Quiz Ondernemingsrecht

Mini-Quiz Ondernemingsrecht
Test je kennis
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mini-Quiz Ondernemingsrecht
Test je kennis

Slide 1 - Tekstslide

De inschrijving van een onderneming in het Handelsregister vindt plaats bij....
A
de bedrijfsvereniging
B
de Kamer van Koophandel
C
de notaris
D
het Kadaster

Slide 2 - Quizvraag

Sleep de juiste rechtsvorm naar de juiste bestemming
Rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid
Rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid
Stichting
Eenmanszaak
BV
CV
Vereniging
NV
Coöperatie
Maatschap
VOF

Slide 3 - Sleepvraag

Welk orgaan heeft elke rechtspersoon om te kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer?
A
De algemene ledenvergadering.
B
De algemene vergadering van aandeelhouders.
C
De raad van commissarissen.
D
Het bestuur.

Slide 4 - Quizvraag

Een VOF is .....
A
Een samenwerkingsverband
B
Een rechtspersoon
C
de rechtsvorm van een ZZP'er

Slide 5 - Quizvraag

Bij welke vennootschap zijn er aandelen die niet zonder meer vrij overdraagbaar zijn?
A
De besloten vennootschap.
B
De commanditaire vennootschap.
C
De naamloze vennootschap
D
De vennootschap onder firma.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noemen we het bedrag waarvoor een NV maximaal aandelen mag uitgeven?
A
Geplaatst kapitaal.
B
Gestort kapitaal.
C
Maatschappelijk kapitaal.

Slide 7 - Quizvraag

De maatschap: stel dat er geen afspraken zijn gemaakt over de winstverdeling, dan......
A
wordt de winst evenredig verdeeld.
B
wordt de winst 50/50 verdeeld.
C
dan wordt de winst niet verdeeld.

Slide 8 - Quizvraag

Frank wil samen met zijn vrouw een frietzaak openen. Welke rechtsvorm kunnen zij het best kiezen?
A
Eenmanszaak
B
Maatschap
C
VOF
D
CV

Slide 9 - Quizvraag

1. Wat is een coöperatie?
2. Benoem een bestaande coöperatie
2. Wat betekenen de afkortingen WA, BA en UA?

Slide 10 - Open vraag

Inkomstenbelasting is de jaarlijkse belasting die betaald wordt bij een ......(meerdere antwoorden)
A
Eenmanszaak
B
Maatschap
C
VOF
D
BV

Slide 11 - Quizvraag