Quiz 7.1 en 7.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Quiz: je eigen omgeving

7.1 en 7.2

Een eengezinswoning = een woning die bestemd is voor één gezin, maar waar ook één of twee mensen kunnen wonen;

1. waar
2. niet waar

Natuurlijke bevolkingsgroei = Bevolkingsgroei of bevolkingsafname door het aantal geboorten min het aantal sterfgevallen

1. waar
2. niet waar

Deel van een wijk = een buurt

1. waar
2. niet waar

Een huis met een, twee of drie verdiepingen

1. Hoogbouw
2. Laagbouw of eengezinswoning

De manier waarop mensen het landschap gebruiken voor wonen, werken, verkeer en vrije tijd noemen we

1. renovatie
2. inrichting

Een voorbeeld van een voorziening is een schommel in je tuin

1. waar
2. niet waar

In een nieuwbouwwijk worden vooral veel voorzieningen gebouwd

1. waar
2. niet waar

Een wijk in een stad bestaat uit verschillende buurten

1. waar
2. niet waar

Een oude woonwijk kenmerkt zich door onder andere;

1. grote woonblokken, huizen staan dicht op elkaar, laagbouw
2. grote woonblokken, huizen staan dicht op elkaar, hoogbouw
3. grote woonblokken, huizen staan ver uit elkaar, hoogbouw
4. kleine woonblokken, huizen staan dicht op elkaar, hoogbouw

Een manier om een oude woonwijk te verbeteren is door renovatie;

1. waar
2. niet waar

Een tweede manier om een oude woonwijk te verbeteren is door het aanleggen van meer groen en pleintjes;

1. waar
2. niet waar

Een derde manier om een oude woonwijk te verbeteren is door huizen af te breken en nieuwe huizen te bouwen

1. waar
2. niet waar

Een bewoner met een migratieachtergrond is iemand van wie een of beide ouders in het buitenland zijn geboren

1. waar
2. niet waar

Een huishouden bestaat altijd uit meer dan een persoon die in één huis wonen;

1. waar
2. niet waar

De samenstelling van de bevolking in verschillende leeftijdsgroepen noemen we leeftijdsopbouw;

1. waar
2. niet waar

Een inwoner uit een niet-westers cultuurgebied noemen we een persoon met een niet-westerse migratieachtergrond

1. waar
2. niet waar