8.3 8.4 bloed en bloedsomloop

Welkom 
8.3 herhaling 
8.4 uitleg 
Keuze: meedoen of in stilte aan de slag. 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
8.3 herhaling 
8.4 uitleg 
Keuze: meedoen of in stilte aan de slag. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 8.3 en 8.4 
  • Je weet waar bloed uit bestaat en hoe het door je hart stroomt.
  • Je kent de onderdelen van het hart.  En de hartslag.
  • Je weet welke soort bloedvaten je hebt.
  • Je weet hoe het bloed door je lichaam stroomt.
  • Je weet wat bloeddruk is. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling van het bloed
Bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen. 
  • Voedingsstoffen gaan in je dunne darm door de darmwand en lossen op in het bloedplasma.
  • Bloed vervoert zuurstof en voedingsstoffen (zoals glucose en vitaminen) naar de cellen van je lichaam.
  • Het bloedplasma vervoert ook afvalstoffen van de cellen naar je nieren, longen en lever, die de afvalstoffen uitscheiden/afbreken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling van het bloed
  1. plasma-eiwitten 7%
  2. water 91 %
  3. opgeloste stoffen 2 %
Plasma = 55 % & vaste bestanddelen 45 %

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplasma 
  • Vervoert voedingstoffen naar cellen.
  • Vervoert afvalstoffen van cellen. 
  • Bevat fibrinogeen en andere eiwitten. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bloedcellen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloedcellen
*Hemoglobine
                         - Bind zuurstof

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplaatjes

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fibrine

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ALLES WAT BLAUW = ZUURSTOFARM

Het bloed komt net terug van een hele reis door het lichaam en heeft zuurstof opgegeven aan de lichaamscellen(zuurstofarm). Hij gaat nu naar de longen om weer zuurstof op te halen.
ALLES WAT ROOD = ZUURSTOFRIJK

Het bloed komt net terug van een reisje naar de longen, daar heeft  hij zuurstof opgenomen (en koolstofdioxide uitgegeven) van de longen. Dit gebeurde in de kleine bloedsomloop.

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg aan de hand van de afbeeldingen op blz. 51 tekstboek.
Kransslagaders
  • Elke spier heeft zuurstof en voedingsstoffen nodig
  • De hartspier ontvangt deze via de kransslagaders
  • Ontspringen uit de aorta 
    Kransaders
  • Via de kransaders wordt het bloed teruggevoerd naar de rechterboezem.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een hartslag gaat in 3 stappen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt je hartslag geregeld?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ECG = electrocardiogram

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektrocardiogram (ECG)
Bij inspanning geeft de sinusknoop meer impulsen af - hierdoor neemt de hartslagfrequentie (aantal hartslagen/min.) toe - het bloed stroomt sneller door je bloedvaten.

  • P top: samentrekken boezems.
  • QRS top: samentrekken kamers.
  • T top: ontspannen kamers.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
  • Het bloed 'drukt' tegen wanden van bloedvaten: bloeddruk
  • Bloeddruk verschilt in je lichaam

  • Hoge bloeddruk slecht op de lange termijn: beschadiging bloedvat
  • Lage bloeddruk kan zorgen voor duizeligheid en flauwvallen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende bloedvaten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten bloedvaten
Slagader
  • Vervoert bloed van het hart naar de organen
  • Dikke gespierde wand
  • Bloed stroomt snel
  • Hoge bloeddruk
  • Zuurstof rijk, behalve de longslagader

De aorta is de grootste slagader in ons lichaam.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten bloedvaten
Ader
  • Voeren bloed naar hart toe
  • Bloeddruk lager dan in slagader en haarvat
  • Wand bevat minder glad spierweefsel
  • Kleppen in aders om te voorkómen dat bloed terugstroomt
  • Zuurstof arm, behalve de longader

De holle aders zijn de grootste aders 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten bloedvaten
Haarvaten
  • Haarvaten zitten tussen de slagaders en aders in.
  • Hier vindt stofwisseling plaats. 
  • Haarvaten hebben een enorm dunne wand van 1 cel laag
    dik.
  • De rode bloedcellen passen er net door.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: De rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
Bloed drukt tegen wanden van bloedvaten = bloeddruk
Bovendruk = als kamers samentrekken en bloed slagaders in pompen
Onderdruk = tijdens de hartpauze

Hoge bloeddruk: beschadigt de wanden van slagaders
Lage bloeddruk: duizeligheid bij na opstaan en vaker hoofdpijn. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
Bovendruk ( systolische bloeddruk)
Bloeddruk wanneer de kamers samentrekken

Onderdruk (diastolische bloeddruk)
Bloeddruk tijdens de hartpauze

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk

De bloeddruk is niet hetzelfde in alle bloedvaten. 
Hiernaast in de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch weergegeven.




Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bloeddruk is niet overal in je lichaam hetzelfde

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krijgt elk orgaan steeds evenveel bloed?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk

Slagaders - hoge druk en
hoge stroomsnelheid.

Haarvaten - Bloeddruk en stroomsnelheid nemen geleidelijk af.

Aders - bloeddruk laag, stroomsnelheid neemt toe.


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagaderverkalking
Verkalking slagaderen
Verkleining oppervlak bloedvat -> minder ruimte voor bloedcellen
Cholesterol

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dotteren

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies