Van plaats wisselen

• NT2
• ISK

Van plaats wisselen

in de kledingwinkel

• jij
• mevrouw / meneer
• hallo zeggen
• zoeken
• kleding 
• paskamer

• is het goed?
• andere maat?
• andere kleur?
• spiegel
• hoe duur?
• betalen
• kassa
• kassabon
•  

in het ziekenhuis

• jij
• dokter
• assistente
• afspraak
• pijn
• medicijnen

• ziek
• bloed
• blij
• verdrietig
• 
  

bij de kassa in de supermarkt

• jij 
• mevrouw achter de kassa
• eten kopen
• tas / mandje
• hallo zeggen
• boodschappen neerleggen

• betalen
• klantenkaart
• geld
• pinnen
•  kassabon
• 
  

het station

• bus
• trein
• taxi
• fiets
• tijd

• jij
• conducteur
• chauffeur
• geld
• OV chipkaart
• inchecken
•  

koken in de keuken

• jij
• je vriend / vriendin
• je moeder
• wat ga je eten?
• boodschappen
• water in de pan

• vlees / kip
• groente snijden
• lekker
•  bord, bestek
• helpen?

de sportdocent in de sportzaal

• jij
• sportdocent
• hallo zeggen
• wat gaan we doen?
• zitten
• spel

• ballen
• goed zo
• ga door
• afspraken
• wie is winnaar?
•