Hoofdstuk 1, paragraaf 3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Primair inkomen

Je kent de 5 soorten primair inkomen

Je snapt waarom toegevoegde waarde dezelfde hoogte geeft als het primair inkomen

Wat is ook alweer toegevoegde waarde?

Hoe voeg jij met jouw baantje waarde toe?

Zelf je huis schilderen

1. BBP stijgt
2. BBP daalt
3. BBP blijft gelijk

20 drankjes drinken (en zelf betalen dames) in zaal Dijk:

1. BBP stijgt
2. BBP daalt
3. BBP blijft gelijk

Bedrijfskolom brood

Hoe groot is de toegevoegde waarde van de scooterfabriek

1. € 785
2. € 670
3. € 165
4. € 1.290

Check:

Hoe ver met onderstaande vragen?

Hfst 1, Paragraaf 2, vraag 1,2,4 en 5 (30 minuten)

Subjectieve methode 

Subjecten = personen

Optelsom van de beloning van de productiefactoren (inkomens) in een land. De optelsom van alle inkomens geeft het NBI (Netto binnenlands inkomen = Netto binnelands product)

Noem de 4 productiefactoren

Productiefactoren en inkomen

Pagina 18 vraag 1 maken (3 min)

De optelsom van onderstaande inkomens geeft de hoogte van het Netto Binnenlands Product (NBP = NBI).

Productiefactor	Soort inkomen
Natuur	Pacht
Arbeid	Loon
Kapitaal	Rente, Huur
Ondernemerschap	Winst

De chipsfabriekant gebruikt de toegevoegde waarde om:

Loon, huur, rente, pacht te betalen + winst voor zichzelf

Dus: toegevoegde waarde = primair inkomen 

Loonquote

Loon / nbi x 100

Loon = 100, rente = 50, pacht = 25, huur = 20 en winst = 10

Totaal inkomen in een land: (100 + 50 + 25 + 20 + 10) = 205

Loonquote = 100/205 x 100 = 48,8%

Arbeidsinkomensquote (AIQ)

Loon + winst zelfstandigen / NBI x 100

Werk voor dit uur:

Hfst 1

Paragraaf 2; Vraag 1,2,4 en 5

Paragraaf 3: vraag 1,2 en 4

Paragraaf 4: vraag 1,4 en 5