Toetsbespreking GP
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Marcus et Quintus pueri sunt
A
Marcus en Quintus zijn jongens
B
Marcus en Quintus zijn jongens
Slide 3 - Quizvraag
Dum in silva gregem patri custodiunt, ludunt.
A
Terwijl ze in het bos de kudde voor vader bewaken, spelen zij
B
Vader bewaakt de kudde van schapen en zij spelen
C
Terwijl ze in het bos de kudde van vader bewaken, spelen zij
D
Ze spelen dat ze een kudde schapen bewaken in het bos
Slide 4 - Quizvraag
Marcus ramis casam aedificat.
A
Marcus bouwt met takken een hut
B
Marcus speelt met takken om een hut te bouwen
C
Marcus bouwt takken met een hut
Slide 5 - Quizvraag
Quinto dicit:
A
Quintus zegt
B
Hij zegt tegen Quintus
Slide 6 - Quizvraag
‘‘Murum saxis aedifica!’’
A
Jij moet een muur met stenen bouwen!
B
Bouw stenen met een muur!
C
Jij moet stenen met een muur bouwen!
Slide 7 - Quizvraag
Quintus saxa quaerit.
A
Quintus zoekt rotsen
B
Quintus zoekt een rots
Slide 8 - Quizvraag
Subito lupam inter arbores videt!
A
Plotseling ziet hij een wolvin tussen de boom
B
Plotseling komt een wolvin tussen de boom
C
Plotseling ziet hij een wolvin tussen de bomen
Slide 9 - Quizvraag
Eam timet.
A
Hij is bang
B
Ze vreest
C
Hij vreest haar
D
Ze vreest hem
Slide 10 - Quizvraag
Ideo ad amicum accedit et clamat:
A
Daarom komt hij naar zijn vriend en schreeuwt:
B
Daarom komt zijn vriend en hij schreeuwt:
C
Daarom komen de vrienden en ze schreeuwen:
Slide 11 - Quizvraag
“Lupa ad nos venit!
A
Wij zien een wolvin!
B
Er komt een wolvin komt naar ons!
C
De wolvin ziet ons!
D
De wolvin kijkt naar ons!
Slide 12 - Quizvraag
Necesse est nobis gregem patri
protegere.”
protegere.”
A
Het is noodzakelijk voor ons de kudde voor vader te beschermen
B
Het is noodzakelijk dat vader ons en de kudde beschermt
Slide 13 - Quizvraag
Marcus tacet.
A
Marcus kijkt
B
Marcus zwijgt
C
Marcus komt
Slide 14 - Quizvraag
Lupam non timet et dicit:
A
De wolvin is niet bang en zegt:
B
Hij is niet bang voor de wolvin en zegt:
Slide 15 - Quizvraag
‘‘Lupa nobis non nocet.
A
Wij schaden de wolvin niet
B
De wolvin schaadt ons niet
Slide 16 - Quizvraag
Aquam bibere cupit.’’
A
Ik wil water drinken
B
Ze wil water drinken
Slide 17 - Quizvraag
Tandem lupa abit.
A
Eindelijk gaat de wolvin weg
B
Toch gaat de wolvin weg
Slide 18 - Quizvraag
Marcus et Quintus
gregem ad patrem ducunt.
gregem ad patrem ducunt.
A
Marcus brengt Quintus en de kudde naar vader
B
Marcus en Quintus brengen de kudde naar vader
C
Marcus en Quintus brengen de kudde naar de herder
D
Marcus en Quintus brengen de vader naar de kudde
Slide 19 - Quizvraag
Pater pueris gratias agit et eis gladios ligneos tradit.
A
Vader bedankt de jongens en overhandigt houten zwaarden aan ze
B
Vader bedankt de jongen en geeft de ander een houten zwaard
Slide 20 - Quizvraag
Fratres cum gladiis ad casam redeunt
A
De vader en de jongens gaan met hun zwaard terug naar de hut
B
De broers gaan met hun zwaarden terug naar de hut
Slide 21 - Quizvraag
Quintus Marco dicit:
A
Marcus zegt tegen Quintus
B
Marcus en Quintus zeggen
C
Quintus zegt tegen Marcus
D
Quintus zegt tegen Marco
Slide 22 - Quizvraag
“Tu esto hostis.”
A
Jij en ik zijn vijanden
B
Jij moet vijand zijn!
Slide 23 - Quizvraag
Marcus gladio Quintum necare temptat.
A
Marcus probeert met een zwaard Quintus te doden
B
Marcus probeert met een zwaard Quintum te doden
C
Marcus probeert Quintus te doden
D
Marcus doodt Quintus met een zwaard
