Minor 2.1 Mi equipaje 1A parte

Minor A2
Unidad 1
Mi equipaje
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
spaansHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Minor A2
Unidad 1
Mi equipaje

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Hoy es jueves. ¿Qué vamos a hacer hoy? 
Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Presentielijst  
  • Praten over gebeurtenissen die in het verleden hebben plaatsgevonden. (Presente Perfecto - Pretérito Indefinido)
  • Herhaling Pretérito Indefinido (formas regulares/ser-ir)
  • Con gusto 1 WB oefening 11 t/m 20 ¿Preguntas? 
  • TB nr. 1 t/m 6 
  • Los deberes: Behandelde stof en WB oef. 1 t./m 8 (en de oefeningen 11 t/m 20 als je die nog niet gemaakt hebt.)

Slide 3 - Tekstslide

Mi equipaje
  • regelmatige en onregelmatige vormen van de Indefinido
  • vertellen wat moeilijk/makkelijk/leuk enz. is aan het leren van Spaans
  • materiaal en functie van een voorwerp beschrijven / bureau-artikelen
  • iemands karakter omschrijven (-or/-ora)
  • iets benadrukken
  • vermoedens en wensen uiten
  • gebruik hace, desde, desde hace

Slide 4 - Tekstslide

¿Qué has hecho este fin de semana?
Formula una frase.

Slide 5 - Woordweb

Presente perfecto

Haber + stam + ado/ido 
¿Cuáles son los verbos con un participio irregular? 


¿Y cómo se dice "Ik ben laat naar bed gegaan" ? 
 

Pretérito Indefinido

De regelmatige vormen en de vormen van ser/ir van de Indefinido staan op volgende slides.



se ha acostado
 
hacer - hecho
ver - visto
decir -dicho
escribir - escrito
volver - vuelto
abrir - abierto
ser - sido
ir - ido
poner - puesto

Slide 6 - Tekstslide

El Indefinido

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Presente perfecto

 
 
Wanneer gebruik je de Perfecto? CG1 TB 7.4.2 p.126 
Esta semana ….
Pretérito Indefinido



Wanneer gebruik je de Indefinido? CG2 TB 6.1.5 p.118  
Ayer ….

Slide 10 - Tekstslide

El Indefinido TB p.118
De Indefinido geeft handelingen en gebeurtenissen aan die zich afspelen in een periode die de spreker als afgesloten beschouwt (ayer, la semana pasada, en 1989). De Indefinido drukt verandering, begin, of einde van een handeling uit:
El viernes pasado Paco fue al cine - Afgelopen vrijdag ging Paco naar de bioscoop.
Llegamos a España en 2002. - We kwamen in 2002 naar Spanje.
De Indefinido wordt ook gebruikt om afgesloten gebeurtenissen te beoordelen. La fiesta fue fenomenal.

Slide 11 - Tekstslide

marcadores de tiempo
ayer, anoche,
la semana pasada, el mes pasado, las vacaciones pasadas
En 1989, en 2005, en mayo, el jueves
ese día, esa noche, hace un año

Slide 12 - Tekstslide

¿Qué recuerdas?

Slide 13 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
En 1999___________(viajar, yo) a Italia.
La semana pasada___________(escribir, él) una carta.
Anoche___________(comer, nosotros) una pizza.
En agosto_______________(llegar, ellos) a España. 
viajé
escribió
comimos
llegaron

Slide 14 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:

El año pasado ___________(ir, yo) a Italia.
La fiesta ___________(ser, él) fenomenal.
Anoche___________(ir, nosotros) al cine.
Los campeonatos_______________(ser) en España. 
fui
fue
fuimos
fueron
Y ahora TB p.9 CG2

Slide 15 - Tekstslide

TB nr. 1 p.9 
  • Lees om de beurt hardop een alinea voor.
  • Vertaal daarna samen m.b.v. de woorden op p.147 de tekst.
  • Onderstreep de ww. die in de Indefinido staan. (8 stuks)
  • ¿Quién habla en este texto?

Slide 16 - Tekstslide

¿Quién habla en este texto?
A
Gwyneth Paltrow
B
Umberto Eco
C
Dorris Dorrie

Slide 17 - Quizvraag


En grupos
Vervoeg zoveel mogelijk werkwoorden in de ik-vorm van de Indefinido. (Behalve de ww. met hacer, tener en dar.)

