Les 15 februari 1P

Deze les:
  • theorie herhalen van Lezen, WS, TV3
  • vragen stellen
  • voorbereiden toets
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
  • theorie herhalen van Lezen, WS, TV3
  • vragen stellen
  • voorbereiden toets

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding van de tekst

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het middenstuk is het grootste gedeelte van de tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slot van de tekst

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

"In de inleiding van de tekst maak je kennis met het onderwerp door ..."
A
vragen over het onderwerp
B
een interview met Huug Bruggenkamp
C
een verhaaltje

Slide 5 - Quizvraag

Vraag van de Nieuw Nederlands methode. Leerjaar 1, kader, H4 Lezen, opdracht 4 --> vraag 1.


Tegenstelling?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Door welke woorden kun je een tegenstelling herkennen?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul achter elke zin het woord in waaraan je ziet dat er een tegenstelling in de zin staat.
"Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij."

Slide 8 - Open vraag

Vragen van opdracht 1 H4 Woordenschat,  Nieuw Nederlands, leerjaar 1, KGT, 6e editie.
Vul achter elke zin het woord in waaraan je ziet dat er een tegenstelling in de zin staat.
"Als je onder water duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed uitademen."

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul achter elke zin het woord in waaraan je ziet dat er een tegenstelling in de zin staat.
"Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal tien hebben om naar het volgende level te gaan."

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Als een voltooid deelwoord in de zin zit, dan staat er altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als je niet weet of een voltooid deelwoord eindigt op een -t of -d?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
afmelden: "Marick heeft zich voor de wedstrijd ...."

Slide 14 - Open vraag

Nieuw Nederlands, 6e editie, vmbo-kgt, leerjaar 1, H4, Taalverzorging 3 - voltooid deelwoord, opdracht 2.
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
inpakken: "Nienke had haar koffer .... voor het weekend."

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het voltooid deelwoord in van de werkwoorden tussen haakjes.
"Bo heeft de brandwond .... (koelen) met een zak erwtjes uit de vriezer."

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen stellen
Je hebt nu de tijd om vragen te stellen over de leerstof.



Geen vragen? --> dan heb je nu eventueel nog de tijd om je voor te bereiden op de toets.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les afronden
Veel succes met de toets!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies