Les 2 basis gehandicaptenzorg

• Doelgroepen
• MBO
• Studiejaar 1

Gehandicaptenzorg les 2

Leerdoel

Je herinnert de verschillende niveaus mbt een verstandelijke beperking

Planning

* Terugblik

* Overzicht presentaties

* verschillende niveaus

* zelfstandig werken aan opdracht 1 t/m 4 of de presentaties

Verstandelijke beperkt volgens de DSM V

Er zijn beperkingen zijn in zowel verstandelijk als adaptief (aanpassingsvermogen) functioneren

Dit kan je als volgt onderverdelen:

1. Een significant lagere score op intellectuele functies

(Redeneren, probleem oplossen, abstract denken, oordelen, schools leren en leren door ervaring)

Dit betekent dat er beperkingen zijn in zowel verstandelijk als adaptief (aanpassingsvermogen) functioneren.

1. Een significant lagere score op intellectuele functies: zoals redeneren, probleem oplossen, abstract denken, oordelen, schools leren en leren door ervaring.

2. Men heeft een tekort in het aanpassingsvermogen om goed te functioneren in één of meerdere aspecten van het dagelijks leven, waaronder communicatie, deelname aan het sociale leven, schools of beroepsmatig functioneren en persoonlijke zelfstandigheid thuis of in de directe sociale omgeving.

3. 3. De tekorten in het verstandelijk functioneren en het aanpassingsvermogen beginnen gedurende de ontwikkelingsperiode, dus in de eerste 18 levensjaren.

Verstandelijke beperkt volgens de DSM V

2. Men heeft een tekort in het aanpassingsvermogen om goed te functioneren in één of meerdere aspecten van het dagelijks leven

(In communicatie, deelname aan het sociale leven, schools of beroepsmatig functioneren en persoonlijke zelfstandigheid thuis of in de directe sociale omgeving)

3. De tekorten in het verstandelijk functioneren en het aanpassingsvermogen beginnen gedurende de ontwikkelingsperiode, dus in de eerste 18 levensjaren.

Licht verstandelijk beperkt 

IQ- 50-70

50-70

- later opgemerkt

- langzamer met leren

- aangepast onderwijs

- begeleid wonen

Matig verstandelijk beperkt?

-Vaker iets voordoen en met hen oefenen: daar leren ze van

  

-gebruik korte en duidelijke uitleg/ instructie

-laat hen zo veel mogelijk zelfstandig doen

-spreek met je collega’s goed af waarbij op welke manier wordt begeleid (op een lijn zitten)

-observeer tijdens de begeleiding om te bepalen wat wel en niet lukt gezien gezondheid/ humeur e.d.

30-50 IQ

-Vaker iets voordoen en met hen oefenen: daar leren ze van

-gebruik korte en duidelijke uitleg/ instructie

-laat hen zo veel mogelijk zelfstandig doen

-spreek met je collega’s goed af waarbij op welke manier wordt begeleid (op een lijn zitten)

-observeer tijdens de begeleiding om te bepalen wat wel en niet lukt gezien gezondheid/ humeur e.d.

Ernstig verstandelijk beperkt?

20-30 IQ

Over het algemeen hebben deze mensen veel begeleiding en zorg nodig. Bij een strakke begeleiding kunnen ze sommige praktische dingen zoals eten en aankleden nog zelfstandig. Praten in eenvoudige zinnen is belangrijk. 

20-30

- wordt snel opgemerkt

- veel begeleiding en zorg (24/7)

-praten in eenvoudige zinnen

- pictos

Zeer ernstig verstandelijk beperkt?

Deze mensen kunnen over het algemeen zeer weinig. Vaak liggen ze in bed of zitten ze in een aangepaste rolstoel. Het is erg moeilijk om contact te maken. Ook omdat deze mensen eigenlijk nooit kunnen praten. Ze hebben continu verzorging nodig

0-20

- vrijwel direct duidelijk

- vaak ook lichamelijke complicaties (epilepsie/hart)

- continue verzorging nodig

Een gemiddeld IQ is 100

Leeftijdsadequaat leeftijdsniveau

Zwakzinnig: iemand met leermoeilijkheden (iQ tussen 70- 85)

Leeftijdsniveau 12 tot…..)

Mensen met een licht verstandelijke beperking (iq van 50-70)

Leeftijdsniveau 8-12 jaar

Mensen met een matig verstandelijke beperking (iq van 30-50)

5 tot 8 jaar

Mensen met een ernstige verstandelijke beperking (IQ van 20-30)

Leeftijdsniveau 2 tot 4/5 jaar

Mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking (IQ lager dan 20)

Leeftijdsniveau lager dan 2 jaar

Mensen met een meervoudige beperking (IQ vaak lager dan 20)

Meerdere afzonderlijke handicaps. (ernstige verstandelijke beperking en een lichamelijke beperking)

Groepjes maken

6 groepen

Jullie krijgen een Syndroom/stoornis toegewezen. (min. 10-max20)

19 September zijn de presentaties 

In de presentatie komen de volgende onderdelen aanbod:

Naam Syndroom

Oorzaak

Symptomen/kenmerken

Verloop van syndroom

Verstandelijk niveau

Adviezen voor omgang

Voorbeelden (en een filmpje)

Syndromen

1. Syndroom van Down

2. Prader Willi Syndroom

3. Rett syndroom

4. Fragiele X syndroom

5. FAS (alcoholsyndroom)

6. Syndroom van Turner

Werken in de les/ thuis

Lezen: blz. 1 t/m 15

Maak opdracht 1 t/m 4

Maak een begin aan je presentaties.

Leerdoel

Je herinnert de verschillende niveaus mbt een verstandelijke beperking