Slide 18 - Tekstslide

¿Qué hiciste el fin de semana pasado?

Slide 19 - Open vraag

¿Recuerdas? 

- Me gusta...
- No me gusta...
- Me aburre ...
- Me cuesta...
- Me parece fácil...
- Me parece difícil...
Mis preferencias p. 11 oef 4 

- A mí también. / A mí no.
- A mí tampoco. / A mí sí.

Slide 20 - Tekstslide

Voorkeuren en moeilijkheden
pag. 11 oef. 4b
- Gustar: leuk vinden                                  me gusta/ me gustan

- Costar (ue): moeite kosten                   me cuesta/ me cuestan

- Aburrir: vervelen                                        me aburre/ me aburren

- Parecer: lijken                                              me parece/ me parecen

Slide 21 - Tekstslide

Maak 5 zinnen met de volgende werkwoorden:
1. Me gusta/me gustan ...
2. Me aburre/me aburren ...
3. Me cuesta/ me cuestan ...
4. Me parece fácil ...
5. Me parece difícil...

timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Het lidwoord LO TB p.112
Lo wordt gebruikt om bijvoeglijke naamwoorden of andere woordsoorten zelfstandig te gebruiken: 
  • Lo bonito de este libro son los dibujos.  = Het mooie aan dit boek zijn de tekeningen.                   
  • Lo mío es el zapping. = Mijn ding (het mijne) is zappen.
  • Lo más difícil son los pronombres. = Het moeilijkst zijn de voornaamwoorden.

Slide 23 - Tekstslide

LO QUE = (Dat) Wat ...
- ¿Qué es lo que más te gusta del idioma español?
Lo que (más)  me gusta es leer textos.

- ¿Qué es lo que menos te gusta del idioma español?
Lo que menos me gusta son los pronombres.

Lo que gebruik je altijd met een werkwoord!!
In groepjes: Maak opdracht 3 en 4 uit het WB p. 6

Slide 24 - Tekstslide

A adivinar ...
Es un objeto no muy grande.
Es de papel.
Sirve para viajar.

Es un objeto que se usa en la cocina.
Puede ser de metal o plástico.
Sirve para comer sopa.

Slide 25 - Tekstslide

Describir un objeto
TB oef. 5a en 5b  p.11
¿Cómo es?        

¿De qué  material es?
       
¿Para qué sirve?

WB oef.5 p.6

.
es de papel/de plástico/ de madera
es grande/pequeño/ bonito.....
Sirve para escribir/cocinar/cortar.....

Slide 26 - Tekstslide

Karaktereigenschappen  
TB oef. 6a en 6b p.12  
SOY    +       demasiado    +  impaciente (bijvoeglijk naamwoord).
                      muy
                      bastante
                      un poco

     Yo creo que soy bastante paciente, pero no soy sistemático/a 
1
2
3

Slide 27 - Tekstslide

¡Bienvenidos!
MADRID – Spanjaarden en alle mensen die in Spanje wonen of daar op dit moment tijdens de noodtoestand verblijven moeten zoveel mogelijk in huis blijven vanwege het coronavirus. Veel mensen proberen daar het beste van te maken en dus wordt er van alles georganiseerd, gezongen etc. om de animo hoog te houden. Een van de meest gehoorde liedjes is ‘Resistiré’ van het Spaanse Duo Dinámico. 
In Spanje gebeurt hetzelfde als in Italië ten tijde van de noodtoestand. Elke avond om 20 uur is er in heel Spanje een daverend applaus te horen voor het medisch personeel dat er alles aan doet om besmette mensen gezond te krijgen en te verzorgen en om het aantal doden te tegen te gaan. 
 
Maar naast dat dagelijkse applaus is er ook een lied dat het meeste te horen is door de luidsprekers van duizenden mensen. We hebben het over ‘Resistiré’ van het Spaanse Duo Dinámico.  
Dit lied is gecomponeerd en gezongen door Manuel de la Calva en Carlos Toro en stamt uit 1988. Dankzij de sociale media zoals Twitter en Facebook is dit lied het coronavirus-volkslied geworden in Spanje.

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video