Hoofdstuk 1, paragraaf 1,2 en 3

Waar op vakantie geweest?
1 / 23
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waar op vakantie geweest?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Prijs van een gemiddeld biertje in de Filipijnen (Halve liter)
A
€0,50
B
€1,20
C
€2,-
D
€3,50

Slide 3 - Quizvraag

Voor LANM is bier dan ook:
A
Volkomen inelastisch
B
Volkomen Elastisch
C
Wtf?

Slide 4 - Quizvraag

BBP
Je kunt het BBP op twee manieren uitrekenen (Objectief & subjectief)
Je kent de verschillende soorten inkomen van een land

Slide 5 - Tekstslide

Van micro naar macro
Micro economie: Markt van vraag en aanbod naar één product. 

Macro economie: de economie van een land als geheel. De vraag naar alle producten in een land. Wat is de invloed van inflatie in het hele land?

Slide 6 - Tekstslide

BBP 
Bruto Binnenlands product

Het nationaal inkomen wat er in een land wordt verdiend. BBP staat dus voor het inkomen in een land. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoeveel bedraagt het BBP in Nederland
(in 2020)?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Objectieve methode
Bruto toegevoegde waarde =  TO (Omzet) - Inkoop goederen en diensten


Slide 11 - Tekstslide

Van bruto naar netto 
Bruto binnenlands product: optelsom alle toegevoegde waarden

Netto binnenlands product = Bruto binnenlands product - afschrijvingen
Afschrijvingen zorgen voor waardevermindering van productiefactoren

Slide 12 - Tekstslide

Maken in les:
Paragraaf 1: vraag 1 en 2
Paragraaf 2: vraag 2,3,5 en 6

Slide 13 - Tekstslide

Subjectieve methode 
Subjecten = personen

Optelsom van de beloning van de productiefactoren (inkomens) in een land. De optelsom van alle inkomens geeft het NBI (Netto binnenlands inkomen = Netto binnelands product)


Slide 14 - Tekstslide

5 soorten primair inkomen
De optelsom van onderstaande inkomens geeft de hoogte van het Netto Binnenlands Product (NBP = NBI)
Productiefactor
Soort inkomen
Natuur
Pacht
Arbeid
Loon
Kapitaal
Rente, Huur
Ondernemerschap
Winst

Slide 15 - Tekstslide

Hoe bereken je het BBP volgens de objectieve methode?

Slide 16 - Open vraag

Leg het BBP volgens de subjectieve manier uit

Slide 17 - Open vraag

Noem 5 soorten primair inkomen (bij de productiefactoren KANO)

Slide 18 - Open vraag

Bestedingsmethode
Optelsom van alle bestedingen in een land:

Y (inkomen) = C + I + O + E - M
Gezinnen = C
Bedrijven = I
Overheid = O
Buitenland = E-M

Slide 19 - Tekstslide

Cijfervoorbeeld:
Productie tafel:
Houtproducent verkoopt voor €20 aan meubelmaker
Meubelmaker maakt tafel en verkoopt aan winkel voor €50
Winkel verkoopt tafel voor €100,-

Besteding consument €100 = toegevoegde waarde (20 + 30 + 50)

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten
Paragraaf 1: vraag 1 en 2
Paragraaf 2: vraag 2,3,5 en 6
Paragraaf 3: vraag 1,2,4 en 5 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

!!Leren!!

Slide 23 - Tekstslide