, de eerste zinnen en de laatste zinnen.
Bekijk de tussenkopjes, het plaatje, de bronvermelding.
Slide 15 - Tekstslide
Onderwerp van een tekst
- in een woord of woordgroep noemen waar de tekst over gaat
Slide 16 - Tekstslide
Deelonderwerp
Een alinea (deel van de tekst) bevat een deelonderwerp.
Voorbeeld: Onderwerp van de hele tekst is milieuvervuiling.